Examenreglement voor beroepsvliegbewijzen

[Regeling vervallen per 23-08-2013.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2001 t/m 22-08-2013

Examenreglement voor beroepsvliegbewijzen

Hoofdstuk I. Algemene Bepalingen

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Artikel 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • 1 De examencommissie voor beroepsvliegbewijzen is belast met het afnemen van examens voor:

    • a. bewijzen van bevoegdheid als beroeps- en verkeersvlieger;

    • b. klasse- en typebevoegdverklaringen indien:

      • 1°. de kandidaat houder is van een beroeps- of verkeersvliegbewijs van de betreffende categorie, of

      • 2°. de kandidaat houder is van de bevoegdverklaring blindvliegen en het betreffende type of klasse vliegtuig onder IFR wenst te besturen, of

      • 3°. het vliegtuigtype voor besturing door meer dan één vlieger gecertificeerd is.

    • c. de bevoegdverklaring blindvliegen;

    • d. het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige en de bevoegdverklaringen voor vliegtuigtypen in dat bewijs.

  • 2 De examens voor de bewijzen van bevoegdheid als beroeps- en verkeersvlieger en de bevoegdverklaringen spuitvliegen en blindvliegen en het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige bestaan uit een theoretisch en een praktisch examen; de examens voor de bevoegdverklaringen voor categorieën, klassen en typen van vliegtuigen en vliegonderricht bestaan uit een praktisch examen.

  • 3 De examencommissie heeft tot taak te onderzoeken of de kandidaten voldoen aan de gestelde eisen met betrekking tot de vereiste kennis en bedrevenheid voor de onder lid 1 genoemde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen zoals bedoeld in artikel 23, derde lid van de Regeling Toezicht Luchtvaart en nader zijn omschreven in de desbetreffende bijlagen.

Hoofdstuk II. Theoretische examens

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Artikel 3. Organisatie

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Voor het verrichten van de noodzakelijke secretariaatswerkzaamheden is aan de examencommissie binnen de organisatie van de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat een secretariaat ter beschikking gesteld.

  • b. De voorzitter kan een plaatsvervangend voorzitter belasten met de verantwoordelijkheid voor bepaalde deeltaken binnen de examencommissie.

  • c. Voor werkzaamheden in de examencommissie worden de leden namens de voorzitter door de secretaris opgeroepen voor zover de aard en de omvang van de werkzaamheden zulks vereisen. In geval van verhindering moeten zij daarvan onverwijld kennis geven aan de secretaris, waarna deze in overleg met de voorzitter voor tijdelijke vervanging zorgdraagt.

  • d. Voor ieder af te nemen examen draagt de secretaris, in overleg met de voorzitter, zorg voor de nodige ruimte, materialen en examenpapier. Voor de aanvang van het examen controleert hij of de ter beschikking gestelde ruimte in orde is en rapporteert dit aan de voorzitter.

  • e. Bij het schriftelijk examen zijn voor ieder examenvak tenminste twee leden van de examencommissie voor het houden van toezicht aanwezig, tenzij in verband met de aard en de inrichting van het lokaal en de examenopgaven naar het oordeel van de voorzitter één lid voldoende kan worden geacht. Een mondeling examen wordt door tenminste twee leden van de examencommissie afgenomen.

  • f. Het bij examens gemaakt schriftelijk werk wordt na afloop van het examen bewaard bij het secretariaat.

  • g. [Red: vervallen.]

  • h. Bij ieder examen moet de kandidaat zich desgevraagd legitimeren door middel van een geldig identiteitsbewijs, voorzien van een goed gelijkende pasfoto. Tevens dient de kandidaat zijn oproep naar het examen mede te nemen.

  • i. Het schriftelijk werd moet door de kandidaat met niet uitwisbaar schrijfmateriaal worden gemaakt.

Artikel 4. Besluiten

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Alle besluiten, die in de examencommissie plaatsvinden worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 5. Het afnemen van theoretische examens

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • 1 Het theoretisch examen voor het bewijs van bevoegdheid als beroepsvlieger en als verkeersvlieger en de bevoegdverklaring blindvliegen en voor het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige wordt schriftelijk afgenomen. In bijzondere gevallen kan het examen mondeling worden afgenomen.

  • 2 Het theoretisch examen voor de bevoegdverklaring spuitvliegen wordt mondeling afgenomen.

Artikel 6. Door de examencommissie af te nemen examens

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Het theoretische examen voor de in artikel 1 bedoelde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverkaringen omvat de vakken, welke zijn vermeld in de bij dit reglement behorende bijlage.

  • b. In deze bijlage is tevens de duur van het examen per vak vastgelegd.

  • c. Het theoretisch examen voor de bewijzen van bevoegdheid als beroeps- en verkeersvlieger en voor de bevoegdverklaring blindvliegen en voor het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige kan in afzonderlijke vakken worden afgelegd. Elk vak blijft 24 maanden geldig. De examens voor alle vakken dienen binnen een termijn van 24 maanden met gunstig resultaat te zijn afgelegd. De termijn van 24 maanden begint vanaf de eerste dag van de maand volgend op het tijdstip waarop dit gunstige resultaat is behaald.

Artikel 7. Inschrijving en examendata

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

De inschrijvingstermijn en examendata worden jaarlijks gepubliceerd in een Mededeling Aan Luchtvarenden.

Artikel 8. Het schriftelijk examen

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Namens de voorzitter nodigt de secretaris tenminste 6 weken voor de aanvang van het examen de examinatoren uit voor deelname aan het examen en tot het opstellen van de schriftelijke examenopgaven.

  • b. Deze opgaven worden samengesteld over een zo groot mogelijk gedeelte van de in de exameneisen vervatte leerstof opdat een zo goed mogelijk beeld kan worden verkregen van de kennis van de kandidaat. De opgaven worden door de voorzitter vastgesteld. De met het opstellen van vragen belaste examinatoren nemen afdoende maatregelen ter geheimhouding van de door hen opgestelde opgaven, die aan de secretaris worden toegezonden in de daarvoor bestemde enveloppen.

  • c. De secretaris is er voor verantwoordelijk dat de examenopgaven onder geheimhouding worden getypt, vermenigvuldigd en in verzegelde enveloppen worden bewaard om bij de aanvang van het examen aan de voorzitter ter hand te worden gesteld.

  • d. De secretaris zorgt in overleg met de voorzitter voor een rooster voor het examen, waarin vermeld worden de tijdstippen waarop de examens in de verschillende vakken aanvangen en eindigen, de lokaliteiten waarin deze examens worden afgenomen en de bij het examen aanwezige examinatoren.

  • e. De secretaris richt tot iedere examenkandidaat een oproep tot deelname aan het examen, onder vermelding van examennummer, plaats, datum, tijd van aanmelding en mede te nemen bescheiden en materialen.

  • f. Bij de aanmelding van de kandidaten voor de aanvang van het examen wijst de secretaris iedere kandidaat een plaats aan in de examenlokaliteit.

  • g. Op het tijdstip van aanvang van het examen opent de voorzitter of een door hem aan te wijzen examinator de verzegelde enveloppe met opgaven voor het desbetreffende vak en draagt zorg voor de uitreiking daarvan aan de kandidaten, die tevens worden voorzien van examenpapier en kladpapier.

  • h. Gedurende het examen zorgt de voorzitter voor regelmatige surveillance. Hij is verantwoordelijk voor het handhaven van rust en orde in de examenlokaliteit. Gedurende het examen mogen de kandidaten de examenlokaliteit niet verlaten dan met toestemming van de voorzitter en met in acht name van door de voorzitter gestelde voorwaarden. Het schriftelijk examen is niet openbaar.

  • i. Op het tijdstip van beëindiging van een examenvak van het examen draagt de voorzitter er zorg voor, dat de kandidaten het werk beëindigen en wordt zowel het examenpapier als het kladpapier ingenomen.

  • j. De voorzitter stelt het gemaakte schriftelijk werk ter hand aan de desbetreffende examinatoren en bepaalt de termijn waarbinnen het moet zijn beoordeeld.

  • k. De voorzitter stelt in overleg met de secretaris plaats, datum en tijdstip vast van een vergadering met de betrokken examinatoren ter vaststelling van de waardering van het schriftelijk werk en het nemen van beslissingen met betrekking tot de uitslag. Na afloop van deze vergadering worden de waarderingen uitsluitend schriftelijk aan de desbetreffende kandidaat medegedeeld.

  • l. Indien de kandidaat heeft voldaan aan de eisen voor het volledig theoretisch examen, wordt dit op verzoek van de kandidaat schriftelijk medegedeeld.

Artikel 9. Het mondeling examen

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. De secretaris draagt in overleg met de voorzitter zorg voor de organisatie van een mondeling examen. Gedurende een mondeling examen draagt de voorzitter zorg voor een ordelijk verloop hiervan

  • b. Een mondeling examen wordt in het openbaar afgenomen. Toehoorders moeten zich in het examenlokaal gedragen naar de aanwijzingen van de voorzitter of de overige examinatoren; toehoorders, die zich niet naar deze aanwijzingen gedragen kan het verblijf in het examenlokaal worden ontzegd.

  • c. Onmiddellijk na afloop van het mondeling examen stellen de examinatoren, zo nodig in overleg met de voorzitter, de waardering en de uitslag vast, waarna de secretaris een en ander schriftelijk vastlegt.

  • d. Na het examen worden waardering en uitslag aan de kandidaat medegedeeld. Gelijktijdig wordt de kandidaat in het bezit gesteld van een schriftelijke bevestiging hiervan.

Artikel 10. Herexamens

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Kandidaten die voor een of meerdere examenvakken zijn afgewezen, kunnen opnieuw examen in dit/deze vak/vakken afleggen op de examendata zoals deze in de desbetreffende Mededeling Aan Luchtvarenden zijn vastgelegd. Het gestelde in Artikel 6 onder c is voor de examentermijn onverminderd van toepassing.

Artikel 11. Toe te kennen waardering

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Het oordeel omtrent de kennis van de kandidaten wordt uitgedrukt in een percentage van het totaal per examenvak toe te kennen aantal punten.

Artikel 12. De waardering

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Voor het theoretische examen voor het bewijs van bevoegdheid als beroepsvlieger alsmede voor de bevoegdverklaring blindvliegen wordt de kandidaat geacht te zijn geslaagd indien voor alle vakken tenminste een waardering van 60% is behaald binnen de termijn genoemd in artikel 6 onder c.

  • b. Voor het theoretische examen voor het bewijs van bevoegdheid als verkeersvlieger wordt de kandidaat geacht te zijn geslaagd indien voor alle vakken tenminste een waardering van 70% is behaald binnen de termijn genoemd in artikel 6 onder c. Indien de waardering voor een vak van het theoretisch examen voor verkeersvlieger 60 tot en met 69% bedraagt, telt dit vak mee voor het gestelde onder a.

  • c. Voor het theoretische examen voor het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige wordt de kandidaat geacht te zijn geslaagd indien voor alle vakken tenminste een waardering van 60% is behaald binnen de termijn genoemd in artikel 6 onder c.

  • d. Voor het theoretisch examen voor de bevoegdverklaring spuitvliegen wordt de kandidaat geacht te zijn geslaagd indien tenminste een waardering van 60% is behaald.

Hoofdstuk III. Praktische examens

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Artikel 13. Organisatie

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Voor het verrichten van de noodzakelijke secretariaatswerkzaamheden is aan de examencommissie binnen de organisatie van de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat een secretariaat ter beschikking gesteld.

  • b. De voorzitter kan een plaatsvervangend voorzitter belasten met de verantwoordelijkheid voor bepaalde deeltaken binnen de examencommissie.

  • c. Het praktisch examen moet in principe door twee leden van de examencommissie worden afgenomen, tenzij de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter anders beslist.

  • d. [Red: vervallen.]

  • e. Bij een examen moet de kandidaat zich desgevraagd legitimeren door middel van een geldig identiteitsbewijs voorzien van een goed gelijkende pasfoto.

Artikel 14. Het afnemen van praktische examens voor bewijzen van bevoegdheid als vlieger

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Kandidaten worden na indiening van een aanvraag voor het afleggen van een praktisch examen slechts tot dat examen toegelaten, indien zij het voor het desbetreffende bewijs van bevoegdheid c.q. de bevoegdverklaring vereiste theoretische examen met gunstig gevolg hebben afgelegd.

