Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Geraadpleegd op 09-12-2024.
Geldend van 01-07-2022 t/m heden

Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus 2000, kenmerk GZB/VVB 2099119, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 8, onder c, 9 onder a, 12 en 14 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 2000, no. W13.00.0392/III)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 januari 2001, GZB/VVB 2144381, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. kruidensubstantie: substantie bestaande uit plantenmateriaal;

    • b. kruidenpreparaat: een kruidensubstantie, al dan niet bewerkt, die bestemd is te worden gebruikt door de mens, daaronder begrepen kruidenextracten;

    • c. toxische pyrrolizidine-alkaloïden: esteralkaloïden die zijn afgeleid van necinediol (7-hydroxy-1-hydroxy-methylpyrrolizidine) met een 1,2-onverzadigde binding, inclusief de onderscheiden N-oxides;

    • d. verordening (EG) 1334/2008: verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 (PbEU L 354) inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1601/91 van de Raad, verordening nr. (EG)2232/96, verordening (EG) nr. 110/2008 en richtlijn 2000/13/EG.

Artikel 2

Het is verboden kruidenpreparaten of waren die kruidenpreparaten bevatten, te bereiden, te vervaardigen of te verhandelen, indien deze niet voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen.

Artikel 3

Kruidenpreparaten bevatten slechts kruidensubstanties in hoeveelheden die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid.

Artikel 4

  • 1 Kruidenpreparaten bevatten geen:

    • a. aconitine of derivaten hiervan;

    • b. aristolochiazuren of derivaten hiervan;

    • c. atropine of derivaten hiervan;

    • d. colchicine of derivaten hiervan;

    • e. hyoscyamine of derivaten hiervan;

    • f. m- en o-synefrine of derivaten hiervan;

    • g. olie uit Artemisia absinthium (absintalsem), onverminderd de bij artikel 6, tweede lid, en bijlage III, deel B, van verordening (EG) 1334/2008 gestelde voorschriften inzake de toegelaten aanwezigheid van thujon in bepaalde samengestelde levensmiddelen;

    • h. pilocarpine of derivaten hiervan;

    • i. scopolamine of derivaten hiervan;

    • j. strychnine of derivaten hiervan; en

    • k. yohimbe-alkaloïden of derivaten hiervan.

  • 2 Kruidenpreparaten bevatten geen materiaal dat geheel of ten dele afkomstig is van planten en schimmels bedoeld in de bijlage.

  • 3 Kruidenpreparaten bevatten per dagelijks volgens de gebruiksaanwijzing te nuttigen hoeveelheid ten hoogste 27 mg p-synefrine.

  • 4 In afwijking van het derde lid mogen kruidenpreparaten olie bevatten die gewonnen is uit de zaden van Ricinus communis, voor zover het voorgeschreven gebruiks- en doseringsadvies, bedoeld in artikel 6, eerste lid, niet leidt tot een hogere inname van deze olie dan 0,4 g per dag.

Artikel 5

  • 1 De verhandelaar die een kruidenpreparaat met een bewering over de werking of eigenschappen daarvan voor de eerste keer in de handel brengt, beschikt over objectieve gegevens waaruit die werking of eigenschappen blijken.

  • 2 De verhandelaar die een kruidenpreparaat met een bewering over de werking of eigenschappen daarvan op de datum van inwerkingtreding van dit besluit in de handel heeft, beschikt over objectieve gegevens waaruit die werking of eigenschappen blijken.

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens worden desgevraagd door de daar bedoelde verhandelaar ter beschikking gesteld van de ambtenaar die belast is met het toezicht op de naleving van dit besluit.

Artikel 6

  • 1 Onverminderd Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304) wordt bij kruidenpreparaten, zijnde eet- of drinkwaren, een vermelding gebezigd inzake een gebruiks- en doseringsadvies.

  • 2 Bij kruidenpreparaten, niet zijnde eet- of drinkwaren, wordt een vermelding gebezigd inzake een lijst van ingrediënten, een gebruiks- en doseringsadvies en een vermelding van de naam of de handelsnaam en het adres of de vestigingsplaats van de fabrikant of persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van de waar.

  • 3 Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld over het in het eerste en tweede lid bedoelde gebruiks- en doseringsadvies.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 januari 2001

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de eenendertigste januari 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 4.

De in artikel 4 bedoelde planten en schimmels zijn:

Aconitum carmichaelii

Aconitum kusnezoffii

Aconitum napellus (Monnikskap of Duivelskruid)

Adonis vernalis (Voorjaarsadonis of Duivelsoog)

Artemisia cina (Echt wormkruid)

Artemisia maritima Zeealsem)

Atropa belladonna (Wolfskers)

Brassica nigra (Zwarte mosterd), behoudens de toepassing in levensmiddelen van het zaad Bryonia alba (Heggerank)

Cephaelis acuminata of Uragoga granatensis (waaronder Ipecacuanhae radix)

Chenopodium ambrosioides (var. anthelminthicum) (Welriekende ganzevoet)

Chrysanthemum vulgare of Tanacetum vulgare (Boerenwormkruid of Reinvaren)

Citrullus colocynthis (Kolokwint of Kwintappel)

Claviceps purpurea (Moederkoorn)

Colchicum autumnale (Herfsttijloos)

Convallaria majalis (Lelietje-van-dalen)

Convolvulus scammonia

Croton tiglium

Datura stramonium (Doornappel)

Digitalis lanata (Wollig vingerhoedskruid)

Digitalis purpurea (Vingerhoedskruid)

Dryopteris filix-mas (Mannetjesvaren)

Exogonium purga of Ipomoea purga (Jalappe)

Genista tinctoria (Verfbrem)

Hyoscyamus niger (Bilzekruid)

Juglans regia (Walnotenboom of Okkernotenboom), behalve de noten

Juniperus sabina (Zevenboom)

Ledum palustre (Moerasrozemarijn)

Lobelia inflata (Lobeliakruid)

Lycopus europaeus (Wolfspoot)

Mallotus philippensis of Rottlera tinctoria (Kamala)

Mandragora officinarum (alruin)

Nerium oleander (Oleander)

Pausinystalia johimbe of Corynanthe johimbe

Pilocarpus jaborandi

Piper methysticum (Kava kava)

Podophyllum peltatum (Voetblad, Meiappel of Eendvoet), met uitzondering van de vruchten

Pulsatilla vulgaris of Anemona pulsatilla (Wildemanskruid of Paarse anemoon)

Rauwolfia serpentina (Rauwolfia)

Ricinus communis (Kruisboom of Wonderboom)

Rubia tinctorum (Meekrap)

Sarothamnus scoparius of Cystisus scoparius (Bremkruid)

Scopolia carniolica (Klokbilzenkruid)

Solanum dulcamara (Bitterzoet)

Strophantus kombé (Strofantus)

Strychnos nux-vomica (Braaknootboom)

Teucrium chamaedrys (Gamander of Wilde salie)

Urginea maritima of Scilla maritima (Zeeajuin)

Vinca minor (Kleine maagdepalm)