Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 16 april 2004, nr. MJZ2004039319, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 10.41 tot en met 10.43 en 10.44, derde lid, van de Wet milieubeheer, artikel 21.8 van de Wet milieubeheer voorzover het betreft de artikelen 8, 9 en 10, derde lid, en artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen voorzover het betreft artikel 7;
De Raad van State gehoord (advies van 28 juni 2004, nr W08.04.0159/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 1 oktober 2004, nr. MJZ 2004093834, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: