Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 22-01-2003 t/m 29-07-2003

Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. Minister:

    Minister van Verkeer en Waterstaat;

    b. bevoegde autoriteit:
    • 1º. Minister, of

    • 2º. een in bijlage 4 bij deze regeling erkende instantie;

  • 2 De in bijlage 1 opgenomen begripsbepalingen zijn van toepassing op de bijlagen 2, 3 en 4, voorzover daarin niet anders is bepaald.

Artikel 2

  • 1 Bij deze regeling behoren vier bijlagen:

    a. bijlage 1:

    voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nederlandse binnenwateren, zijnde de Nederlandse vertaling van het ADNR en de daarvan deel uitmakende bijlagen;

    b. bijlage 2:

    Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen;

    c. bijlage 3:

    voorschriften in afwijking van of in aanvulling op bijlage 1;

    d. bijlage 4:

    erkende instanties, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, 2°.

  • 2 Bijlage 1 is van toepassing op de Nederlandse binnenwateren, voorzover bijlage 2 niet van toepassing is.

Artikel 3

Met voorwaardelijk tot het vervoer over de binnenwateren toegelaten gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 1 mogen de handelingen, bedoeld in artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, worden verricht, mits de in deze regeling gestelde voorschriften in acht worden genomen.

Artikel 4

Indien de Minister ingevolge artikel 3, eerste lid, van het ADNR, tijdelijke voorschriften vaststelt, gelden deze voorschriften eveneens voor de overige Nederlandse binnenwateren.

Artikel 5

  • 1 Met de in de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 3 vastgestelde technische normen of technische eisen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige technische normen of technische eisen, vastgesteld door of vanwege een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel door of vanwege een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

  • 2 Met de in de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 3 geëiste typegoedkeuringen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige typegoedkeuringen, geëist door of vanwege een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel door of vanwege een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing met betrekking tot de Rijn, de Waal en de Lek.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die ter inzage worden gelegd bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Nieuwe Uitleg 1 te Den Haag.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Bijlage 3. bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Aanvullende voorschriften

Artikel 1. Toepasbaarheid

De bepalingen van deze bijlage zijn van toepassing op elk vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nederlandse binnenwateren en hebben voorrang boven de bepalingen van bijlage 1.

Artikel 2. N-bepaling

De volgende N-bepalingen zijn een aanvulling op, dan wel een afwijking van de overeenkomstige bepaling in bijlage 1.

Vluchtwegen 1.4.2.3.1. d)/1.4.3.3. p) N

Tankschepen die laden en lossen op andere binnenwateren dan de Rijn, de Waal en de Lek, kunnen volstaan met één geschikt middel op het voor- of achterschip buiten de ladingzone, om het schip, ook in noodgevallen, te verlaten.

Controlelijst 7.2.4.10/8.6.3 N

Voorafgaand aan het laden en lossen van tankschepen op andere binnenwateren dan de Rijn, de Waal en de Lek, mogen de schipper of de door hem met de verantwoording belaste persoon aan boord en de verantwoordelijke persoon aan de walinstallatie vraag vier van de controlelijst ook bevestigend beantwoorden indien er één geschikt middel op het voor- of achterschip buiten de ladingzone, aanwezig is, om het schip, ook in noodgevallen, te betreden of te verlaten.

Laad en Losleidingen 7.2.4.25.5 N

Het bij het laden naar buiten treden van de gas/luchtmengsels van de stoffen vindt aan de walzijde op een zodanige locatie ten opzichte van het schip plaats en wordt zo uitgevoerd, dat geen gevaar of schade kan ontstaan voor de schepen en de bemanning ervan. De opening naar de atmosfeer is voorzien van een inrichting die vlaminslag voorkomt.

Artikel 3. Routering

  • 1 Het is verboden ammoniak van de klasse 2, stofnummer 9000, Ammoniak, Klasse 2, 3TC, of brandbare gassen van de klasse 2 te vervoeren met tankschepen langs Dordrecht, Zwijndrecht of Papendrecht, anders dan over de Dordtse Kil.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. tankschepen die minder dan 25 ton vervoeren;

    • b. tankschepen die volledig voldoen aan randnummer 7.2.4.24 van het ADNR conform het Certificaat van Goedkeuring, of

    • c. vervoer uitsluitend tussen de Volkeraksluizen en Amsterdam, mits het betrokken schip zich ten minste één uur voor het opvaren van de Oude Maas meldt bij de Regionale Verkeerscentrale Dordrecht.

Artikel 4. Binnenvaartpolitiereglement

Op het vervoer van gevaarlijke stoffen op de Westerschelde en haar mondingen, op het Kanaal van Gent naar Terneuzen en in de buitenvoorhavens te Terneuzen, op de Eems en op de Dollard zijn de voorschriften bij of krachtens de artikelen 3.14, 3.21, 3.32, 4.04, 6.28, negende en tiende lid, 7.06 en 7.08, eerste lid van het Binnenvaartpolitiereglement van overeenkomstige toepassing.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2004, 98, datum inwerkingtreding 28-05-2004, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Aanvullende voorschriften

Artikel 1 Toepasbaarheid

De bepalingen van deze bijlage zijn van toepassing op elk vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nederlandse binnenwateren en hebben voorrang boven de bepalingen van bijlage 1.

Artikel 2 N-bepaling

De volgende N-bepalingen zijn een aanvulling op, dan wel een afwijking van de overeenkomstige bepaling in bijlage 1.

Vluchtwegen 1.4.2.3.1. d)/1.4.3.3. p) N

Tankschepen die laden en lossen op andere binnenwateren dan de Rijn, de Waal en de Lek, kunnen volstaan met één geschikt middel op het voor- of achterschip buiten de ladingzone, om het schip, ook in noodgevallen, te verlaten.

Controlelijst 7.2.4.10/8.6.3 N

Voorafgaand aan het laden en lossen van tankschepen op andere binnenwateren dan de Rijn, de Waal en de Lek, mogen de schipper of de door hem met de verantwoording belaste persoon aan boord en de verantwoordelijke persoon aan de walinstallatie vraag vier van de controlelijst ook bevestigend beantwoorden indien er één geschikt middel op het voor- of achterschip buiten de ladingzone, aanwezig is, om het schip, ook in noodgevallen, te betreden of te verlaten.

Laad en Losleidingen 7.2.4.25.5 N

Het bij het laden naar buiten treden van de gas/luchtmengsels van de stoffen vindt aan de walzijde op een zodanige locatie ten opzichte van het schip plaats en wordt zo uitgevoerd, dat geen gevaar of schade kan ontstaan voor de schepen en de bemanning ervan. De opening naar de atmosfeer is voorzien van een inrichting die vlaminslag voorkomt.

Artikel 3 Routering

1.

Het is verboden ammoniak van de klasse 2, stofnummer 9000, Ammoniak, watervrij sterk gekoeld Klasse 2, 3TC, of brandbare gassen van de klasse 2 te vervoeren met tankschepen langs Dordrecht, Zwijndrecht of Papendrecht, anders dan over de Dordtse Kil.

2.

Het eerste lid is niet van toepassing op:

  • a. tankschepen die minder dan 25 ton vervoeren;

  • b. tankschepen die volledig voldoen aan randnummer 9.3.1.11.2 van het ADNR conform het Certificaat van Goedkeuring, of

  • c. vervoer uitsluitend tussen de Volkeraksluizen en Amsterdam, mits het betrokken schip zich ten minste één uur voor het opvaren van de Oude Maas meldt bij de Regionale Verkeerscentrale Dordrecht.

Artikel 4 Binnenvaartpolitiereglement

Op het vervoer van gevaarlijke stoffen op de Westerschelde en haar mondingen, op het Kanaal van Gent naar Terneuzen en in de buitenvoorhavens te Terneuzen, op de Eems en op de Dollard zijn de voorschriften bij of krachtens de artikelen 3.14, 3.21, 3.32, 4.04, 6.28, negende en tiende lid, 7.06 en 7.08, eerste lid van het Binnenvaartpolitiereglement van overeenkomstige toepassing.

Bijlage 4. bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen

Erkende instanties

Artikel 1

Bevoegde autoriteiten in bijlage 1 bij het Protocol bij het ADNR zijn op basis van:

  • a. artikel 3: de Directeur-Generaal Goederenvervoer (Afdeling Lading en Risicobeleid);

  • b. artikel 4: de Directeur-Generaal Goederenvervoer (Afdeling Lading en Risicobeleid);

  • c. artikel 5: Inspectie Verkeer en Waterstaat (Divisie Vervoer).

Artikel 2

In de onderstaande tabel 1 zijn de instanties opgenomen met betrekking tot de uitvoering van de voorschriften in de vermelde randnummers van bijlage 1 voorzover bedoelde handelingen worden uitgevoerd door Nederlandse instanties.

Tabel 1

Nummer

Bevoegde Autoriteit

2.1 Erkende veilige IVW Divisie Scheepvaart

elektrische inrichting

 
   

2.1 Openingsdruk

IVW Divisie Scheepvaart/Classificatie-

bureau

   

1.5.1.1.1; 1.5.1.2.1; 1.5.1.2.2

DGG/VL

   

1.5.1.3.1; 1.5.1.3.2;

1.6.7.2.1 Tabel 2;

IVW Divisie Scheepvaart

   

1.6.7.2.1 Tabel 2

 
   

1.8.1.3

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

1.8.3.7; 1.8.3.8;

SEV

   

1.8.3.10

DGG/VL

   

1.8.3.14; 1.8.3.16;

SEV

   

2.2.1.1, voor zover het betreft

de autoriteit in het Handboek

beproevingen en criteria

TNO PML

   

2.1.1.3; 2.2.1.3; Opmerking

bij UN-nummer 0190

TNO PML of Defensie, laatstgenoemde

voor zover het betreft classificatie van

uitsluitend voor de krijgsmacht bestemde

munitie en toelating van de verpakking

ervan

   

2.2.41.1, voor zover het betreft de

autoriteit in het Handboek

beproevingen en criteria

2.2.41.13

2.2.51.1, voor zover het betreft de

autoriteit in het Handboek

beproevingen en criteria

2.2.52.1.8

TNO PML

   

2.2.62.1.5

2.2.62.1.7

LNV of VWS

   

2.2.9.1.12

VROM

   

3.3.1, bijzondere bepaling

16 en 178

TNO PML of Defensie, laatstgenoemde

voor zover het betreft classificatie

van uitsluitend voor de krijgsmacht

bestemde munitie en toelating van

de verpakking ervan

3.3.1, bijzondere bepaling

181, 237, 239, 266, 271,

272 en 278

TNO MPL

   

3.3.1, bijzondere bepaling

271, 272 en 278

TNO MPL

3.3.1, bijzondere bepaling 283

Stoomwezen

   

3.3.1, bijzondere bepaling 288,

309 en 636

TNO PML

   

3.3.1, bijzondere bepaling 645

IVW Divisie Vervoer

   

3.2.3 Kolom 20 Bemerking 12

onder p) en g)

IVW Divisie Scheepvaart

   

3.2.3 Kolom 20 Bemerking 28

onder b)

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

5.2.2.1.9

TNO PML

   

5.5.1.2; 5.5.1.3

LNV of VWS

   

7.1.3.8

IVW Divisie Vervoer

   

7.1.4.3.5

VROM

SZW

   

7.1.4.3.6

VROM

SZW

   

7.1.4.7

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

7.1.4.8

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

7.1.4.9

IVW Divisie Vervoer

   

7.1.4.14.8; 7.1.4.14.13;

7.1.4.15.2

VROM

SZW

   

7.1.4.16

IVW Divisie Vervoer

   

7.1.4.18

7.1.4.29.2

VROM

SZW

   

7.1.5.4.2

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

7.1.5.4.3; 7.1.5.4.4; 7.1.5.5;

7.1.6.14 voor HA06

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

7.2.2.6

IVW Divisie Scheepvaart

   

7.2.3.7.1; 7.2.3.7.3

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

7.2.3.8

IVW Divisie Vervoer

   

7.2.4.2.4 Voor 7.2.4.2.1:

IVW Divisie Vervoer

Voor 7.2.4.2.2 en 7.2.4.2.3: in havens:

havenmeester/ buiten havens: HID-RWS

   

7.2.4.7.1

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID-RWS

   

7.2.4.9; 7.2.4.10.1

IVW Divisie Vervoer

   

7.2.4.15.3

SZW

   

7.2.4.24; 7.2.5.4.2; 7.2.5.4.3;

7.2.5.4.4

in havens: havenmeester/buiten

havens: HID- RWS

   

8.1.6.1; 8.1.6.2; 8.1.6.3;

8.1.7; 8.1.8.3; 8.1.8.7;

8.1.8.8; 8.1.8.9; 8.1.9.1;

8.1.10

IVW Divisie Scheepvaart

   

8.2.1.2

DGG/VL

   

8.2.1.2; 8.2.1.3; 8.2.1.4

KOFS

   

8.2.1.5; 8.2.1.6; 8.2.1.7;

8.2.1.8.

