De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Verkeer en Waterstaat,
de Minister van Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer;
Gelet op de artikelen 18, eerste lid, van de Algemene wet gelijke behandeling, 24 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, 8:1 van de Arbeidstijdenwet, 13, derde lid, en 13c, tweede lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, 23 van de Leerplichtwet 1969, 3, 4, eerste en tweede lid, 7, 8, 10, derde lid, 11, eerste lid, 13, eerste lid, 13a en 18 van de Stoomwet, 25, eerste lid, onderdeel a, van de Warenwet, 13 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, 14 van de Wet arbeid vreemdelingen, 21, eerste lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, 148, eerste lid, van de Wet geluidhinder, 64, eerste lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, 18a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, 8, eerste lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid, en 16, eerste en tweede lid, van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, 15, eerste lid, en 16 van de Wet op de loonvorming, 49, eerste lid, van de Wet op de ondernemingsraden, 9, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, 10 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen
van collectieve arbeidsovereenkomsten, 9 en 10, eerste lid, van de Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden en 39a, vierde lid, van de Ziektewet,
Aanwijzing toezichthouders
-
2 Het Hoofd van de Afdeling Boete, Dwangsom en Inning van de Inspectie SZW en de door
het Hoofd aangewezen, onder hem ressorterende plaatsvervangers, worden niet belast
met het toezicht op de naleving, bedoeld in het eerste lid.
Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken
-
3 De ambtenaren, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, worden aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 6, eerste lid, onderdeel b, en 7, eerste lid;
-
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 1.5b, derde lid, 2.5g, eerste lid, 2.27, eerste lid, 2.42c, eerste en tweede lid, 3.5h, vijfde lid, 3.37b, eerste lid, 4.8, vierde lid, 4.9, derde lid, 4.10, derde lid, 4.10c, vijfde lid, 4.47c, eerste lid, 4.50, zesde lid, 4.54a, zesde lid, 4.54d, negende lid, 4.94, eerste lid, 4.95, 4.96, 6.10, achtste lid, 6.10a, tweede lid, onderdeel c, 6.16, achtste lid, 6.17, eerste lid, 6.19, tweede lid, 6.20b, vierde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, 7.29, tiende lid, 7.32, tweede lid, 9.5b, eerste lid, 9.15, onderdelen a en b, en 9.34, tweede lid;
-
c. de Arbeidsomstandighedenregeling: de artikelen 3.11, 3.12, eerste lid, en 3.13, derde lid, en 4.13;
-
d. het Besluit omgevingsrecht: artikel 6.15, eerste lid, onderdeel b;
-
e. het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998: de artikelen 9, derde en vierde lid, en 17, eerste lid.
-
5 De ambtenaren, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, voor zover belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
de Arbeidsomstandighedenwet, worden aangewezen als toezichthouders als bedoeld in de artikelen 27, eerste lid,
en artikel 28, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet.
Aanwijzing boeteoplegger
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 1.3
[Vervallen per 01-10-2004]
§ 3. De Inspectie Leefomgeving en Transport
Aanwijzing toezichthouders
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport, aangewezen in artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht aan boord van een luchtvaartuig tijdens de vlucht
en aan boord van een stilstaand luchtvaartuig, voor zover het betreft de arbeid van
boordpersoneel in verband met de vlucht.
-
1 De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport belast met toezicht zijn
mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in een voertuig op een openbare weg bestemd voor
het vervoer van goederen of personen en voor welk vervoer op grond van de Wet wegvervoer goederen onderscheidenlijk de Wet personenvervoer 2000 een vergunning is vereist.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de Schepenwet, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in, respectievelijk op een zeeschip, met uitzondering
van aanbouw, verbouwing, herstelling of sloping dan wel onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
en hiermee verband houdende andere werkzaamheden aan deze schepen, alsmede met uitzondering
van laden en lossen, tenzij deze arbeid wordt verricht door een werknemer die behoort
tot de bemanning van een zeeschip.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport, bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel b, van de Binnenvaartwet, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in, respectievelijk op een binnenvaartschip,
met uitzondering van aanbouw, verbouwing, herstelling of sloping dan wel onderhouds-
of reinigingswerkzaamheden en hiermee verband houdende andere werkzaamheden aan deze
schepen, alsmede met uitzondering van laden en lossen, tenzij deze arbeid wordt verricht
door een werknemer die behoort tot de bemanning van een binnenvaartschip.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport belast met toezicht, zijn,
met betrekking tot arbeid verricht op of aan een spoorweg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Spoorwegwet, met uitzondering van de spoorwegen, genoemd in artikel 2 van het Besluit bijzondere spoorwegen, en met betrekking tot arbeid verricht op of aan lokale spoorwegen als bedoeld in
de Wet lokaal spoor, mede belast met het toezicht op de naleving van:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: artikel 11;
-
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 3.2 en 7.17c; en
-
c. de Arbeidstijdenwet: de artikelen 4:3, eerste lid, 5:3, eerste en tweede lid, 5:4, eerste lid, 5:5, eerste en tweede lid, 5:7, eerste en tweede lid, 5:8, eerste tot en met vijfde lid, zevende en negende lid, 5:9, eerste tot en met zevende lid, 5:15, zevende lid, en 5:16, eerste lid.
Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken
-
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.1, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld
in:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 9, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28b en 29, vierde lid;
-
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 7.4a, zesde lid, en 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, en 7.29, tiende lid.
-
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.2, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld
in:
-
2 De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport wordt voor de in artikel 3.2, eerste lid, bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
-
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.3, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld
in:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 9, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28b en 29, vierde lid;
-
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: 3.5h, vijfde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, en 7.29, tiende lid.
-
1 De ambtenaren, bedoeld in artikel 3.3a, worden voor de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld
in:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28b en 29, vierde lid;
-
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de artikelen 3.5h, vijfde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, en 7.29, tiende lid.
Aanwijzing toezichthouders
-
2 De ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder a, van de Politiewet 2012, die zijn tewerkgesteld bij de dienst Waterpolitie van de Landelijke eenheid of bij
de dienst Zeehavenpolitie van de regionale eenheid Rotterdam, zijn mede belast met
het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet.
Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken
De ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b en c, van de Politiewet 2012, worden mede aangewezen als ambtenaren aan wie het toezicht op de naleving, bedoeld
in artikel 8:1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid als bedoeld in hoofdstuk 2 (wegvervoer), hoofdstuk 4 (luchtvaart) en hoofdstuk 5 (binnenvaart) van het Arbeidstijdenbesluit vervoer wordt opgedragen.
§ 5. Algemene Inspectie Dienst
[Vervallen per 19-01-2018]
Aanwijzing toezichthouders
[Vervallen per 19-01-2018]
Artikel 5.1
[Vervallen per 19-01-2018]
§ 6. Divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat
[Vervallen per 09-07-2006]
Aanwijzing toezichthouders
[Vervallen per 09-07-2006]
Artikel 6.1
[Vervallen per 09-07-2006]
Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken
[Vervallen per 09-07-2006]
Artikel 6.2
[Vervallen per 09-07-2006]
§ 7. Staatstoezicht op de Mijnen
Aanwijzing toezichthouders
Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken
-
2 De ambtenaren, bedoeld in artikel 7.1, derde lid, worden met betrekking tot de in dat lid bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar,
bedoeld in:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 9, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid, 28b en 29, vierde lid;
-
b. het Arbeidsomstandighedenbesluit: de , artikelen 2.42c, eerste en tweede lid, 3.37b, eerste lid, 3.5h, vijfde lid, 4.8, vierde lid, 6.16, achtste lid, 6.17, eerste lid, 6.19, tweede lid, 6.20b, vierde lid, 7.4a, zesde lid, 7.20, zevende lid, 7.27, eerste lid, 7.29, tiende lid, en 9.5b, eerste lid.
-
c. de Arbeidsomstandighedenregeling: de artikelen 3.11, 3.12, eerste lid en 3.13, derde lid.
-
3 De Inspecteur-Generaal der Mijnen wordt voor de in artikel 7.1, derde lid, bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:
§ 7a. Ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane
Aanwijzing toezichthouders
[Vervallen per 01-09-2003]
Artikel 7a.1
[Vervallen per 01-09-2003]
§ 8. Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Aanwijzing toezichthouders
De ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, bedoeld in artikel 1 van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren Voedsel en Waren
Autoriteit belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Drank- en Horecawet of de Warenwet gestelde voorschriften, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het
bepaalde bij of krachtens:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid verricht in een hotel, pension, conferentieoord, restaurant,
cafetaria, lunchroom, ijssalon, café, bar-dancing, discotheek, nachtclub, seizoen-horecabedrijf,
tearoom, koffiehuis, sociëteit, buffet in een bioscoop, theater of trein, buffet in
een buurt- of clubhuis dan wel een daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding
logies wordt verstrekt, al dan niet alcoholische dranken worden geschonken of spijzen
voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;
-
b. de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in verband met het in bedrijf nemen en houden
van een waterinstallatie die water in äerosolvorm in de lucht kan brengen, niet zijnde
een collectieve watervoorziening, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, of collectief leidingnet, bedoeld in artikel 1, eerste
lid, onder h, van de Waterleidingwet;
-
c. de Arbeidstijdenwet met betrekking tot het wegvervoer, voor zover het betreft het vervoer van vee en
mest.
Aanwijzing ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken
De ambtenaren, bedoeld in artikel 8.1, worden met betrekking tot de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar,
bedoeld in:
-
a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 27, eerste lid, 28, eerste en tweede lid, 28b, 29, vierde lid, en 36, eerste lid;
-
b. de Arbeidstijdenwet: de artikelen 4:1, vijfde lid, 8:2 en 10.3, eerste lid.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren
en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving.