Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 18 juli 2003, nr. MJZ2003067536, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op richtlijn nr. 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 1994 betreffende
verpakking en verpakkingsafval (PbEG L 365), zoals laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 2004/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 februari 2004 (PbEU
L 47) en de artikelen 10.15 tot en met 10.18, 10.64, tweede lid, en 15.32 van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 10 december 2003, nr. W08.03.0325/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 21 maart 2005, nr. MJZ2005030407, Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: