Wet adviesstelsel Justitie

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 23-07-1997 t/m 21-06-2007

Wet van 5 juli 1997 tot instelling van vaste colleges van advies van het Rijk op het terrein van het Ministerie van Justitie (Wet adviesstelsel Justitie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een aantal vaste colleges van advies van het Rijk in te stellen op het terrein van het Ministerie van Justitie en dat het in verband met artikel 79 Grondwet en de Kaderwet adviescolleges noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1 Er is een Commissie vennootschapsrecht.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.

  • 3 De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het vennootschapsrecht en het rechtspersonenrecht in het algemeen.

Artikel 2

  • 1 Er is een Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.

  • 3 De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het burgerlijk procesrecht.

Artikel 3

  • 1 Er is een Commissie auteursrecht.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste tien leden.

  • 3 De commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over wetgeving op het terrein van het auteursrecht en de naburige rechten.

  • 4 De commissie houdt op te bestaan met ingang van 1 april 1999.

Artikel 10

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1996, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 5 juli 1997

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven