Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 3 juli 2006, nr.
HDJZ/S&W/2006-809, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 30, eerste lid, 49, 70, tweede lid, en 74, tweede lid, onder a van de Wet personenvervoer 2000;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2006, nr. W09.06.0262/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 25 oktober
2006, nr. HDJZ/S&W/2006-1654, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: