Paragraaf 1. Definities, wettelijke grondslag en toepassingsbereik
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
belangrijke herstelling: werkzaamheden om een defect of beschadigd luchtvaartuig of onderdeel daarvan te herstellen
die, indien deze niet op de juiste wijze worden uitgevoerd, in een niet te verwaarlozen
mate invloed hebben op de luchtwaardigheid of het voldoen aan de geluidseisen van
het luchtvaartuig of de deugdelijkheid van het onderdeel;
-
erkenninghouder: houder van een erkenning als bedoeld in artikel 17 van het Besluit luchtvaartuigen 2008;
-
complex onderhoud: onderhoud als genoemd in Aanhangsel VII bij Part M van Verordening (EG) nr. 2042/2003;
-
minister: minister van Verkeer en Waterstaat;
-
niet-complex onderhoud: onderhoud anders dan genoemd in Aanhangsel VII bij Part M van Verordening (EG) nr.
2042/2003;
-
onderhoud: revisie, reparatie, inspectie, vervanging, uitvoering van een wijziging, of de herstelling
van een defect van een luchtvaartuig of luchtvaartuigonderdeel of een combinatie van
deze werkzaamheden, met uitzondering van direct aan elke vlucht voorafgaande inspectie
van het luchtvaartuig of daarmee gelijk te stellen inspecties;
-
onderhoudstechnicus: houder van een geldig, ingevolge artikel 3.30 van de Wet luchtvaart afgegeven bewijs van bevoegdheid betreffende onderhoud van luchtvaartuigen;
-
revisie: het weer in goede staat brengen van een luchtvaartuig of luchtvaartuigonderdeel door
middel van inspectie en vervanging in overeenstemming met een goedgekeurde norm ter
verlenging van de operationele levensduur.
Artikel 1b
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Paragraaf 2. Onderhoudsprogramma
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
2 Een onderhoudsprogramma omvat ten minste de volgende aspecten: inspectieperiodes,
inspectiestaten, bedrijfsgegevens, de van toepassing zijnde aanwijzingen van de minister
en aanvullende onderhoudsinformatie.
-
4 Wanneer door de houder van het goedgekeurde ontwerp van het luchtvaartuig geen aanbevelingen
terzake worden gedaan, als gevolg van de inbouw van een andere motor, propeller, onderdeel
of uitrustingsstuk, worden de meest recente aanbevelingen van de houder van het goedgekeurde
ontwerp van respectievelijk de motor, propeller, onderdeel of uitrustingsstuk in het
onderhoudsprogramma opgenomen.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
1 De houder van een luchtvaartuig heeft de mogelijkheid om een alternatief onderhoudsprogramma
op te stellen dat afwijkt van artikel 2, derde en vierde lid, voor vliegtuigen met een maximaal toegelaten startmassa van 5700 kg of minder, helikopters
met een maximaal toegelaten startmassa van 2730 kg of minder, ballonnen en zweefvliegtuigen,
tenzij daarmee vluchten worden uitgevoerd onder een ontheffing van artikel 16 van de Luchtvaartwet voor het vervoer ten behoeve van eigen bedrijf.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
1 Een basis onderhoudsprogramma als bedoeld in artikel 2 mag, behalve wanneer het facetten betreft die zijn bedoeld in artikel 2, zesde en zevende lid, worden gewijzigd door de houder van het luchtvaartuig indien de minister of een
houder van een daartoe strekkende erkenning daarmee heeft ingestemd.
-
3 Wanneer door de houder van het goedgekeurde ontwerp een nieuwe aanbeveling wordt gedaan,
die een onderdeel van het gewijzigde onderhoudsprogramma betreft, is een nieuwe motivering
nodig om de nieuwe aanbeveling te mogen wijzigen.
-
4 Wijzigingen in het onderhoudsprogramma als bedoeld in het eerste lid, kunnen alleen
door een volgende houder van het luchtvaartuig worden overgenomen wanneer deze dat
tegenover de minister of de in het eerste lid bedoelde erkenninghouder, kan motiveren.
Artikel 4a
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Paragraaf 3. Uitvoering onderhoud
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
2 Voor zover de houder van het goedgekeurde ontwerp als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid dit niet uitdrukkelijk verbiedt, mogen onderdelen en uitrustingsstukken worden meegenomen
in het uitstel. De uitvoering van een aanwijzing van de minister die gekoppeld is
aan een periodieke inspectie van het luchtvaartuig, mag meegenomen worden in het uitstel.
-
3 Indien wordt afgeweken van het eerste, respectievelijk tweede lid, is vooraf toestemming
van de minister vereist. Voor de toestemming is in ieder geval een goedkeurende verklaring
van de houder van het goedgekeurde ontwerp vereist.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
1 Met betrekking tot het onderhoud van een luchtvaartuig is de houder verplicht ervoor
te zorgen, dat de minister op zijn verzoek wordt ingelicht omtrent het tijdstip, waarop
met het onderhoud dan wel met bepaalde daartoe behorende werkzaamheden zal worden
aangevangen.
-
2 Het onderhoud van een amateurbouwluchtvaartuig of een MLA mag worden uitgevoerd door
of onder toezicht van de houder van het luchtvaartuig, met uitzondering van het onderhoud
aan de verplichte instrumenten, radio's en transponders.
-
4 Een bevoegd onderhoudstechnicus mag onverminderd het derde lid, beperkt complex onderhoud
uitvoeren zoals omschreven in Part M, wanneer hij voldoet aan de relevante eisen daarvoor
zoals gesteld in Part M.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
2 Alvorens na het verrichten van onderhoud het luchtvaartuig weer in gebruik wordt genomen,
wordt onder verantwoording van de houder van het luchtvaartuig, een verklaring, verder
aangeduid als onderhoudsverklaring, opgesteld waarin is opgenomen wanneer het eerstvolgende
geplande onderhoud dient te worden uitgevoerd. Als een onderhoudsverklaring wordt
aangemerkt: het Journaal, de kolom ‘uren ‘over’ tot eerstvolgende onderhoudsbeurt'
tezamen met een vermelding van de datum waarop het eerstvolgende onderhoud dat middels
kalendertijd wordt bepaald in de kolom ‘opmerkingen'.
Paragraaf 4. Technische administratie luchtvaartuig
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
2 In de technische administratie van een luchtvaartuig zijn de onderhoudsverklaringen,
de certificaten van vrijgave of de certificaten van vrijgave voor gebruik alsmede
de onderliggende documenten betreffende de aan het luchtvaartuig verrichte werkzaamheden,
opgenomen. Deze documenten bevatten, met vermelding van de data, ten minste de gegevens
met betrekking tot:
-
a. het aantal vlieguren, of cycli, zodanig dat hieruit blijkt hoe lang het luchtvaartuig
heeft gevlogen sinds de bouw en sinds het laatste periodieke onderhoud;
-
b. de technische storingen, de opgelopen schade en de proefvluchten, en
-
c. het onderhoud dat het luchtvaartuig heeft ondergaan.
-
3 In de technische administratie van onderdelen van luchtvaartuigen zijn de certificaten
van vrijgave, alsmede de onderliggende documenten betreffende de aan het onderdeel
verrichte werkzaamheden opgenomen. Deze documenten bevatten, met vermelding van de
data, ten minste de gegevens met betrekking tot:
-
a. de inschrijvingskenmerken van het luchtvaartuig, waarin het onderdeel is ingebouwd,
of is ingebouwd geweest;
-
b. het aantal bedrijfsuren of cycli, en wel zo, dat hieruit blijkt hoelang het onderdeel
in bedrijf is geweest, sinds de vervaardiging en sinds het laatste periodieke onderhoud;
-
c. de technische storingen en de opgelopen schade, en
-
d. het onderhoud dat het onderdeel heeft ondergaan;
-
6 Op de boeken, formulieren en andere bescheiden moeten ten minste de benaming, de typeaanduiding,
het serienummer en de naam van de fabrikant van het luchtvaartuig of het onderdeel
worden vermeld.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
2 De in het vorige lid, onder a, b en d gestelde verplichtingen blijven slechts één
jaar van kracht, nadat het luchtvaartuig in het luchtvaartuigregister is doorgehaald.
Paragraaf 5. Onderzoek en melding van defecten en gebreken
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
1 De houder van een luchtvaartuig is tijdens de geldigheidsduur van het voor dat luchtvaartuig
afgegeven bewijs van luchtwaardigheid verplicht op een door de minister gedaan verzoek
het luchtvaartuig voor een onderzoek naar de luchtwaardigheid ter beschikking te stellen
op een nader door de minister te bepalen tijdstip en plaats, waarbij zoveel mogelijk
rekening zal worden gehouden met de belangen van de houder.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
De houder van een luchtvaartuig of de uitvoerder van onderhoud aan een luchtvaartuig
dient de bekende en vermoede gebreken van het luchtvaartuig alsmede defecten en beschadigingen,
die zijn opgetreden of ontdekt in installaties of onderdelen van het luchtvaartuig
en de luchtwaardigheid of het voldoen aan de geluidseisen nadelig beïnvloeden, schriftelijk
en zo snel mogelijk maar ten minste binnen 72 uur na de waarneming aan de minister
te melden.
