a.
wet: de Zorgverzekeringswet;
b.
verblijf: verblijf gedurende het etmaal;
c.
eigen bijdrage: een eigen bijdrage als bedoeld in artikel 11, derde lid van de wet;
d. geregistreerd geneesmiddel: een geneesmiddel waarvoor een handelsvergunning is verleend krachtens de Geneesmiddelenwet dan wel krachtens de verordening, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder fff, van die wet;
e.
beschikbare middelen: het bedrag dat in totaal voor het daaropvolgende kalenderjaar aan de zorgverzekeraars kan worden toegekend, bedoeld in artikel 32, vierde lid, onderdeel a, van de wet;
f.
premie: de premie, bedoeld in artikel 16 van de wet;
g.
nominale rekenpremie: het fictieve bedrag voor verzekerde prestaties dat in de Rijksbegroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de berekening van de beschikbare middelen wordt gehanteerd als het fictieve bedrag dat op jaarbasis per verzekerde door een zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht;
h. het gemiddeld te betalen bedrag aan verplicht eigen risico: het geraamde bedrag dat verzekerden gemiddeld op grond van artikel 18a, eerste lid, van de wet in een kalenderjaar aan de zorgverzekeraar betalen;
i.
macro-prestatiebedrag: de beschikbare middelen, met uitzondering van de middelen, bedoeld in de artikelen 3.15 en 3.16, vermeerderd met de voor zorgverzekeraars geraamde opbrengsten van de nominale rekenpremie en vermeerderd met het gemiddeld te betalen bedrag aan verplicht eigen risico van alle verzekerden tezamen;
j.
bijdrage: de bijdrage, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet;
k.
leeftijd en geslacht: verdeelcriteria waarbij verzekerden worden ingedeeld op basis van hun leeftijd en geslacht;
l.
aard van het inkomen: een verdeelcriterium waarbij verzekerden worden ingedeeld op basis van de aard van hun inkomen;
m.
regio: een verdeelcriterium waarbij verzekerden worden ingedeeld in categorieën op basis van de postcode van het adres waar de verzekerde woonachtig is;
n.
FKG’s: Farmaceutische kostengroepen, een verdeelcriterium waarbij verzekerden worden ingedeeld in categorieën chronische aandoeningen op basis van geneesmiddelengebruik in het verleden;
o.
DKG’s: Diagnose kostengroepen, een verdeelcriterium waarbij verzekerden worden ingedeeld in clusters van aandoeningengroepen die geïdentificeerd zijn op grond van uitgevoerde Diagnose Behandeling Combinaties;
p.
normatief bedrag: het aan een zorgverzekeraar toegerekende aandeel in het macro-prestatiebedrag.
q.
hogekostencompensatie: het poolen dan wel verrekenen met het Zorgverzekeringsfonds van een bij ministeriële regeling te bepalen percentage van de kosten van verzekerden met betrekking tot in dit besluit genoemde deelbedragen, voor zover zij uitgaan boven een bij ministeriële regeling te omschrijven drempel;
r.
nacalculatie: bijstelling van het deelbedrag op basis van het verschil tussen kosten en het deelbedrag per zorgverzekeraar, per onderscheiden categorie van prestaties;
s.
deelbedrag: het normatief bedrag per onderscheiden categorie van prestaties
t.
generieke verevening: bijstelling van het deelbedrag op basis van het verschil per zorgverzekeraar tussen de kosten en het deelbedrag in relatie met de verschillen tussen de kosten en het deelbedrag bij andere zorgverzekeraars, per onderscheiden categorie van prestaties;
u. in-vitrofertilisatiepoging: zorg volgens de in-vitrofertilisatiemethode, inhoudende:
1°. het door hormonale behandeling bevorderen van de rijping van eicellen in het lichaam van de vrouw,
2°. het afnemen van eicellen,
3°. de bevruchting van eicellen en het kweken van embryo’s in het laboratorium, en
4°. het een of meer keren implanteren van een of twee embryo’s in de baarmoederholte teneinde zwangerschap te doen ontstaan.