Toepassingsgebied
[Vervallen per 01-01-2013]
Deze bijlage bevat de categorieën industriële activiteiten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het besluit. Bij overschrijding van de in bijlage IIA genoemde productiedrempels vallen deze categorieën van industriële activiteiten binnen het toepassingsgebied van dit besluit. In elk geval omvatten de activiteiten de reiniging van de procesapparatuur, maar niet de reiniging van de werkstukken, tenzij andersluidende vermeldingen zijn opgenomen.
Aanbrengen van lijmlagen
– Activiteiten waarbij een kleefstof op een oppervlak wordt aangebracht, met uitzondering van het aanbrengen van lijmlagen en lamineren samenhangend met drukprocessen.
Coatingwerkzaamheden
– Alle activiteiten waarbij een of meer ononderbroken lagen van een coating worden aangebracht op:
– de volgende voertuigen:
– nieuwe auto's die in Richtlijn 70/156/EEG worden gedefinieerd als voertuigen van categorie M1 en, voor zover de coating plaatsvindt in dezelfde installatie als voertuigen van M1, van categorie N1;
– vrachtwagencabines, gedefinieerd als de behuizing voor de chauffeur en de daarmee geïntegreerde behuizing voor de technische apparatuur van voertuigen die in Richtlijn 70/156/EEG als voertuigen van de categorieën N2 en N3 worden gedefinieerd;
– bestelwagens en vrachtwagens, in Richtlijn 70/156/EEG gedefinieerd als voertuigen van de categorieën N1, N2 en N3, met uitzondering van vrachtwagencabines;
– bussen, in Richtlijn 70/156/EEG gedefinieerd als voertuigen van de categorieën M2 en M3;
– aanhangwagens, gedefinieerd in de categorieën O1, O2, O3 en O4 in Richtlijn 70/156/EEG;
– metalen en kunststofoppervlakken, met inbegrip van oppervlakken van vliegtuigen, schepen, treinen enz;
– houten oppervlakken;
– textiel, stoffen, film en papieroppervlakken;
– leder.
Hieronder valt niet de coating van substraten met metalen met behulp van elektroforese en chemische spuittechnieken. Als de coatingactiviteit ook een stap omvat waarbij hetzelfde artikel wordt bedrukt, ongeacht de daarbij gebruikte techniek, wordt deze stap als onderdeel van de coatingactiviteit beschouwd.
Drukactiviteiten die als afzonderlijke activiteiten plaatsvinden, vallen echter niet binnen deze categorie, maar kunnen onder dit besluit vallen indien de drukactiviteit binnen het toepassingsgebied daarvan valt.
Bandlakken
– Elke activiteit waarbij een band van staal, roestvrij staal, bekleed staal, koperlegeringen of aluminiumband in een continu procédé wordt bekleed met een filmvormende of laminaatcoating.
Chemisch reinigen
– Alle industriële of commerciële activiteiten waarbij VOS worden gebruikt in een installatie voor het schoonmaken van kleren, meubelstoffen en soortgelijke consumptiegoederen, met uitzondering van het handmatig verwijderen van vlekken in de textiel- en de kledingindustrie.
Fabricage van schoeisel
– Elke activiteit met betrekking tot de fabricage van volledig schoeisel of delen daarvan.
Vervaardiging van coatingpreparaten, lak, inkt en kleefstoffen
– De vervaardiging van bovengenoemde eindproducten en, wanneer dit in dezelfde installatie gebeurt, van halffabrikaten door het mengen van pigmenten, hars en kleefstoffen met organische oplosmiddelen of andere draagstoffen, waaronder dispergeren en predispergeren, aanpassen van de viscositeit en de kleur en bewerkingen om de verpakking te vullen met het eindproduct.
Vervaardiging van geneesmiddelen
– De chemische synthese, fermentatie, extractie, formulering en afwerking van geneesmiddelen en de vervaardiging van halffabrikaten, voorzover deze op dezelfde plaats gebeurt.
Drukken
– Een activiteit waarbij tekst of afbeeldingen worden gereproduceerd door met behulp van een beelddrager inkt op ongeacht welk soort oppervlak aan te brengen. Hieronder vallen ook daarmee samenhangende lak-, coating- en lamineertechnieken. Onder dit besluit vallen alleen de volgende deelprocessen:
– flexografie: een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een beelddrager van rubber of elastische fotopolymeren, waarop de drukkende delen zich boven de niet-drukkende delen bevinden, en van vloeibare inkt die door verdamping droogt.