Paragraaf 6. Wijzigingen van luchtvaartuigen
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
-
1 De aanvraag voor:
-
a. het verkrijgen van instemming met het ontwerp van een wijziging van een luchtvaartuig
als typewijziging, en
-
b. het verkrijgen van de verklaring ten aanzien van het voldoen aan de geluidseisen,
-
c. als mede de melding dat de uitvoering van een wijziging die invloed heeft op de gegevens
van het luchtvaartuig die zijn vastgelegd in het Nederlands luchtvaartuigregister
of in het door de minister uitgegeven vlieghandboek,
wordt ingediend bij de minister middels een volledig ingevuld en ondertekend formulier,
waarvan exemplaren kosteloos bij de minister verkrijgbaar zijn.
Houders van een ontwerperkenning en erkende inspecteurs kunnen bij de aanvraag gebruik
maken van eigen formulieren indien dat is overeengekomen.
Paragraaf 7. Slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 oktober 2001.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onderhoud luchtvaartuigen.
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Geluidscriteria
Alle wijzigingen die aan één van onderstaande criteria voldoen hebben invloed op de
geluidsproductie of de toegestane geluidsproductie van het luchtvaartuig en moeten
voor de uitvoering goedgekeurd zijn door de minister.
I. Elke wijziging die een verandering van het maximum startgewicht van het luchtvaartuig
met zich mee brengt.
II. Elke wijziging die een verandering in de klimprestaties van het luchtvaartuig
met alle motoren werkend met zich mee brengt. De relevante klimprestaties zijn onder
andere:
-
A. de best rate of climb,
-
B. de best rate of climb speed,
-
C. de stallspeed,
-
D. de never exceed speed,
-
E. de startrollengte en
-
F. de afstand tot 15 m hoogte.
III. Elke wijziging voor straalvliegtuigen en zware propellervliegtuigen, (MTOM (
8618 kg.), die een verandering van het maximum landingsgewicht, de landingsconfiguratie
of de toegelaten landingsprocedures met zich meebrengt.
IV. Elke wijziging aan de voortstuwingsinrichting. Deze bestaat uit onder andere:
V. Elke wijziging waardoor de instroming van motor, propeller, of rotor wijzigt. Dit
is bijvoorbeeld:
-
A. het plaatsen van probes in de motorinlaat,
-
B. het veranderen van de motorcowling,
-
C. het verlengen of verkorten van de propelleras,
-
D. verandering in anti-icing systemen en
-
E. verandering in flap-settings.
VI. Elke wijziging waardoor de eventuele geluidafschermende of -reflecterende werking
van delen van het luchtvaartuig zou kunnen veranderen.
VII. Elke wijziging waardoor holtes zouden kunnen ontstaan, die door de luchtstroom
in resonantie worden gebracht. Dit zijn onder andere:
-
A. veranderingen in/aan de landingslichten,
-
B. veranderingen in/aan de torque-links,
-
C. veranderingen in/aan de wielassen,
-
D. veranderingen in/aan de landingssteldeuren,
-
E. veranderingen in/aan de luchtinlaten,
-
F. veranderingen in/aan de overloopvalves en
-
G. veranderingen in/aan de brandstofvulpunten.
VIII. Alle veranderingen aan APU's, aan in- en uitlaten daarvan, en in het toegelaten
gebruik daarvan tijdens de vlucht.
IX. Elke wijziging die een verandering van de normale operating procedures met zich
mee brengt.
X. Elke wijziging waardoor de luchtwaardigheidscategorie van het luchtvaartuig verandert.
XI. Elke andere wijziging waarvan uit de documentatie blijkt dat die een verandering
van het geluid teweegbrengt.
[Regeling vervallen per 01-10-2020]
Meldingscriteria
Alle wijzigingen die aan één van onderstaande criteria voldoen hebben invloed op de
gegevens van het luchtvaartuigregister of het door de minister uitgegeven vlieghandboek
en moeten gemeld worden aan de minister.
I. Elke wijziging die een verandering van het maximum startgewicht van het luchtvaartuig
met zich mee brengt.
II. Elke wijziging die een verandering van het maximum landingsgewicht van het luchtvaartuig
met zich mee brengt.
III. Elke wijziging die een verandering van de modelaanduiding van het luchtvaartuig
met zich mee brengt.
IV. Elke wijziging die een verandering van de luchtwaardigheidscategorie van het luchtvaartuig
met zich mee brengt.
V. Elke wijziging van het type of model van de motor.
VI. Elke wijziging van het type of model van de propeller.
VII. Het inbouwen of wijzigen van een sproei- of verstuifinstallatie.
VIII. Het inbouwen of wijzigen van de sleephaakinstallatie.
IX. Het inbouwen of wijzigen van de paraconfiguratie.
Wijzigingen die voldoen aan criterium I, II, III, IV, V, VI, of VII, zijn van invloed
op het luchtvaartuigregister.
Wijzigingen die voldoen aan criterium III, IV, VII, VIII, of IX zijn van invloed op
het door de minister uitgegeven vlieghandboek.