Regeling toekenningsprocedure WAO bij twee of meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tijdens fase 1 OOW

[Regeling vervallen per 29-12-2005.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 23-02-2002 t/m 28-12-2005

Regeling toekenningsprocedure WAO bij twee of meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tijdens fase 1 OOW

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op de artikelen 29, tweede lid, en 41, eerste lid, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen;

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. arbeidsongeschiktheidsuitkering:

een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onderdeel b, van de OOW, waarop recht bestaat op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1, en waarvan het recht na dat tijdstip zou zijn doorgelopen indien die fase 1 niet zou zijn aangevangen;

b. maatmaninkomen:

het maatmaninkomen, bedoeld in artikel 2 van het Schattingsbesluit WAO, Waz en Wajong;

c. OOW:

de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen;

d. tijdstip van aanvang van fase 1:

het tijdstip van aanvang van fase 1, bedoeld in artikel 50 van de OOW;

e. uitvoeringsinstelling:

een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;

f. WAO:

de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

g. WW:

de Werkloosheidswet;

h. ZW:

de Ziektewet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

  • 1 In het geval van recht op meerdere arbeidsongeschiktheidsuitkeringen wordt, in afwijking van de artikelen 13, derde lid, en 23, tweede lid, van de OOW, voor de toepassing van de artikelen 21a, 21b, 34 juncto 36 en 61 van de WAO en de artikelen 29 en 29b van de ZW, de meest recente datum van ingang van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering aangemerkt als de datum waarop ingevolge de OOW het recht op een uitkering op grond van de WAO geacht wordt te zijn ingegaan.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 34, eerste lid, van de WAO op de ingevolge de OOW toe te kennen uitkering op grond van de WAO, wordt als einddatum van de periode bedoeld in dat artikellid aangemerkt de einddatum die gold voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering met de langste looptijd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

  • 2 Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde gevallen wordt de hoogte en de datum van ingang van het vervolgdagloon vastgesteld met inachtneming van de ingevolge artikel 2 als datum van ingang van de uitkering ingevolge de WAO aangemerkte datum.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

In geval van meerdere rechten in verband met ongeschiktheid wegens ziekte of meerdere arbeidsongeschiktheidsuitkeringen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onderdeel a of b, van de OOW, vinden de artikelen 18, tweede tot en met vierde lid, en 30, eerste lid, onderdeel a, van de WAO, zo nodig in afwijking van artikel 29, eerste lid, van de OOW, slechts toepassing op de overheidswerknemers, bedoeld in de artikelen 12 en 22 van de OOW, ingeval op al de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in dezelfde mate een of meer van de genoemde bepalingen reeds van toepassing of van overeenkomstige toepassing zijn of zouden zijn op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

  • 1 In geval van recht op meerdere arbeidsongeschiktheidsuitkeringen wordt, in afwijking van artikel 16 of artikel 26 van de OOW, voor de vaststelling van de op basis van de OOW toe te kennen uitkering ingevolge de WAO de mate van arbeidsongeschiktheid, afhankelijk van de hierna te onderscheiden situaties, als volgt vastgesteld:

    • a. indien er voor de onderscheiden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen een mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld die in alle gevallen gelijk is, die mate;

    • b. indien er voor de onderscheiden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen een mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld die niet in alle gevallen gelijk is, en in het kader van de uitvoering van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet een mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld die geldt per de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1, die laatstbedoelde mate;

    • c. in alle niet in de onderdelen a en b bedoelde situaties wordt de mate van arbeidsongeschiktheid nader onderzocht en vastgesteld.

  • 2 Bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt indien de onderscheiden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voortkomen uit:

    • a. gelijktijdig vervulde dienstbetrekkingen een maatmaninkomen gehanteerd dat wordt vastgesteld op de som van de maatmaninkomens die golden voor de onderscheiden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen;

    • b. achtereenvolgens vervulde dienstbetrekkingen een maatmaninkomen gehanteerd ter grootte van het hoogste maatmaninkomen van de maatmaninkomens die golden voor de onderscheiden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

Indien artikel 19, onderdeel b of c, of artikel 27, onderdeel b of c van de OOW toepassing zou vinden op één of meer van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, vindt de wijze waarop het overgangsrecht van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen ingevolge die artikelen van toepassing is, op de voor de uitkeringsgerechtigde meest gunstige wijze toepassing op het ingevolge deze regeling met ingang van fase 1 vast te stellen recht op uitkering ingevolge de WAO.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

  • 1 Indien de toepassing van de artikelen 2 tot en met 7 van deze regeling leidt tot toekenning van een recht op een uitkering ingevolge de WAO dat op het tijdstip van aanvang van fase 1 minder bedraagt dan de som van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die aan die uitkering ingevolge de WAO ten grondslag lagen, verminderd met het bedrag van de op die uitkeringen toegepaste vermindering wegens samenloop van rechten, wordt in afwijking van artikel 3, de hoogte van het dagloon vastgesteld op het bedrag dat als volgt is berekend. De som van het naar een jaarbedrag herleide recht op de hiervoor bedoelde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1 inclusief het recht op vakantie-uitkering, wordt verminderd met het naar een jaarbedrag herleide bedrag van de op die uitkeringen toegepaste vermindering wegens samenloop van rechten, en vervolgens gedeeld door 261. Vervolgens wordt het resultaat gedeeld door het berekeningspercentage dat correspondeert met de op basis van deze regeling vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid, en overeenkomstig artikel 15 van de WAO geïndexeerd per het tijdstip van aanvang van fase 1.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

De toepassing van de artikelen 2 tot en met 8 geschiedt door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

  • 1 De overheidswerknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de OOW, of de gewezen overheidswerknemer, die op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1 meer dan één arbeidsongeschiktheidsuitkering geniet, maar wiens recht op een uitkering ingevolge de WAO met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 1 nog niet met toepassing van de artikelen 2 tot en met 9 is vastgesteld, heeft met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 1 tot het moment waarop dat recht daadwerkelijk met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip van aanvang van fase 1 is vastgesteld doch uiterlijk tot 1 januari 1999, recht op meer dan één uitkering ingevolge de WAO met inachtneming van dit artikel.

  • 2 Voorzover één of meer van de in het eerste lid bedoelde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1 geen uitkering ingevolge de WAO is, wordt elk van die arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op die dag aangemerkt als een uitkering ingevolge de WAO. De hoogte en duur van de betreffende uitkering ingevolge de WAO is gelijk aan de hoogte en duur van de arbeidsongeschiktheidsuitkering die gold op de dag voorafgaande aan dat tijdstip.

  • 4 De overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer, bedoeld in het eerste lid, wordt geacht de in artikel 34 van de WAO bedoelde aanvraag voor voortzetting van de in het tweede lid als uitkering ingevolge de WAO aangemerkte arbeidsongeschiktheidsuitkering tijdig te hebben ingediend.

  • 5 De in het tweede lid als uitkering ingevolge de WAO aangemerkte arbeidsongeschiktheidsuitkering alsmede de uitvoering daarvan worden vanaf het tijdstip van aanvang van fase 1 bekostigd ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

  • 6 De uitvoering van de in het eerste lid bedoelde uitkeringen ingevolge de WAO blijft met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 1 tot het moment waarop dat recht daadwerkelijk met terugwerkende kracht is vastgesteld doch uiterlijk tot een jaar na bedoeld tijdstip, berusten bij de uitvoeringsinstellingen die met de uitvoering van de betreffende arbeidsongeschiktheidsuitkering belast waren op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 1. Uiterlijk de dag voorafgaande aan de datum, waarop een jaar is verstreken na bedoeld tijdstip draagt de uitvoeringsinstelling de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde uitkeringen ingevolge de WAO die niet de in het tweede lid als uitkeringen ingevolge de WAO aangemerkte arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn, over aan de uitvoeringsinstelling, bedoeld in artikel 9.