– heatsetrotatie-offset: een rotatiedrukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een beelddrager waarop de drukkende delen en de niet-drukkende delen in hetzelfde vlak liggen, waarbij rotatie inhoudt dat het te bedrukken materiaal niet als aparte vellen maar van een rol in de machine wordt gevoerd. Het niet-drukkende deel wordt zodanig behandeld dat het water aantrekt en derhalve de inkt afstoot. Het drukkende deel wordt zodanig behandeld dat het inkt opneemt en overbrengt op het te bedrukken oppervlak. De verdamping vindt plaats in een oven, waar het bedrukte materiaal met warme lucht wordt verwarmd.
– lamineren samenhangend met een drukproces: de samenhechting van twee of meer flexibele materialen tot een laminaat.
– illustratiediepdruk: rotatiediepdrukactiviteit waarbij papier voor tijdschriften, brochures, catalogi of soortgelijke producten met inkt op basis van tolueen wordt bedrukt.
– rotatiediepdruk: een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een cilindrische beelddrager, waarop de drukkende delen (napjes) lager liggen dan de niet-drukkende delen, en vloeibare inkt die door verdamping droogt. De napjes worden met inkt gevuld en het overschot wordt van de niet-drukkende delen verwijderd voordat het te bedrukken oppervlak contact met de cilinder maakt en de inkt uit de napjes trekt.
– rotatiezeefdruk: een rotatiedrukactiviteit waarbij de inkt door een poreuze beelddrager wordt geperst, waarbij de drukkende delen open zijn en het niet-drukkende deel wordt afgedekt, en zo op het te bedrukken oppervlak wordt gebracht en gebruik wordt gemaakt van vloeibare inkt die uitsluitend door verdamping droogt. Bij een rotatief drukproces wordt het te bedrukken materiaal niet als aparte vellen maar van een rol in de machine gebracht.
– lakken: een proces waarbij een lak of een kleefstof om later het verpakkingsmateriaal af te sluiten op een flexibel materiaal wordt aangebracht.
Bewerking van natuurlijk of synthetisch rubber
– Elke activiteit met betrekking tot het mengen, malen, vermengen, kalanderen, extruderen en vulkaniseren van natuurlijk of synthetisch rubber en alle nevenbewerkingen om natuurlijk of synthetisch rubber te bewerken tot eindproduct.
Oppervlaktereiniging
– Alle activiteiten, met uitzondering van chemisch reinigen, waarbij organische oplosmiddelen worden gebruikt om verontreiniging van het oppervlak van materialen te verwijderen, met inbegrip van ontvetting.
Een uit meer dan één stap bestaande reinigingsactiviteit die niet wordt onderbroken door een andere stap, wordt als één oppervlaktereinigingsactiviteit beschouwd. Deze activiteit betreft niet het reinigen van apparatuur maar het reinigen van het oppervlak van producten.
Extractie van plantaardige oliën en dierlijke vetten en raffinage van plantaardige oliën
– Alle activiteiten waarbij plantaardige olie uit zaden en ander plantaardig materiaal wordt geëxtraheerd, droge residuen tot diervoeder worden verwerkt, of vetten en plantaardige olie uit zaden, plantaardig materiaal en/of dierlijk materiaal worden geraffineerd.
Overspuiten van voertuigen
– Alle industriële of commerciële activiteiten en daarmee verband houdende ontvettingsactiviteiten waaronder:
– het aanbrengen van een laklaag op wegvoertuigen, zoals gedefineerd in Richtlijn 70/156/EEG, of een deel daarvan, als onderdeel van de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek, of
– het aanbrengen van de oorspronkelijke laklaag op wegvoertuigen, zoals gedefineerd in Richtlijn 70/156/EEG of een deel daarvan, met voor het overspuiten gebruikelijke lakken op een andere plaats dan de oorspronkelijke fabricagelijn, of
– het aanbrengen van een laklaag op aanhangwagens (met inbegrip van opleggers) (categorie O).
Coating van wikkeldraad
– Elke coatingsactiviteit van metalen geleiders die worden gebruikt om spoelen voor transformatoren, motoren enz. mee te wikkelen.
Impregneren van houten oppervlakken
– Elke activiteit waarbij een houtverduurzamingsmiddel in het hout wordt gebracht.
Lamineren van hout en kunststof
– Elke activiteit met het oog op het aaneenhechten van hout en/of kunststof voor de vervaardiging van laminaten.