Verlening mandaat m.b.t. aanwijzing geharmoniseerde normen

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-09-2003 t/m heden

Regeling houdende verlening van mandaat aan de stichting Nederlands Normalisatie-Instituut en de stichting Nederlands Elektrotechnisch Comité met betrekking tot de aanwijzing van geharmoniseerde normen en de bekendmaking van de referenties daarvan in de Staatscourant

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte,

Gelet op artikel 4 van de overeenkomst van 24 maart 1995 (Stcrt. 126) inzake een informatieprocedure met betrekking tot normalisatie, tussen de Staat der Nederlanden enerzijds en de stichting Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI) te Delft en de stichting Nederlands Elektrotechnisch Comité (NEC) te Delft anderzijds, ter uitvoering van richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 tot tweede substantiële wijziging van Richtlijn 83/189/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. NEN:

de besturen van de stichting Nederlands Normalisatie-Instituut en de stichting Nederlands Elektrotechnisch Comité, beide gevestigd te Delft;

b. CENELEC:

Europees Comité voor Electrotechnische Normalisatie;

c. laagspanningsrichtlijn:

richtlijn nr. 73/23/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake elektrisch materieel bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEG L 77).

Artikel 2

Het NEN is bevoegd om voor wat betreft bijlage I namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor wat betreft bijlage II namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter uitvoering van EG-richtlijnen en de implementatieregelingen daarvan geharmoniseerde normen aan te wijzen en de referenties daarvan in de Staatscourant bekend te maken.

Artikel 3

  • 1 Aanwijzing van de geharmoniseerde normen en bekendmaking van de referenties daarvan vinden zo spoedig mogelijk plaats nadat de referenties van deze normen bekend zijn gemaakt in het publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, dan wel met betrekking tot de laagspanningsrichtlijn zo spoedig mogelijk nadat deze zijn vastgesteld door het CENELEC, doch uiterlijk binnen een termijn van twaalf maanden na publicatie in het publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, respectievelijk vaststelling door het CENELEC.

  • 2 Onverminderd het eerste lid vindt aanwijzing van de geharmoniseerde normen en bekendmaking van de referenties daarvan eerst plaats vier weken nadat het voornemen daartoe aan de betrokken minister bekend is gemaakt.

  • 3 De betrokken minister kan aanvullingen geven op de voorgelegde normen, welke door het NEN tezamen met de betreffende referenties worden gepubliceerd op grond van deze regeling, indien die normen niet of slechts gedeeltelijk voldoen aan de fundamentele voorschriften van de betreffende EG-richtlijn genoemd in de bijlagen, ter uitvoering waarvan zij worden aangewezen.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt voor wat betreft bijlage I terug tot en met 28 november 1998 en voor wat betreft bijlage II tot en met 2 augustus 1999.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 oktober 2002

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.J. Bomhoff

3 oktober 2002
De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Bijlage I

Richtlijn

Implementatieregeling

   

1. Speelgoed

 

Richtlijn nr. 88/378/EEG van de Raad van de

Europese Gemeenschappen van 3 mei 1988

betreffende de onderlinge aanpassing van

de wetgevingen van de Lid-Staten inzake

de veiligheid van speelgoed (PbEG L 187,

PbEG 1988 L 281, PbEG 1988 L 347 en

PbEG 1991 L 37)

Warenwetbesluit Speelgoed

   

2. Actieve implanteerbare medische hulpmiddelen

Besluit actieve implantaten

Richtlijn nr. 90/385/EEG van de Raad van de

Europese Gemeenschappen van 20 juni 1990

betreffende de onderlinge aanpassing van de

wetgevingen van de Lid-Staten inzake actieve

implanteerbare medische hulpmiddelen

(PbEG L 189, PbEG 1994 L 7 en PbEG 1997

L 323)

 
   

3. Medische hulpmiddelen

 

Richtlijn nr. 93/42/EEG van de Raad van de

Europese Gemeenschappen van 14 juni 1993

betreffende medische hulpmiddelen (PbEG L 169,

PbEG 1997 L 323, PbEG 1999 L 61 en

PbEG 1999 L125)

Besluit medische hulpmiddelen

   

4. Medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek

 

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement

en de Raad van de Europese Gemeenschappen

van 27 oktober 1998 betreffende de onderlinge

aanpassing van de wetgevingen inzake

medische hulpmiddelen voor in-vitro

diagnostiek (PbEG L 331

Besluit in-vitro diagnostica

   

5. Gastoestellen

 

Richtlijn nr. 90/396/EEG van de Raad van de

Europese Gemeenschappen van 29 juni 1990

betreffende de onderlinge aanpassing van de

wetgevingen van de Lid-Staten inzake

gastoestellen (PbEG L 196)

Besluit gastoestellen

   

6. Laagspanningsrichtlijn

 

Richtlijn nr. 73/23/EEG van de Raad van de

Europese Gemeenschappen van 19 februari

1973 betreffende de onderlinge aanpassing van

de wettelijke voorschriften der Lid-Staten inzake

elektrisch materiaal bestemd voor gebruik

binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEG L 77

en PbEG 1973 L 181)

Warenwetbesluit elektro-

technische produkten

   

7. Persoonlijke beschermingsmiddelen

 

Richtlijn nr. 89/686/EEG van de Raad van de

Europese Gemeenschappen van 21 december

1989 inzake de onderlinge aanpassing van de

wetgevingen der Lid-Staten betreffende

persoonlijke beschermingsmiddelen (PbEG

L 399), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij

richtlijn nr. 96/58/EG van het Europees

Parlement en de Raad van de Europese Unie

van 3 september 1996 (PbEG L 236)

Warenwetbesluit persoonlijke

beschermingsmiddelen

   

8. Machines

 

Richtlijn nr. 98/37/EG van het Europees

Parlement en de Raad van de Europese Unie van

22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing

van de wetgevingen van de lidstaten betreffende

machines (PbEG L 207), zoals deze is gewijzigd bij

richtlijn nr. 98/79/EG van het Europees Parlement

en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober

1998 (PbEG L 331)

Warenwetbesluit machines

Bijlage II

Richtlijn

Implementatieregeling

   

1. Drukvaten van eenvoudige vorm

 

Richtlijn nr. 87/404/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake drukvaten van eenvoudige vorm (PbEG L 220), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 (PbEG L 220)

Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm

   

2. Explosieveilig materieel

Warenwetbesluit explosieveilig materieel

Richtlijn nr. 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PbEG L 100)

 
   

3. Liften

 

Richtlijn nr. 95/16/EG van het Europees Parlement

en de Raad van de Europese Unie van 29 juni

1995 inzake de onderlinge aanpassing van de

wetgevingen der Lid-Staten betreffende liften

(PbEG L 213)

Warenwetbesluit liften

4. Drukapparatuur

 

Richtlijn nr. 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wet- gevingen der lidstaten betreffende druk- apparatuur (PbEG L 181)

Warenwetbesluit drukapparatuur

   

5. Persoonlijke beschermingsmiddelen

 

Richtlijn nr. 89/686/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (PbEG L 399), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 96/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 september 1996 (PbEG L 236)

Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen

   

6. Machines

 

Richtlijn nr. 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (PbEG L 207), zoals deze is gewijzigd bij richtlijn nr. 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 1998 (PbEG L 331)

Warenwetbesluit machines

Naar boven