Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 13 november 2001, nummer 5133198/01/6,
gedaan mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 19 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding;
De Raad van State gehoord (advies van 28 januari 2002, nr. WO3.01.0608/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 25 februari 2002, nr.
5151613/02/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport;
Hebben goedgevonden en verstaan: