Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 24 april 2006, nr. P/2006012115;
Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet alsmede artikel 12, eerste lid, van de Militaire ambtenarenwet 1931;
De Raad van State gehoord (advies van 24 mei 2006, nr. W07.06.0126/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 27 juni 2006, nr. P/2006018501;
Hebben goedgevonden en verstaan: