Wet van 1 juli 1998, houdende wijziging van de IJkwet in verband met de erkenning
van ijkbevoegden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de bepalingen van de
IJkwet met betrekking tot de erkenning van ijkbevoegden aan te passen teneinde erin
te voorzien dat een dergelijke erkenning niet wordt verleend in strijd met het bij
of krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalde;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: