1 Als entstoffen, bedoeld in artikel 2, tweede en vierde lid, van het Besluit gebruik sera en entstoffen, tegen infectieuze bovine rhinotracheitis bij runderen worden slechts aangewezen die entstoffen die gebaseerd zijn op een virusstam die het gE-eiwit mist en als gevolg daarvan antistoffen opwekken welke te onderscheiden zijn van de antistoffen die ontstaan na een infectie met het veldvirus van infectieuze bovine rhinotracheitis.
2 Als entstoffen, bedoeld in artikel 3 van het Besluit gebruik sera en entstoffen, tegen infectieuze bovine rhinotracheitis bij runderen worden slechts toegelaten die entstoffen die gebaseerd zijn op een virusstam die het gE-eiwit mist en als gevolg daarvan antistoffen opwekken welke te onderscheiden zijn van de antistoffen die ontstaan na een infectie met het veldvirus van infectieuze bovine rhinotracheitis.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en kan worden aangehaald als:
Regeling aanwijzing entstoffen infectieuze bovine rhinotracheitis.