Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op de artikelen 34a, eerste lid, 71a, negende lid, en 71b, derde lid, van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Regeling procesgang eerste ziektejaar;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a. de wet: de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering;
-
b. WV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in artikel 2 en hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
-
c. reïntegratieverplichtingen: de verplichtingen van de werkgever, genoemd in artikel 71a van de wet en de in dat artikel bedoelde regelingen;
-
d. reïntegratie-inspanningen: maatregelen, voorschriften en aanpassingen als bedoeld
in artikel 658a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 8, eerste en tweede lid, en 9, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
-
e. functionele mogelijkheden: krachten en bekwaamheden als bedoeld in artikel 18, vijfde lid van de wet;
-
f. deugdelijke grond: een door de werkgever voor enig handelen of nalaten aangevoerd
motief dat zodanig zwaarwegend en gerechtvaardigd is dat het nadelig gevolg van dit
handelen of nalaten niet in redelijkheid aan de werkgever kan worden toegerekend;
-
g. deskundigenoordeel: een oordeel als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onder e, f en g van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen;
-
h. looninhouding: het niet betalen van het loon, bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wegens een omstandigheid genoemd in het derde lid van dat artikel;
-
i. loondoorbetalingsperiode: het tijdvak waarin de werknemer ingevolge artikel 71a, negende lid, van de wet jegens de werkgever recht op loon heeft op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel aanspraak op bezoldiging op grond van artikel XV, tweede lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim.
Artikel 2. Eigen risico dragen Ziektewet
Deze beleidsregels zijn van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet, met dien verstande dat mede wordt verstaan onder:
-
a. werkgever: de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet;
-
b. werknemer: de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet;
-
c. looninhouding: de voorbereiding van een besluit tot nadere vaststelling van het ziekengeld
als bedoeld in artikel 30, tweede lid, van de Ziektewet, of tot gehele of gedeeltelijke weigering van het ziekengeld op grond van artikel 45, eerste lid, van de Ziektewet;
-
d. loondoorbetalingsperiode: het tijdvak waarin de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet, ingevolge artikel 71b, derde lid, van de wet recht op ziekengeld heeft op grond van artikel 29 van de Ziektewet.
Artikel 3. Beoordeling van de reïntegratie-inspanningen
-
1 Indien de werknemer de bedongen arbeid geheel of gedeeltelijk heeft hervat, of passende
arbeid is gaan verrichten in het bedrijf van de werkgever of in het bedrijf van een
andere werkgever, beoordeelt het UWV of de aard en de omvang van de verrichte werkzaamheden
zo dicht als redelijkerwijs mogelijk bij de bedongen arbeid en bij de functionele
mogelijkheden van de werknemer aansluiten, of naar verwachting binnen een redelijke
termijn zullen aansluiten.
-
2 Indien de werknemer geen arbeid verricht, of indien de aard en de omvang van de verrichte
werkzaamheden onvoldoende aansluiten bij de functionele mogelijkheden van de werknemer
en bij de bedongen arbeid, beoordeelt het UWV aan de hand van de Regeling procesgang eerste ziektejaar en de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter of de werkgever vanaf het ontstaan van de ongeschiktheid tot werken van de werknemer
steeds zo tijdig mogelijk die maatregelen heeft getroffen en voorschriften heeft gegeven
die redelijkerwijs nodig waren om de werknemer in staat te stellen de bedongen of
andere passende arbeid te gaan verrichten.
Artikel 4. Beoordeling van de aard en ernst van het verzuim
-
1 Het verzuim van de werkgever wordt, in volgorde van toenemende ernst, aangemerkt als
beperkte, ernstige, grove of uiterste nalatigheid.
-
2 Het verzuim wordt onder meer aangemerkt als beperkte nalatigheid indien de werkgever
voldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, maar bij niet of onvoldoende meewerken
door de werknemer geen deskundigenoordeel heeft gevraagd, looninhouding heeft toegepast
of een vergelijkbare adequate maatregel heeft getroffen.
Artikel 5. Vaststelling van een loondoorbetalingsperiode
-
1 Indien bij de behandeling van een aanvraag, bedoeld in artikel 34, derde lid, van de wet, blijkt dat de werkgever zonder deugdelijke grond de op hem rustende reïntegratieverplichtingen
niet of niet volledig is nagekomen of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft
verricht, stelt het UWV een loondoorbetalingsperiode vast.
-
4 Indien het verzuim van de werkgever wordt aangemerkt als ernstige, grove of uiterste
nalatigheid, wordt de loondoorbetalingsperiode vastgesteld op ten hoogste zes, respectievelijk
negen of twaalf maanden.
Artikel 6. Herhaalde vaststelling van een loondoorbetalingsperiode
-
1 Telkens indien bij de behandeling van een nieuwe aanvraag, als bedoeld in artikel 34a, derde en vierde lid, van de wet blijkt dat de werkgever gedurende de laatst vastgestelde loondoorbetalingsperiode
zonder deugdelijke grond de op hem rustende reïntegratieverplichtingen niet of niet
volledig is nagekomen of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, stelt
het UWV een nieuwe loondoorbetalingsperiode vast.
-
3 De totale duur van de opeenvolgende loondoorbetalingsperioden bedraagt niet meer dan
het maximum dat is vastgesteld op grond van artikel 4, derde of vierde lid, tenzij er sprake is van nieuwe feiten.
Artikel 7. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de publicatie van de
Staatscourant waarin het is geplaatst.