Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 22-11-2019 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie van 8 april 2006, nr. 5403085/05/DJI, houdende bepalingen met betrekking tot de toelating en weigering van bezoek en beperkingen inzake het telefoonverkeer (Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen)

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. bezoeker: een persoon die de inrichting bezoekt.

  • b. groep: twee of meer bezoekers die uit hoofde van het doel van het bezoek als een eenheid kunnen worden aangemerkt.

  • c. identiteitsbewijs: een bewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Artikel 2

Een bezoeker dient zich desgevraagd bij binnenkomst in een penitentiaire inrichting te identificeren door middel van een geldig identiteitsbewijs.

Artikel 3

  • 1 Een minderjarige jonger dan twaalf jaar en een minderjarige ouder dan twaalf maar jonger dan veertien jaar die niet in het bezit is van een geldig identiteitsbewijs, is het niet toegestaan de inrichting zonder meerderjarige begeleider te bezoeken.

  • 2 Een minderjarige jonger dan zestien jaar is het niet toegestaan de extra beveiligde inrichting zonder meerderjarige begeleider te bezoeken.

  • 3 Een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger die uit hoofde van zijn diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging, gedetineerde vreemdelingen bezoekt, dient zich te identificeren door middel van een door de Minister van Buitenlandse Zaken afgegeven legitimatiebewijs voor personeelsleden van in Nederland werkzame diplomatieke missies of consulaire posten.

Artikel 4

  • 1 De individuele leden van een groep dienen zich afzonderlijk te identificeren overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.

  • 2 De individuele leden van een groep worden als groep in het daartoe bestemde register in- en uitgeschreven. De namen van de individuele leden van een groep worden afzonderlijk genoteerd en dienen hiertoe vooraf aan de inrichting bekend te worden gemaakt.

  • 3 Een groep betreedt en verlaat de inrichting in dezelfde samenstelling. De portier telt het aantal personen bij binnenkomst en vertrek.

Artikel 5

  • 1 Een bezoeker die uit hoofde van zijn ambt of beroep de inrichting bezoekt dient naast een identiteitsbewijs zijn beroepspas als bedoeld in de bijlage bij deze regeling te overleggen.

  • 2 Nadat aan de hand van het identiteitsbewijs de identiteit van de bezoeker is vastgesteld, wordt op grond van de beroepspas vastgesteld in welke hoedanigheid de bezoeker de inrichting betreedt.

  • 3 Een bezoeker die uit hoofde van zijn ambt of beroep de inrichting bezoekt en niet tot één van de in de bijlage bij deze regeling genoemde organisaties behoort, dient aan te tonen dat hij in een bepaalde hoedanigheid de inrichting wenst te betreden. Daartoe dient de bezoeker een bewijs van de desbetreffende organisatie dan wel werkgever te overleggen.

Artikel 5a

  • 1 Bij de aanvraag van een beroepspas voor een medewerker van niet-justitiegebonden organisaties als bedoeld in de bijlage bij deze regeling wordt aan de directeur verstrekt:

    • a. door vrijwilligers en medewerkers van een vrijwilligersorganisatie waaraan subsidie in het kader van ondersteuning van gedetineerden door de Minister voor Rechtsbescherming is verleend:

      • een afschrift van het subsidiebesluit voor het desbetreffende jaar;

      • het identiteitsbewijs van de vrijwilliger of medewerker;

      • een bewijs dat de vrijwilliger of medewerker meer dan drie maanden werkzaam is voor de organisatie, en

      • een verklaring omtrent gedrag of een beschrijving getoond gedrag van de desbetreffende vrijwilliger of medewerker.

    • b. door medewerkers van een gemeente in het kader van de re-integratie van een gedetineerde: een afschrift van het identiteitsbewijs.

    • c. door medewerkers van een zorginstelling in het kader van een behandeling van een gedetineerde: een afschrift van het identiteitsbewijs.

  • 2 De directeur van de divisie Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring kan een beroepspas toekennen aan medewerkers van overige organisaties die door hem zijn goedgekeurd. Aan het toekennen van de beroepspas kan de directeur voorwaarden stellen.

  • 3 In de huisregels van de extra beveiligde inrichting en in de huisregels van de terroristenafdeling kunnen nadere voorwaarden worden gesteld voor bezoek met de beroepspas.

Artikel 6

De beslissing tot het weigeren van bezoek voor de maximumtermijn van twaalf maanden als bedoeld in artikel 38, derde lid, van de wet alsmede de beslissing tot het weigeren van een bepaald telefoongesprek of bepaalde telefoongesprekken voor de maximumtermijn van twaalf maanden als bedoeld in artikel 39, derde lid, van de wet is slechts aan de orde indien het gaat om:

  • a. een gedetineerde die wordt verdacht van een terroristisch misdrijf;

  • b. een gedetineerde die al dan niet onherroepelijk is veroordeeld voor het begaan van een terroristisch misdrijf;

  • c. een gedetineerde waarbij de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven een weigering voor een zo lang mogelijke termijn vergt.

Artikel 7

De circulaire Toegangscontrole bezoekers aan de penitentiaire inrichtingen van 20 mei 1999, kenmerk 752556/99/DJI wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner

Bijlage

Beroepspassen bezoekers die uit hoofde van ambt of beroep een gedetineerde dan wel de organisatie bezoeken:

  • Ambtenaren van het Ministerie van Justitie en Veiligheid: de rijkspas;

  • Reclasseringswerkers: bewijs verstrekt door de Stichting Reclassering Nederland;

  • Leden van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming: een door de Dienst Justitiële Inrichtingen uitgegeven bewijs;

  • Leden van de Commissies van Toezicht: er bestaat geen specifieke pas voor leden van de Commissie van Toezicht. Zo gewenst kan door de desbetreffende inrichting een beroepspasje verstrekt worden;

  • Raadslieden: een Europees advocatenpaspoort uitgegeven door de Commission Consultative des Barreaux de la Commission Europeène;

  • Medewerker van niet-justitiegebonden organisaties: de instemmingsbrief van de directeur tot verstrekking van een beroepspas en daarmee tot toegang tot een gedetineerde. Personen die kunnen worden aangemerkt als medewerker van niet-justitiegebonden organisaties zijn:

    • Vrijwilligers en medewerkers van een vrijwilligersorganisatie waaraan subsidie door de Minister voor Rechtsbescherming is verleend, in het kader van ondersteuning van gedetineerden;

    • Medewerkers van een gemeente in het kader van de re-integratie van een gedetineerde;

    • Medewerkers van een zorginstelling in het kader van een behandeling van een gedetineerde;

    • Medewerkers van overige organisaties die zijn goedgekeurd door de directeur divisie Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring.

  • Tolken/vertalers: een bewijs van inschrijving bij een erkend tolkenbureau conform de circulaire Tolkenpas Kwaliteitsregister Tolken en Vertalers van 19 juli 2005, kenmerk 5350112/05/DJI.

Naar boven