KOFS

   

8.2.1.9; 8.2.1.10

IVW Divisie Scheepvaart

   

8.2.2.6.1; 8.2.2.6.4; 8.2.2.6.5;

8.2.2.6.7; 8.2.2.7

8.2.2.8

KOFS

   

8.6.3

IVW Divisie Vervoer

   

8.6.4.2.6

IVW Divisie Scheepvaart/Classificatiebureau

   

9.2.0.94.4; 9.3.1.21.9

IVW Divisie Scheepvaart

   

9.3.1.23.1;

Stoomwezen/Classificatiebureau

   

9.3.1.50.2; 9.3.2.12.7

IVW Divisie Scheepvaart

   

9.3.2.21.9; 9.3.2.21.10;

9.3.2.23.5; 9.3.2.50.2

9.3.3.12.7; 9.3.3.21.9;

9.3.3.21.10;

IVW Divisie Scheepvaart

   

9.3.3.23.5; 9.3.3.50.2

IVW Divisie Scheepvaart

Artikel 3

  • 1 In tabel 1 wordt verstaan onder:

    a. Classificatiebureau:

    een classificatiebureau dat door alle Rijnoeverstaten en België is erkend;

    b. Defensie:

    Militaire Commissie Gevaarlijke Stoffen van het Ministerie van Defensie;

    c. DGG/VL:

    Minister, namens deze het hoofd van de afdeling Lading en Risicobeleid van het Directoraat-Generaal Goederenvervoer;

    d. Stoomwezen:

    Stoomwezen B.V. of een door deze instantie aangewezen deskundige of instantie;

    e. HID-RWS:

    Minister, namens deze de betrokken hoofdingenieur-directeur van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat;

    f. IVW, Divisie Scheepvaart:

    Minister, namens deze de directeur-hoofdinspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Scheepvaart;

    g. IVW, Divisie Vervoer:

    Minister, namens deze de directeur-hoofdinspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Vervoer;

    h. KOFS:

    het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart;

    i. LNV:

    de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    j. SEV:

    Stichting Exameninstituut Veiligheidsadviseur;

    k. SZW:

    de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    l. TNO PML:

    het Prins Maurits Laboratorium van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek;

    m. VROM:

    de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    n. VWS:

    de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 2 Indien het Stoomwezen B.V. de bevoegde autoriteit als bedoeld in tabel 1 is, gelden indien wordt verwezen naar voorschriften of bepalingen, de normen van Stoomwezen B.V.

Artikel 4

  • 1 In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a. overeenstemming vooraf: het KOFS doet schriftelijk een voorstel aan de Minister, die, indien accoord, instemt;

    • b. informatie achteraf: het KOFS informeert schriftelijk achteraf de Minister door toezending van een jaarlijks verslag, houdende aantallen examens, aantallen geslaag-den aan wie een ANDR-verklaring is verstrekt, alsmede een evaluatie.

  • 2 Bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden als bedoeld in artikel 1 van deze bijlage geeft het KOFS toepassing aan tabel 2.

Tabel 2 Specifieke bevoegdheden KOFS

Nummer

Bevoegdheid van KOFS

Overeenstemming

vooraf

Informatie

achteraf

8.2.1.2

Afgifte verklaring ADNR-deskundige

 

X

8.2.1.4

Aantekening herhalingscursus ADNR-deskundige

 

X

8.2.1.5 of 8.2.1.7

Aantekening vervolgcursus Gas of Chemie

 

X

8.2.1.6 of 8.2.1.8

Aantekening verlenging Gas of Chemie

 

X

8.2.2.6

Erkenning opleidingen:

   

- vaststellen erkenningsrichtlijn

X

 

- feitelijke erkenning opleidingen

 

X

8.2.2.7

Vaststellen verloop van de examens ADNR:

   

- opstellen examenreglement

X

 

- benoeming examen commissie

 

X

Vaststellen inhoud van de examens ADNR:

   

- vaststellen nationale examenprogramma

X

 
Naar boven