  • b. Om toegelaten te worden tot een praktisch examen voor de type bevoegdverklaring op een vliegtuig met een maximum startmassa van meer dan 20.000 kg moet men in het bezit zijn van tenminste een geldig bewijs van bevoegdheid als beroepsvlieger, waarin de bevoegdverklaring blindvliegen is opgenomen.

  • c. Na overleg met de kandidaat of diens vertegenwoordiger, wordt de plaats, de datum en het tijdstip van het examen door de voorzitter vastgesteld.

  • d. De kandidaat draagt zorg voor de beschikbaarheid van een voor het examen geschikt vliegtuig dan wel een gekwalificeerde vluchtnabootser of beide van het vereiste type, indien het examen in een vliegtuig of een vluchtnabootser of beide moet worden afgelegd.

  • e. De kandidaat moet worden vergezeld door een voor dat type bevoegde vlieger met naar het oordeel van de examencommissie voldoende recente instructie-ervaring op dat type en in het bezit van de bevoegdverklaring blindvliegen. Indien het een examen betreft voor de bevoegdverklaring blindvliegen, dan moet de vlieginstructeur in het bezit zijn van de bevoegdverklaringen blindvliegen en vliegonderricht en naar het oordeel van de examencommissie, voldoende recente instructie-ervaring blindvliegen. Met deze vlieginstructeur wordt voor de aanvang van het examen het examenprogramma besproken, alsmede de taak, welke hij tijdens het examen heeft.

  • f. Een praktisch examen omvat een aantal groepen van proeven als omschreven in het door de Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde examenrapportformulier. Indien om redenen, onafhankelijk van de wil van de kandidaten een of meer examenonderdelen niet kunnen worden afgenomen, kan het examen op een later tijdstip worden voortgezet, mits de kandidaat aannemelijk maakt dat de bedrevenheid die tijdens de reeds afgelegde delen van het examen getoetst is, door middel van opleiding is behouden. Deze voortzetting geschiedt in ieder geval binnen dertien weken.

  • g. Onmiddellijk na het praktisch examen wordt door de examinatoren het cijfer voor iedere groep van proeven van het examen en de uitslag vastgesteld, waarna het examenrapport onverwijld aan de secretaris wordt toegezonden. Indien de examinatoren een eensluidend oordeel over de uitslag hebben, mag de uitslag door hen onmiddellijk aan de kandidaat worden medegedeeld. Indien de examinatoren niet tot een eensluidend oordeel over de uitslag kunnen komen, wordt het examenrapport voorzien van een met redenen omklede toelichting, onverwijld aan de secretaris toegezonden, waarna de voorzitter, na de examinatoren te hebben gehoord, beslist.

  • h. Inzake andere omstandigheden van het praktisch examen zijn in de bijlage bij dit reglement nadere regelen gesteld.

  • i. Indien de uitslag van een praktisch examen resulteert in een herexamen wordt het herexamen afgenomen, mits de kandidaat aannemelijk maakt dat de bedrevenheid die tijdens de reeds afgelegde delen van het examen getoetst is, door middel van opleiding is behouden. Het herexamen wordt, tenzij de voorzitter anders bepaalt, binnen dertien weken na de vaststelling van deze uitslag door de kandidaat afgelegd.

  • j. Een kandidaat, die niet op de vastgestelde datum en tijd voor het examen aanwezig kan zijn, is ervoor verantwoordelijk, dat de voorzitter hiervan zo spoedig mogelijk in kennis wordt gesteld, onder vermelding van de redenen. Tenzij naar het oordeel van de voorzitter overmacht is aangetoond, wordt de kandidaat geacht zich alsdan tijdens het examen te hebben teruggetrokken waarbij het gestelde in het vierde en vijfde lid van artikel 53, van de Regeling Toezicht Luchtvaart van toepassing is.

  • k. Indien naar het oordeel van de examinator(en) tijdens de vluchtvoorbereiding dan wel tijdens de vlucht een zodanig gebrek aan kennis dan wel bedrevenheid geconstateerd wordt, dat de kans op slagen niet meer aanwezig is, kan/kunnen de examinator(en) het examen voortijdig beëindigen. De kandidaat is in dit geval afgewezen.

Artikel 15. Het afnemen van praktische examens voor het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

  • a. Kandidaten worden na indiening van een aanvraag voor het afleggen van een praktisch examen slechts tot dat examen toegelaten, indien zij het theoretische examen voor het bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige met gunstig gevolg hebben afgelegd.

  • b. Tenzij de voorzitter anders bepaalt, draagt de secretaris er namens de voorzitter zorg voor dat de kandidaten voor een praktisch examen tijdig voor het afleggen daarvan worden opgeroepen en de examinatoren in overleg met de kandidaat, diens werkgever of opleidingsinstelling, de plaats, datum en tijdstip van het examen vaststellen.

  • c. In het geval dat een kandidaat een praktisch examen in de lucht dan wel in een vluchtnabootser moet afleggen, draagt hij dan wel zijn werkgever of vliegopleiding zorg voor de beschikbaarheid van een vliegtuig dan wel vluchtnabootser van het vereiste type. Ter beoordeling van de examinatoren dient de kandidaat te worden vergezeld van een voor dat type bevoegde en ervaren boordwerktuigkundige die tijdens het examen als verantwoordelijk boordwerktuigkundige kan optreden en waarmee voor de aanvang van het examen het examenprogramma wordt besproken.

  • d. Het praktisch examen omvat drie groepen van proeven als omschreven in het desbetreffende examenrapportformulier. De volgorde van de groepen bepaalt de volgorde van het examen. Het praktisch examen moet binnen een termijn van 3 maanden zijn behaald.

  • e. Indien om redenen onafhankelijk van de wil van de kandidaat een of meer examenonderdelen niet kunnen worden afgenomen kan het examen op een later tijdstip worden voortgezet.

  • f. Onmiddellijk na het praktisch examen wordt door de examinator(en) het cijfer voor iedere groep van het examen en de uitslag vastgesteld en aan de kandidaat medegedeeld, waarna het examenrapport onverwijld aan de secretaris wordt toegezonden. De uitslag van het examen wordt door de voorzitter en de secretaris schriftelijk aan de kandidaat bevestigd.

    De secretaris draagt er zorg voor dat een afschrift van het examenrapport onverwijld wordt toegezonden aan de directeur-hoofdinspecteur van de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

  • g. Inzake de duur en andere omstandigheden van het praktisch examen zijn in de bijlage bij dit reglement nadere regelen gesteld.

Artikel 16. Toe te kennen cijfers

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Het oordeel omtrent de kennis en bedrevenheid van de kandidaten wordt voor iedere groep van proeven uitgedrukt door een van de cijfers 1 tot en met 10, aan welke cijfers de volgende betekenis moet worden gehecht:

  • 1 zeer slecht

  • 2 slecht

  • 3 gering

  • 4 onvoldoende

  • 5 bijna voldoende

  • 6 voldoende

  • 7 ruim voldoende

  • 8 goed

  • 9 zeer goed

  • 10 uitmuntend

Artikel 17. Cijferwaardering bij praktische examens

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Voor iedere afzonderlijke groep van proeven wordt een cijfer toegekend. Dit cijfer zal steeds lager zijn dan een 6, indien een of meer proeven behorende tot die groep op onbevredigende wijze werd(en) uitgevoerd, met dien verstande, dat binnen de mogelijkheden van het desbetreffende examenrapportformulier proeven eenmaal mogen worden herhaald. De kandidaat wordt geacht te zijn geslaagd voor een groep, indien alle proeven van die groep op tenminste voldoende wijze zijn uitgevoerd. De wijze waarop een herhaling van een proef wordt afgelegd wordt daarbij in aanmerking genomen.

Artikel 18. De eindwaardering

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Een praktisch examen wordt geacht met gunstige uitslag te zijn afgelegd, wanneer de kandidaat voor iedere groep van proeven tenminste het eindcijfer 6 heeft behaald.

Hoofdstuk IV. Beroepsprocedure

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Indien een kandidaat bezwaar heeft tegen de uitslag van een examen kan hij binnen twee weken schriftelijk, met redenen omkleed, een bezwaarschrift indienen bij de voorzitter van de examencommissie.

Hoofdstuk V. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Artikel 20. Ontheffing

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

In bijzondere gevallen kan de Minister van Verkeer en Waterstaat afwijken van het gestelde in deze regeling.

Artikel 21. Titel

[Regeling vervallen per 23-08-2013]

Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel: Examenreglement voor beroepsvliegbewijzen.

Naar boven