  • 7 Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan besluiten dat de in het eerste lid bedoelde uitkeringen ingevolge de WAO, wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd of wegens overlijden worden beëindigd zonder dat toepassing wordt gegeven aan de artikelen 2 tot en met 8.

  • 8 Ingeval van een overdracht als bedoeld in het zesde lid, stelt de uitvoeringsinstelling, bedoeld in artikel 9, meteen, aan de hand van de artikelen 2 tot en met 8, het recht op uitkering ingevolge de WAO vast met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip van aanvang van fase 1.

  • 9 Het op grond van dit artikel betaalde bedrag aan uitkeringen wordt verrekend met het bedrag van de op basis van de ingevolge de artikelen 2 tot en met 8 toe te kennen uitkering op grond van de WAO over de betreffende periode. Indien bij de vaststelling van het recht op die uitkering ingevolge de WAO blijkt dat bedoeld bedrag aan uitkeringen het bedrag van de uitkering ingevolge de WAO overtreft, wordt het teveel betaalde niet teruggevorderd, behoudens in het geval zulks voortvloeit uit het niet nakomen van een verplichting als bedoeld in artikel 25 of 28 van de WAO.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

Indien de overheidswerknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de OOW, of de gewezen overheidswerknemer, op wie de artikelen 2 tot en met 10 worden toegepast, op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang fase 1 recht heeft op een uitkering op grond van de WW en dat recht wordt na die dag voortgezet, leidt de toepassing van de artikelen 2 tot en met 10 niet tot een wijziging van het dagloon waarnaar die WW-uitkering is of wordt berekend.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

Vanaf het tijdstip van aanvang van fase 1 tot het tijdstip waarop de WW op de overheidswerknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de OOW, of de gewezen overheidswerknemer van toepassing wordt, wordt voor de toepassing op de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer, die op het tijdstip van aanvang van fase 1 met toepassing van artikel 2 tot en met 10 een uitkering ingevolge de WAO geniet en op of na het tijdstip van aanvang fase 1 recht verkrijgt op een uitkering op grond van de WW, artikel 47 van de WW als volgt gelezen:

Artikel 47

  • 1. De uitkering bedraagt per dag 70% van het dagloon.

  • 2. Het dagloon van de uitkering wordt bepaald met inachtneming van de Dagloonregels Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid, met uitzondering van artikel 14 van die Dagloonregels.

  • 3. In aanvulling op het tweede lid, geldt dat het dagloon van de overheidswerknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, of de gewezen overheidswerknemer, die op of na het tijdstip van aanvang van fase 1, bedoeld in artikel 50 van die wet, recht heeft op een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80% ontvangt of, indien artikel 25, artikel 28, artikel 30 of artikel 33 van die wet te zijnen aanzien niet van toepassing was, zou ontvangen, gelijk is aan het dagloon, berekend volgens de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen. Het aldus berekende dagloon wordt evenredig verlaagd door het dagloon te vermenigvuldigen met een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door het verschil tussen 100 en het midden van de arbeidsongeschiktheidsklasse waarin de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer is ingedeeld, en de noemer door het getal 100.

  • 4. Indien de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer, bedoeld in het derde lid, op een tijdstip na de dagloonberekening overeenkomstig dat lid, op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt ingedeeld in een andere arbeidsongeschiktheidsklasse dan die welke bij de evenredige verlaging is gehanteerd, wordt het krachtens de eerste volzin van het derde lid berekende dagloon evenredig verlaagd door dat dagloon te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het verschil tussen 100 en het midden van de nieuwe arbeidsongeschiktheidsklasse, en de noemer door het getal 100.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing zolang de in dit artikel bedoelde overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer in staat kan worden geacht arbeid die hij na het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid heeft verricht, duurzaam te verrichten.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

Deze regeling treedt inwerking op het tijdstip van aanvang van fase 1.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 29-12-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toekenningsprocedure WAO bij twee of meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tijdens fase 1 OOW.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 1997

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F.H.G. de Grave

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

H.F. Dijkstal

De

Staatssecretaris

van Defensie,

J.C. Gmelich Meijling

Naar boven