a. ‘verblijf als familie- of gezinslid’ indien het een kind betrtikel 3.343.34d komen
te luiden:nderdeel NNet Voorschrift Vreemdelingen 2000 worden de bij dit besluit opgenomen
bijlagen ingreft die verblijf vraagt bij een ouder
|
€ 230
|
€ 154
|
b. gezinslid van een houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen
welk gezinslid het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ aanvraagt
|
€ 154
|
€ 154
|
c. houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen in een andere
lidstaat of een gezinslid daarvan die een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet aanvraagt
|
€ 154
|
€ 154
|
d. vreemdeling die valt onder artikel 41, eerste lid, van het op 23 november 1970
te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara
gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese
Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1971, 70) of artikel 6, 7 of 13 van het Besluit
1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie
|
€ 53
|
€ 53
|
e. vreemdeling die in aanmerking komt voor de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet
|
€ 53
|
€ 53
|
f. vreemdeling met de nationaliteit van Australië, Canada, Nieuw Zeeland dan wel Zuid-Korea
die het verblijfsdoel ‘uitwisseling’ aanvraagt, in het kader van het Working Holiday
Scheme of het Working Holiday Programme
|
€ 53
|
niet van toepassing
|
g. vreemdeling met de nationaliteit van Canada die het verblijfsdoel ‘lerend werken’
aanvraagt, in het kader van het Young Workers Exchange Programme
|
€ 53
|
niet van toepassing
|
h. vreemdeling die werkzaamheden als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van het op
7 juni 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Zetelverdrag tussen het Internationaal
Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 25) verricht en het verblijfsdoel ‘arbeid in
loondienst’ aanvraagt
|
€ 62
|
€ 62
|
i. vreemdeling die met het oog op de voorlaatste alinea van de brief van 21 december
2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de
Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de
Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), het verblijfsdoel
‘arbeid in loondienst’ aanvraagt
|
€ 62
|
€ 62
|
j. vreemdeling die het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ aanvraagt
en die om vrijstelling van leges verzoekt, daarbij een gerechtvaardigd beroep doet
op artikel 8 EVRM en aantoont niet te kunnen beschikken over middelen om aan de legesverplichting
te kunnen voldoen
|
€ 0
|
€ 0
|
k. vreemdeling die blijkens een schriftelijke verklaring van de Minister in aanmerking
komt voor een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, voor een verblijfsdoel verband houdend met niet-tijdelijke humanitaire gronden of
met een ander verblijfsdoel dan genoemd in artikel 3.4, eerste lid, van het Besluit
|
€ 0
|
niet van toepassing
|
l. minderjarig kind dat een aanvraag indient voor ‘verblijf als familie- of gezinslid’
bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel
‘tijdelijke humanitaire gronden’, tenzij die verblijfsvergunning is verleend op grond
van artikel 3.48, eerste lid, onder g, of 3.48, tweede lid, onder a, van het Besluit
|
€ 0
|
€ 0
|
m. de vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de verblijfsvergunning als
bedoeld in artikel van 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid voor
verblijf bij een vreemdeling aan wie in het kader van dreigend eergerelateerd geweld,
slachtoffer mensenhandel of huiselijk geweld, een verblijfsvergunning als bedoeld
in artikel 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire
gronden is verleend
|
niet van toepassing
|
€ 0
|
n. de broer en zus die een aanvraag indienen voor ‘verblijf als familie- en gezinslid’
bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel
‘tijdelijke humanitaire gronden’ in het kader van het beleid voor de Afghaanse vreemdeling
die een verwesterde, schoolgaande en minderjarige vrouw is
|
€ 0
|
€ 0
|
o. vreemdeling die een aanvraag indient in het geval, bedoeld in artikel 3.101, tweede lid, van het Besluit
|
€ 0
|
niet van toepassing
|
p. de vreemdeling waaraan een verblijfsvergunning is verleend in het kader van verblijf
als gezinslid van een militair verbonden aan een hier te lande gevestigd internationaal
militair hoofdkwartier (Joint Force Command-headquarters) onder de beperking ‘arbeid
in loondienst’
|
€ 230
|
€ 0
|