Hoofdstuk 7. Geheimhouding
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Artikel 85
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
-
1 Onverminderd de artikelen 98 tot en met 98c van het Wetboek van Strafrecht dan wel de artikelen 104 tot en met 104c van het Wetboek van Strafrecht BES, is een
ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze wet en daarbij de beschikking krijgt
over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet
vermoeden, verplicht tot geheimhouding daarvan behoudens voor zover enig wettelijk
voorschrift hem tot bekendmaking verplicht. Deze verplichting duurt voort, nadat het
betrokken zijn bij de uitvoering van deze wet is geëindigd.
Artikel 86
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
-
1 De verplichting tot geheimhouding van een ambtenaar die betrokken is bij de uitvoering
van deze wet, geldt niet tegenover hem aan wie de ambtenaar middellijk of onmiddellijk
ondergeschikt is, noch in zover hij door een boven hem gestelde van die verplichting
is ontslagen.
-
2 De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die krachtens een wettelijke bepaling verplicht
wordt als getuige of deskundige op te treden, legt slechts een verklaring af omtrent
datgene waartoe zijn verplichting tot geheimhouding zich uitstrekt, voor zover Onze
betrokken Minister en Onze Minister van Justitie gezamenlijk hem daartoe schriftelijk
van de verplichting hebben ontheven. Daarbij wordt voor ambtenaren die in hun functie
kennis hebben gekregen van gegevens die krachtens artikel 36, eerste lid, onder a en b, door een dienst zijn verstrekt als: «Onze betrokken Minister» aangemerkt: Onze Minister
onder wie de dienst ressorteert die de gegevens heeft verstrekt.
Artikel 87
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
-
1 In bestuursrechtelijke procedures inzake de toepassing van deze wet of de Wet veiligheidsonderzoeken
waarbij Onze betrokken Minister of de commissie van toezicht door de rechtbank onderscheidenlijk
het Gerecht of het Hof ingevolge artikel 8:27, 8:28 of 8:45 van de Algemene wet bestuursrecht onderscheidenlijk artikel 23, 28 en 29 van de Wet administratieve rechtspraak BES
wordt verplicht tot het verstrekken van inlichtingen dan wel het overleggen van stukken,
blijft artikel 8:29, derde tot en met vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht onderscheidenlijk artikel 24, derde tot en met vijfde lid, van de Wet administratieve
rechtspraak BES buiten toepassing. Indien Onze betrokken Minister of de commissie
van toezicht de rechtbank onderscheidenlijk het Gerecht of het Hof meedeelt dat uitsluitend
zij kennis zal mogen nemen van de inlichtingen onderscheidenlijk de stukken, kan de
rechtbank slechts met toestemming van de andere partijen mede op grondslag van die
inlichtingen of stukken uitspraak doen. Indien Onze betrokken Minister of de commissie
van toezicht het verstrekken van inlichtingen of het overleggen van stukken weigert
kan de rechtbank onderscheidenlijk het Gerecht of het Hof daaruit de gevolgtrekkingen
maken die hen geraden voorkomen.
-
2 Indien door Onze betrokken Minister of de commissie van toezicht aan de rechtbank
onderscheidenlijk het Gerecht of het Hof stukken dienen te worden overgelegd, kan
worden volstaan met het ter inzage geven van de desbetreffende stukken. Van de desbetreffende
stukken mag op generlei wijze een afschrift worden vervaardigd.
Hoofdstuk 8. Straf- , overgangs- en slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Artikel 89
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Artikel 90
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Op gegevens verwerkt door of ten behoeve van inlichtingen- en veiligheidsdiensten
die zijn opgeheven, zijn de artikelen 15, 16, 36, 41, 42, 43, 44, alsmede de hoofdstukken 4, 6 en 7 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de desbetreffende bevoegdheden
en verplichtingen toekomen aan Onze Minister bij wie de desbetreffende gegevens berusten.
Artikel 91
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
De Algemene wet bestuursrecht dan wel het van toepassing zijnde bestuursrecht in de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba, waaronder in ieder geval het recht dat voorziet in de verplichting
tot bekendmaking van besluiten alsmede in de mogelijkheid van bezwaar en beroep daartegen,
is niet van toepassing op de voorbereiding, totstandkoming en tenuitvoerlegging van
besluiten op grond van artikel 6, tweede lid, onder d en e, artikel 7, tweede lid, onder e en f, op grond van de hoofdstukken 3 en 5 in het kader van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder
a, c, d en e, en artikel 7, tweede lid, onder a, c, d, e en f, alsmede artikel 86, tweede lid, eerste volzin.
Artikel 92
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
Artikel 93
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]
Artikel 94
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Ambtenarenwet.]
Artikel 95
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Wet veiligheidsonderzoeken.]
Artikel 96
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Wet politieregister.]
Artikel 97
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de wet van 5 april 2001 tot wijziging van bepalingen met betrekking
tot de verwerking van persoonsgegevens (Stb. 180).]
Artikel 98
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Artikel 99
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Artikel 34 is niet van toepassing met betrekking tot door de diensten uitgeoefende bijzondere
bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid van dat artikel die hebben plaatsgevonden voor het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel.
Artikel 100
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Telecommunicatiewet.]
:
Artikel 101
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Wet bescherming persoonsgegevens.]
Artikel 102
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
[Red: Wijzigt de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement.]
Artikel 104
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Aanwijzingsregeling bijzondere dienst
Koninklijke marechaussee op artikel 60, tweede lid, van deze wet.
Artikel 105
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
-
2 Voor de bekendmaking van deze wet stelt Onze Minister-President, Minister van Algemene
Zaken, de nummering van de artikelen, paragrafen en hoofdstukken van deze wet opnieuw
vast, brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen, paragrafen
en hoofdstukken daarmee in overeenstemming en vervangt hij de in deze wet voorkomende
aanduiding «19..» door het jaartal van het Staatsblad waarin deze wet zal worden geplaatst.
Artikel 106
[Regeling vervallen per 01-05-2018]
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met
vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.