Regeling spreiding zomervakanties 1999-2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-10-1998 t/m 30-12-2004

Regeling spreiding zomervakanties 1999-2002

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Mede namens de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij,

Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet op het basisonderwijs, artikel 20, tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en artikel 17 van het Inrichtingsbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o;

Gezien het advies van november 1996 van de Commissie Vakantiespreiding van de Raad voor de Openluchtrecreatie;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. een school voor basisonderwijs:

een school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs;

b. een school voor speciaal onderwijs:

een school of scholengemeenschap voor speciaal onderwijs als bedoeld in de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs;

c. een school voor voortgezet speciaal onderwijs:

een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de onder b genoemde wet;

d. een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:

een school, instelling of scholengemeenschap voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de onder b genoemde wet;

e. een school voor voortgezet onderwijs:

een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, met uitzondering van een school voor voorbereidend beroepsonderwijs die deel uitmaakt van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en met uitzondering van een school voor voortgezet onderwijs in een scholengemeenschap met een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.1, eerste lid, van deze wet;

een school:

een school als bedoeld onder a, b, c, d en e;

de inspectie:

wat betreft het basisonderwijs, de inspectie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op het basisonderwijs, wat betreft het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, de inspectie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, en wat betreft het voortgezet onderwijs, de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2. Regio's en perioden van zomervakantie

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Voor de vaststelling van de perioden van zomervakantie, genoemd in artikel 5, derde lid, behoort een school tot één van de regio's, genoemd in artikel 3 of artikel 4. De plaats van vestiging is bepalend voor de regio waartoe een school behoort. Indien een school vestigingen heeft in meer dan één regio, behoort elke vestiging tot de regio waarin ze is gelegen.

Artikel 3. Regio-indeling zomervakantie 1999

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De regio's, bedoeld in artikel 2, zijn voor de zomervakantie in het jaar 1999:

  • regio noord, bestaande uit: de provincies Groningen, Friesland, Drente, Overijssel en Flevoland, met uitzondering van de gemeente Zeewolde, de provincie Noord-Holland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland, de gemeente Hattem, en wat betreft de provincie Utrecht, de gemeenten Eemnes en Loosdrecht;

  • regio midden, bestaande uit: de provincie Gelderland, met uitzondering van de gemeenten Ammerzoden, Hattem, Hedel en Maasdriel, de provincie Utrecht, met uitzondering van de gemeenten Eemnes en Loosdrecht, alsmede wat betreft de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde, en wat betreft de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Ter Aar, Alkemade, Alphen aan den Rijn, Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Delft, Den Haag, Giessenlanden, Gorinchem, Gouda, 's-Gravenzande, Hardinxveld-Giessendam, Hillegom, Jacobobswoude, Katwijk, Leerdam, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam, Liemeer, De Lier, Lisse, Maasland, Monster, Moordrecht, Naaldwijk, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Nootdorp, Oegstgeest, Ouderkerk, Pijnacker, Reeuwijk, Rijnsburg, Rijnwoude, Rijswijk, Sassenheim, Schipluiden, Schoonhoven, Valkenburg, Vianen, Vlist, Voorburg, Voorhout, Voorschoten, Waddinxveen, Warmond, Wassenaar, Wateringen, Zederik, Zevenhuizen-Moerkapelle, Zoetermeer en Zoeterwoude;

  • regio zuid, bestaande uit: de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Ammerzoden, Hedel en Maasdriel, en wat betreft de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Binnenmaas, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Dirksland, Dordrecht, Goedereede, Graafstroom, 's-Gravendeel, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Liesveld, Maassluis, Middelharnis, Nederlek, Nieuwerkerk aan den IJssel, Nieuw-Lekkerland, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Papendrecht, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Sliedrecht, Spijkenisse, Strijen, Vlaardingen, Westvoorne en Zwijndrecht.

Artikel 4. Regio-indeling zomervakanties 2000 tot en met 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De regio's, bedoeld in artikel 2, zijn voor de zomervakanties in de jaren 2000, 2001 en 2002:

  • regio noord, bestaande uit: de provincies Groningen, Friesland, Drente, Overijssel en Flevoland, met uitzondering van de gemeente Zeewolde, de provincie Noord-Holland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland, de gemeente Hattem, en wat betreft de provincie Utrecht, de gemeenten Eemnes en Loosdrecht;

