Artikel 1. Definitiebepalingen
Artikel 2. Toepassingsbereik
Artikel 4. Activiteiten bergend regime
Voor activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het bergend regime van
toepassing is, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 7, eerste en tweede lid, toestemming gegeven.
Artikel 5. Riviergebonden activiteiten stroomvoerend regime
Voor de navolgende riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop
het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 7, eerste en tweede lid, toestemming gegeven:
-
a. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige kunstwerken;
-
b. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps-
en recreatievaart;
-
c. de bouw of wijziging van waterkrachtcentrales;
-
d. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten,
uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier;
-
e. de aanleg of wijziging van scheepswerven en specifiek daaraan verbonden bedrijfsactiviteiten;
-
f. de realisatie of verbetering van natuur;
-
g. de verbetering van de waterkwaliteit;
-
h. de uitbreiding of wijziging van bestaande steenfabrieken;
-
i. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie of extensieve
uiterwaardrecreatie zijn verbonden;
-
j. de winning van oppervlaktedelfstoffen;
-
k. de realisatie van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het agrarisch, landschappelijk
of daarmee vergelijkbaar beheer van het rivierbed;
-
l. het behoud of herstel van cultuurhistorische landschapselementen; of
-
m. de realisatie van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het behoud van bekende
of te verwachten archeologische monumenten.
Artikel 6. Niet-riviergebonden activiteiten stroomvoerend regime
Voor niet-riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het
stroomvoerend regime van toepassing is, wordt geen toestemming gegeven, tenzij, onverminderd
het bepaalde in artikel 7, sprake is van:
-
a. een groot openbaar belang en de activiteit niet redelijkerwijs buiten het rivierbed
kan worden gerealiseerd;
-
b. een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische
bedrijven en de activiteit redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
-
c. verduurzaming van de energievoorziening van bestaande activiteiten in het rivierbed;
-
d. opwekking van zonne- of windenergie en de activiteit niet redelijkerwijs buiten het
rivierbed kan worden gerealiseerd; of
-
e. activiteiten die per saldo meer ruimte voor de rivier opleveren op een rivierkundig
bezien aanvaardbare locatie.
-
2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor het geven van de toestemming,
bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, aanhef en de onderdelen a, b en c, met dien verstande dat de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend
vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering
van de maatregelen gezekerd zijn.
-
3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor het geven van de toestemming,
bedoeld in artikel 6, aanhef en onderdeel d, met dien verstande dat de vergunning zal worden verleend voor een bepaalde termijn
en dat de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen ten
minste voor de duur van die termijn duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering
en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
-
4 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor het geven van de toestemming,
bedoeld in artikel 6, aanhef en onderdeel e, met dien verstande dat de gevraagde rivierverruimende maatregelen genomen worden,
waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
De Beleidslijn ruimte voor de rivier (Stcrt. 1997, 87, p. 6) wordt ingetrokken.
Ten aanzien van een vergunning als bedoeld in artikel 6.12 van het Waterbesluit die vóór 1 juli 2018 in werking en onherroepelijk is en waaraan een toestemming als
bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel b, ten grondslag ligt, blijft artikel 3, onderdeel b, van deze beleidsregels zoals
dat luidde vóór 1 juli 2018 van toepassing voor wijzigingen van die vergunning.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels grote rivieren.