Regeling typegoedkeuring land- en bosbouwtrekkers

[Regeling vervallen per 10-03-2005.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 10-08-2002 t/m 09-03-2005

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot aanwijzing van de Dienst Wegverkeer als keuringsinstituut voor de typegoedkeuring van land- en bosbouwtrekkers (Regeling typegoedkeuring land- en bosbouwtrekkers)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn nr. 74/150/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 84), artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 15 van het Informatiestatuut Dienst Wegverkeer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. richtlijn 74/150/EEG:

richtlijn nr. 74/150/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 84);

b. bijzondere richtlijnen:

de EG-richtlijnen genoemd in de bijlage;

c. land- of bosbouwtrekker:

ieder motorvoertuig, gemonteerd op luchtbanden, met ten minste twee assen, een door de constructie bepaalde maximumsnelheid die ligt tussen 6 en 40 km/u, een vaste of instelbare kleinste spoorbreedte van een van de aangedreven assen van 1150 mm of meer, dat voornamelijk is bestemd voor tractiedoeleinden en in het bijzonder ontworpen voor het trekken, duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde werktuigen, machines of aanhangwagens die voor gebruik in de land- of bosbouw zijn bestemd;

d. EG-typegoedkeuring:

de handeling waardoor de Dienst Wegverkeer constateert dat een type land- of bosbouwtrekker of een type technische eenheid van een land- of bosbouwtrekker, in overeenstemming met de procedure voorgeschreven in richtlijn 74/150/EEG, voldoet aan de technische voorschriften van de bijzondere richtlijnen;

e. fabrikant:

persoon of organisatie die verantwoordelijk is voor alle aspecten van de typegoedkeuringsprocedure en die instaat voor de overeenstemming van de productie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

  • 1 De Dienst Wegverkeer heeft tot taak het verlenen van EG-typegoedkeuringen voor land- en bosbouwtrekkers en voor inrichtingen of onderdelen van land- en bosbouwtrekkers die technische eenheden vormen, indien een fabrikant een verzoek daartoe indient.

  • 2 Een EG-typegoedkeuring wordt door de Dienst Wegverkeer verleend indien de land- of bosbouwtrekker of de technische eenheid van de land- of bosbouwtrekker bij een door deze dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de voorschriften van de bijzondere richtlijnen en de aanvrager van de keuring de door deze dienst hiervoor in rekening gebrachte kosten heeft voldaan. De EG-typegoedkeuring voor een technische eenheid wordt slechts verleend als in de bijzondere richtlijn uitdrukkelijk is voorzien in de mogelijkheid van het verlenen daarvan.

  • 3 De keuring, bedoeld in het tweede lid, dient te geschieden in overeenstemming met richtlijn 74/150/EEG.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

Een wijziging van richtlijn 74/150/EEG of van één of meer van de bijzondere richtlijnen, gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

  • 1 Voor ieder door de Dienst Wegverkeer gekeurd type land- of bosbouwtrekker, dan wel type technische eenheid van een land- of bosbouwtrekker, vult deze dienst in overeenstemming met de procedure voorgeschreven in richtlijn 74/150/EEG een EG-goedkeuringsformulier in.

  • 2 De Dienst Wegverkeer zendt binnen een maand, nadat het de goedkeuring heeft verleend dan wel deze heeft geweigerd, aan de bevoegde instanties van de overige lidstaten een afschrift van het inlichtingenformulier, alsmede van het EG-goedkeuringsformulier.

  • 3 De Dienst Wegverkeer verzorgt de registratie van de gegevens met betrekking tot door de dienst verrichte keuringen van land- of bosbouwtrekkers en technische eenheden van land- of bosbouwtrekkers, alsmede van de door de andere lidstaten verstrekte gegevens inzake typen land- of bosbouwtrekkers en technische eenheden van land- of bosbouwtrekkers, die in overeenstemming met richtlijn 74/150/EEG zijn gekeurd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 augustus 2002.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling typegoedkeuring land- en bosbouwtrekkers.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

R.H. de Boer

Bijlage

[Regeling vervallen per 10-03-2005]

  • -

    Richtlijn 74/151/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 maart 1974 betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 84);

  • -

    Richtlijn 74/152/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 maart 1974 betreffende de door de constructie bepaalde maximumsnelheid en de laatplatforms van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG 84);

  • -

    Richtlijn 74/346/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1974 betreffende de achteruitkijkspiegels van landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen (PbEG 191);

  • -

    Richtlijn 74/347/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1974 betreffende het zichtveld en de ruitewissers van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Pb EG 191);

  • -

    Richtlijn 75/321/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 mei 1975 betreffende de stuurinrichting van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG 147);

  • -

    Richtlijn 75/322/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 mei 1975 betreffende de onderdrukking van radiostoringen veroorzaakt door motoren met electrische ontstekingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG 147);

  • -

    Richtlijn 76/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 april 1976 betreffende de reminrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 122);

  • -

    Richtlijn 76/763/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de zitplaatsen voor meerijders op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 262);

  • -

    Richtlijn 77/311/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 maart 1977 betreffende het geluidsniveau op oorhoogte van bestuurders van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 105);

  • -

    Richtlijn 77/536/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1977 betreffende de kantelbeveiligingsinrichtingen op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 220);

  • -

    Richtlijn 77/537/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1977 betreffende de maatregelen die genomen moeten worden tegen de verontreiniging door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 220);

  • -

    Richtlijn 78/764/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1978 betreffende de bestuurderszitplaats op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 255);

  • -

    Richtlijn 78/933/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 oktober 1978 betreffende de installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 325);

  • -

    Richtlijn 79/532/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 mei 1979 betreffende de onderdeelgoedkeuring van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 145);

  • -

    Richtlijn 79/533/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 mei 1979 betreffende de sleepinrichtingen en de achteruitrij-inrichtingen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 145);

  • -

    Richtlijn 79/622/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1979 betreffende de kantelbeveiligingsinrichtingen op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 179);

  • -

    Richtlijn 80/720/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1980 betreffende de bedieningsruimte, de toegankelijkheid van de cabine alsmede deuren en ramen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 194);

  • -

    Richtlijn 86/297/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 mei 1986 betreffende aftakassen en de beveiliging daarvan bij landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 186);

  • -

    Richtlijn 86/298/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 mei 1986 betreffende kantelbeveiligingsinrichtingen aan de achterzijde op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 186);

  • -

    Richtlijn 86/415/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1986 betreffende de installatie, plaats, werking en identificatie van de bedieningsorganen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 240);

  • -

    Richtlijn 87/402/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1987 betreffende vóór de bestuurderszitplaats bevestigende kantelbeveiligingsinrichtingen voor landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 220);

  • -

    Richtlijn 89/173/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken (PbEG 67);

  • -

    Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers en houdende wijziging van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (PbEG 173).

Naar boven