  • regio midden, bestaande uit: de provincie Utrecht, met uitzondering van de gemeenten Eemnes en Loosdrecht, de provincie Zuid-Holland, alsmede wat betreft de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde, wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Aalten, Apeldoorn, Barneveld, Bergh, Borculo, Brummen, Buren, Culemborg, Dinxperlo, Doetinchem, Echteld, Ede, Eibergen, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Gendringen, Gorssel, Groenlo, Harderwijk, Heerde, Hengelo, Hoevelaken, Hummelo en Keppel, Kesteren, Lichtenvoorde, Lienden, Lingewaal, Lochem, Maurik, Neede, Neerijnen, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Ruurlo, Scherpenzeel, Steenderen, Tiel, Voorst, Vorden, Wageningen, Warnsveld, Wehl, Wisch, Zelhelm en Zutphen, en wat betreft de provincie Noord-Brabant, de gemeenten Werkendam en Woudrichem;

  • regio zuid, bestaande uit: de provincies Limburg en Noord-Brabant, met uitzondering van de gemeenten Werkendam en Woudrichem, de provincie Zeeland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland, de gemeenten Ammerzoden, Angerlo, Arnhem, Bemmel, Beuningen, Brakel, Didam, Dodewaard, Doesburg, Druten, Duiven, Elst, Gendt, Groesbeek, Hedel, Heerewaarden, Heteren, Heumen, Huissen, Kerkwijk, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Renkum, Rheden, Rossum, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Valburg, Westervoort, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel en Zevenaar.

Artikel 5. Zomervakanties 1999 tot en met 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De zomervakantie omvat voor een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, alsmede voor het speciaal onderwijs aan een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs de in het schema van het derde lid aangegeven periode van zes weken.

  • 2 De zomervakantie omvat voor een school voor voortgezet onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, alsmede voor het voortgezet speciaal onderwijs aan een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs de in het schema van het derde lid aangegeven periode van zeven weken.

  • 3 De perioden, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn voor de jaren 1999, 2000, 2001 en 2002 vastgesteld, zoals hieronder in een schema is aangegeven. In dit schema is BO=basisonderwijs, SO=speciaal onderwijs, VO=voortgezet onderwijs en VSO=voortgezet speciaal onderwijs.

    REGIO NOORD

    BO/SO

    24 juli t/m 5 september 1999

     

    VO/VSO

    17 juli t/m 5 september 1999

    REGIO MIDDEN

    BO/SO

    3 juli t/m 15 augustus 1999

     

    VO/VSO

    3 juli t/m 22 augustus 1999

    REGIO ZUID

    BO/SO

    10 juli t/m 22 augustus 1999

     

    VO/VSO

    10 juli t/m 29 augustus 1999

    REGIO NOORD

    BO/SO

    22 juli t/m 3 september 2000

     

    VO/VSO

    15 juli t/m 3 september 2000

    REGIO MIDDEN

    BO/SO

    8 juli t/m 20 augustus 2000

     

    VO/VSO

    8 juli t/m 27 augustus 2000

    REGIO ZUID

    BO/SO

    1 juli t/m 13 augustus 2000

     

    VO/VSO

    1 juli t/m 20 augustus 2000

    REGIO NOORD

    BO/SO

    7 juli t/m 19 augustus 2001

     

    VO/VSO

    7 juli t/m 26 augustus 2001

    REGIO MIDDEN

    BO/SO

    21 juli t/m 2 september 2001

     

    VO/VSO

    14 juli t/m 2 september 2001

    REGIO ZUID

    BO/SO

    30 juni t/m 12 augustus 2001

     

    VO/VSO

    30 juni t/m 19 augustus 2001

    REGIO NOORD

    BO/SO

    29 juni t/m 11 augustus 2002

     

    VO/VSO

    29 juni t/m 18 augustus 2002

    REGIO MIDDEN

    BO/SO

    20 juli t/m 1 september 2002

     

    VO/VSO

    13 juli t/m 1 september 2002

    REGIO ZUID

    BO/VSO

    6 juli t/m 18 augustus 2002

     

    VO/VSO

    6 juli t/m 25 augustus 2002

Artikel 6. Afwijkende regio en vakantieperioden

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school kan de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid, verlengen met ten hoogste twee dagen voorafgaand aan die periode en met ten hoogste twee dagen na die periode.

  • 2 In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school, indien meer dan de helft van de leerlingen van de school in een andere regio woont dan die van de school, die andere regio aanwijzen ten behoeve van de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid. Voor de vaststelling van het aantal leerlingen, bedoeld in de eerste zin, wordt uitgegaan van het aantal leerlingen in het voorafgaande schooljaar.

