Als in de periode 1 augustus tot en met 31 maart van het schooljaar 2004-2005 het
aantal leerlingen (fors) is gestegen, kan de school mogelijk aanspraak maken op groeiformatie.
Indien in de periode 1 april tot en met 31 mei van het schooljaar het aantal leerlingen
(extreem) is toegenomen kan mogelijk aanspraak worden gemaakt op bijzondere groeiformatie.
Nieuw gestichte basisscholen kunnen de eerste telling voor groeiformatie indienen
nadat zij voor het eerst een 1-oktobertelling hebben ingediend. Hieronder wordt ingegaan
op de exacte toename in het aantal leerlingen dat vereist is om in aanmerking te komen
voor (bijzondere) groeiformatie.
Groeiformatie in de periode na de eerste schooldag tot en met 31 maart
Een school heeft recht op groeiformatie als het aantal leerlingen tenminste 13 leerlingen
hoger is dan het aantal leerlingen op de reguliere teldatum van het voorgaande schooljaar
(1 oktober 2003), verhoogd met drie procent. Het getal dat hier uitkomt, wordt naar
beneden afgerond op een geheel getal. Dit betekent dat een school die op 1 oktober
2003 200 leerlingen telde, in aanmerking komt voor groeiformatie op het moment dat
de school (200 x 1,03 +13 =) 219 leerlingen telt. Bij een tweede en volgende toekenning
van groeiformatie wordt het nieuwe aantal leerlingen vergeleken met het aantal leerlingen
op het vorige groeimoment. Zodra het aantal leerlingen opnieuw met 13 is toegenomen,
kan opnieuw groeiformatie aangevraagd worden. Bij de school in dit rekenvoorbeeld
is dat bij (219 + 13 =) 232 leerlingen. Wellicht ten overvloede: groeiformatie wordt
slechts toegekend voor het lopende schooljaar en eindigt dus op 31 juli.
Groeiformatie eerste schooldag
Als op het telformulier wordt aangegeven dat het ”groei eerste schooldag” betreft,
ontstaat de aanspraak op groeiformatie vanaf 1 augustus (zie ook onder paragraaf 4.5).
Bijzondere groeiformatie van 1 april tot en met 31 mei
Voor extreme groei ná 31 maart van het schooljaar kan de school (uiterlijk tot en
met 31 mei) aanspraak maken op bijzondere groeiformatie. Deze aanspraak ontstaat indien
het aantal leerlingen van 1 april tot en met 31 mei is toegenomen met minimaal 26
leerlingen ten opzichte van het aantal leerlingen op 31 maart. Een dergelijke situatie
doet zich soms voor bij oplevering van een nieuwbouwwijk. Bijzondere groeiformatie
kan per schooljaar slechts eenmaal worden toegekend.
Omvang groeiformatie per leerling
De groeiformatie respectievelijk de bijzondere groeiformatie bedraagt 8,72 fre per
extra leerling, bestaande uit 8,28 fre extra groepsformatie en een verhoging van 0,44
fre voor het formatieve deel van de toeslag voor de schoolleiding. Voor een school
die in aanmerking komt voor de ”kleine scholen toeslag”, wordt deze toeslag verminderd
met 2,5 fre per extra leerling.
De extra groeiformatie, de verhoging van het formatieve deel van de toeslag voor de
schoolleiding en de vermindering van de ”kleine scholen toeslag” worden ieder afzonderlijk
afgerond tot een heel getal.
Voor die scholen, waarvan de formatie is aangevuld met een ”zeer kleine scholen toeslag”
tot een totale formatie van 530 fre’s, wordt de ”zeer kleine scholen toeslag” evenredig
verminderd met de berekende groeiformatie.