BTW-tarieftoepassing ten aanzien van combinaties van goederen

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 14-02-2001 t/m 26-09-2007

BTW-tarieftoepassing ten aanzien van combinaties van goederen

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

A. In hoofdstuk 3 (Samengestelde prestaties) van het Voorschrift Tabel I wordt de tekst van § 1 (Combinaties van goederen) vervangen door de volgende tekst:

3. Samengestelde prestaties

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

§ 1. Combinaties van goederen

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

§ 1.1. Algemeen

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

Bij combinaties van goederen dient voor de tarieftoepassing te worden nagegaan wat het kenmerkende element van de desbetreffende combinatie vormt in de ogen van de modale afnemer. Dit betekent dat onderzocht moet worden wat het essentiële element van die combinatie vormt, gerekend naar de algemeen geldende maatschappelijke opvattingen (zie het arrest van het Hof van Justitie van de EG van 25 februari 1999, nr. C-349/96).

Bij samengevoegde goederen dienen voor de toepassing van het tarief de samenstellende delen als afzonderlijke goederen te worden aangemerkt wanneer de zelfstandigheid van de samenstellende delen behouden is gebleven. Indien die zelfstandigheid verloren is gegaan, hetzij omdat één der delen ten opzichte van de andere delen dermate belangrijk is dat de andere daarin geacht kunnen worden op te gaan (absorptieprincipe), hetzij omdat een nieuw product is ontstaan met een eigen maatschappelijke betekenis, dient het gehele goed voor de toepassing van het tarief in aanmerking te worden genomen. Het absorptieprincipe is van toepassing als één van de samenstellende delen een bijkomend karakter heeft, dat wil zeggen dat het desbetreffende deel voor de afnemer geen doel op zich vormt voor het afnemen van de combinatie, maar slechts een middel vormt voor de leverancier om het belangrijkste deel voor de afnemer zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Voor de tarieftoepassing bij combinaties van goederen is niet van belang welk standpunt wordt of zou worden ingenomen voor de heffing van douanerechten bij de invoer van de desbetreffende combinaties van goederen.

§ 1.2. Verpakkingen

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

Volgens de in het maatschappelijk verkeer geldende opvattingen wordt met de term ‘verpakking’ gedoeld op goederen die uitsluitend dienen als omhulsel voor (andere) goederen, teneinde die goederen in onbeschadigde staat naar de afnemer te transporteren, of die goederen te bewaren dan wel op te slaan. Hierbij kan worden gedacht aan:

  • wegwerpverpakkingen (bijv. het plastic, papieren, kartonnen, glazen of kunststof omhulsel van goederen);

  • retouremballage (bijv. glazen flessen en potten, alsmede plastic flessen en kratten).

Omdat deze verpakkingen geen zelfstandige gebruikswaarde hebben, volgen zij het tarief dat van toepassing is op de goederen die erin verpakt zijn.

Het is mogelijk dat de verpakking een zelfstandige gebruikswaarde heeft. Hierbij gaat het om verpakkingsmiddelen die op zichzelf beschouwd voor de afnemer een reden vormen om een bepaalde combinatie van goederen (d.w.z. de verpakking met het verpakte goed) aan te schaffen, bijvoorbeeld speciaal gedecoreerde glazen, blikken of trommels die eet- of drinkwaren bevatten of die tezamen met bepaalde eet- of drinkwaren worden aangeboden.

Deze verpakkingen dienen voor de tarieftoepassing afzonderlijk (d.w.z. los van het verpakte goed) in aanmerking te worden genomen. Hierbij is relevant dat:

  • jegens de afnemers van de combinatie van de goederen veelal wordt benadrukt dat de verpakking een bijzonder karakter draagt, waarmee het samengestelde karakter van de combinatie tot uitdrukking komt;

  • de verpakking een geldswaarde vertegenwoordigt die, mede gelet op de waarde van het verpakte product, niet onaanzienlijk is, hetgeen als regel ook tot uitdrukking komt in de verkoopprijs van de combinatie;

  • de zelfstandigheid van de samenstellende delen van de combinatie in stand blijft;

  • één van de samenstellende delen niet ondergeschikt is aan het andere deel;

  • de verpakking en het verpakte goed niet zodanig causaal en functioneel met elkaar zijn verbonden, dat de combinatie hiervan als één onsplitsbaar product dan wel als een nieuw product met een eigen maatschappelijke betekenis is te beschouwen.

Als de gegevens van het verpakte product (soort, gewicht, samenstelling, barcode e.d.) op onuitwisbare wijze en duidelijk zichtbaar op de verpakking zijn vermeld, kan dit ertoe leiden dat aan de verpakking geen zelfstandige betekenis behoeft te worden toegekend.

Voorts komt het voor dat goederen die normaliter niet zijn te kwalificeren als een verpakkingsmiddel, worden gebruikt als ‘verpakking’ voor andere goederen. Te denken valt aan allerlei gebruiksartikelen, die eventueel ook los verkrijgbaar zijn (zoals speelgoed, serviesgoed, cadeau-artikelen e.d.), waarin voedingsmiddelen zijn verpakt. Ook producten die zijn bestemd voor éénmalig gebruik (m.n. voedingsmiddelen) worden aangewend als ‘verpakking’ voor andere goederen.

Voor de tarieftoepassing dienen deze (niet gebruikelijke) verpakkingsmiddelen steeds afzonderlijk (d.w.z. los van de goederen die in deze goederen ‘verpakt’ zijn) in aanmerking te worden genomen, zie echter § 1.4.

§ 1.3. Verpakte combinaties van goederen

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

Combinaties van goederen kunnen ook tezamen verpakt worden aangeboden, bijvoorbeeld het kerstpakket: een verpakte combinatie van onder post a 1 vallende eet- en drinkwaren, alcoholische dranken (algemeen tarief) en gebruiks- of cadeau-artikelen (algemeen tarief).

Voor de tarieftoepassing dienen de goederen die tot de combinatie behoren steeds afzonderlijk in aanmerking te worden genomen.

§ 1.4. Candy novelties

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007]

‘Candy novelties’ vormen een combinatie van goederen die onder tabelpost a 1 vallen (veelal snoepgoed) en andere goederen (veelal speelgoed). Candy novelties worden op verschillende manieren aangeboden. Het komt voor dat het snoepgoed in het speelgoed is ‘verpakt’, maar de omgekeerde situatie is ook mogelijk. In een aantal gevallen worden het snoepgoed en het speelgoed los van elkaar, maar als één combinatie, aangeboden.

Candy novelties hebben betrekking op een breed assortiment goederen, waarbij de waarde van de samenstellende delen sterk kan variëren. Te denken valt aan:

  • chocolade-eieren die speelgoedfiguurtjes bevatten;

  • speelgoedfiguurtjes waaraan snoepgoed (m.n. lollies) zijn bevestigd;

  • plastic buisjes die snoepjes bevatten, waarbij aan de bovenzijde van de buisjes speelgoedfiguurtjes zijn bevestigd;

  • een plastic koker, die aan de bovenzijde een lollie vormt en aan de onderzijde gevuld is met een speelgoedfiguurtje (veelal aan kinderfilms ontleend);

  • voorgevormde plastic figuren (zoals cameraatjes, autootjes, voetbalschoentjes e.d.) die gevuld zijn met snoep;

  • plastic fluitjes die een lollie bevatten;

  • plastic vormpjes met bijgeleverde bakmix, chocolade, kleurmiddelen e.d., waarmee kinderen zelf koekjes, figuurtjes e.d. kunnen maken;

  • ‘feest’pakketjes voor kinderen, bestaande uit zakjes die gevuld zijn met snoepgoed, kauwgom e.d. en speelgoedpoppetjes, ballonnen e.d.

Voor de tarieftoepassing bij candy novelties dient steeds gesplitst te worden tussen het snoepgoed en het speelgoed op basis van de kostprijs van deze samenstellende delen.

Uit praktische overwegingen kan bij candy novelties waarvan de consumentenprijs f 7,50 of minder bedraagt, het verlaagde tarief worden toegepast, als de kostprijs van de candy novelty voor 80% of meer wordt bepaald door de kostprijs van snoepgoed dat aan het verlaagde tarief is onderworpen.

Onder ‘kostprijs’ dient in dit verband te worden verstaan:

  • de inkoopprijs van de samenstellende delen, inclusief eventuele royalties of licentierechten,als de ondernemer (één of enkele van) die delen kant-en-klaar inkoopt;

  • de vervaardigingskosten van de samenstellende delen, inclusief eventuele royalties of licentierechten, als de ondernemer (één of enkele van) die delen zelf vervaardigt.

Als een ondernemer geen splitsing kan of wil aanbrengen tussen het snoepgoed en het speelgoed, bestaat daartegen geen bezwaar, mits de totale vergoeding van de candy novelty wordt belast naar het algemene tarief.

B. Met dit standpunt dient vanaf heden rekening te worden gehouden. Op het verleden wordt niet teruggekomen.

Naar boven