  • 3 In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, indien gedurende drie achtereenvolgende schooljaren telkens meer dan zeventig procent van de leerlingen is doorgestroomd naar scholen voor voortgezet onderwijs in een andere regio dan die van de school, met ingang van het daaropvolgend schooljaar die andere regio aanwijzen ten behoeve van de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid.

  • 4 In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school die gelegen is in een gemeente die tegen een regiogrens aanligt en die minder dan 50.000 inwoners telt, de voor zijn school geldende periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid, zodanig naar één week vroeger of één week later verschuiven dat de in artikel 5, eerste lid, bedoelde periode van het basisonderwijs en het speciaal onderwijs in de ene regio vijf weken gemeenschappelijk heeft met de in artikel 5, tweede lid, bedoelde periode van het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in de andere regio.

  • 5 In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs met een dislocatie of nevenvestiging in een andere regio dan die van de hoofdvestiging, voor deze school de periode, bedoeld in artikel 5, tweede lid, zodanig vaststellen dat die periode niet eerder begint dan de vroegste periode en niet later eindigt dan de laatste periode van een van de vestigingen.

  • 6 Indien het vijfde lid van toepassing is, kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die in de nabijheid van de hoofdvestiging, een dislocatie of een nevenvestiging van de school voor voortgezet onderwijs zijn gelegen, de periode, bedoeld in artikel 5, eerste lid, zodanig vaststellen dat die periode vijf weken gemeenschappelijk heeft met de periode van de school voor voortgezet onderwijs, vastgesteld volgens het vijfde lid.

  • 7 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs kan voor het voortgezet speciaal onderwijs de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid, gelijkstellen met de in artikel 5, eerste lid, bedoelde periode van het speciaal onderwijs.

  • 8 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs kan, voorzover het betreft:

    • a. een school voor zeer moeilijk lerende kinderen,

    • b. een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen,

    • c. een school voor lichamelijk gehandicapte kinderen,

    • d.

      een school voor langdurig zieke kinderen,

    • e. een school voor meervoudig gehandicapte kinderen,

    • f.

      een school waaraan een afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen is verbonden,

    • g. een school waaraan een afdeling voor meervoudig gehandicapte kinderen is verbonden, de perioden, vastgesteld in artikel 5, derde lid, bekorten.

  • 9 De inspectie toetst of de afwijkingen, bedoeld in het tweede, derde, vijfde en zesde lid, voldoen aan de in deze leden genoemde voorschriften.

Artikel 7. Afwijkingen op verzoek

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs kan, voorzover het betreft een school voor moeilijk lerende kinderen, bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een verzoek indienen om bekorting van de perioden, vastgesteld in artikel 5, derde lid, indien voor de duur van deze perioden verzorging van deze kinderen door de ouders niet mogelijk is of hun behandeling niet langdurig kan worden onderbroken.

  • 2 Het bevoegd gezag van een school kan, in geval van bijzondere omstandigheden bij de in het eerste lid genoemde Minister een verzoek indienen om te mogen afwijken van de perioden, vastgesteld in artikel 5, derde lid.

Artikel 8. Niet voor vakantie te bestemmen examendagen voortgezet onderwijs

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs kan in bijzondere gevallen en onder voorwaarde dat de centrale examens in het voortgezet onderwijs doorgang vinden op de daarvoor voorgeschreven tijdstippen, dagen die door de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen of de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij voor de scholen als examendag zijn aangewezen, voor vakantie bestemmen.

Artikel 9. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant .

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 1998, met dien verstande dat in aanmerking kan worden genomen:

  • a. wat betreft artikel 6, tweede lid, het aantal leerlingen in het schooljaar 1997-1998, en

  • b. wat betreft artikel 6, derde lid, het percentage leerlingen in de schooljaren 1995-1996, 1996-1997 en 1997-1998.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling spreiding zomervakanties 1999-2002.

De

Staatssecretaris

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

T. Netelenbos

Bijlage 1. Overzicht korte vakanties 1998-1999 tot en met 2001-2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Regio-indeling en definitieve adviesdata voor de korte vakanties

Schooljaar 1998-1999

vakantie

regio

week

adviesdata

herfst

noord + midden

43

17 oktober t/m 25 oktober 1998

herfst

zuid

44

24 oktober t/m 1 november 1998

kerst

alle

52+53

19 december 1998 t/m 3 januari 1999

voorjaar

midden + zuid

7

13 februari t/m 21 februari 1999

voorjaar

noord

8

20 februari t/m 28 februari 1999

mei

alle

18

30 april t/m 9 mei 1999

Schooljaar 1999-2000

vakantie

regio

week

adviesdata

herfst

midden + zuid

42

16 oktober t/m 24 oktober 1999

herfst

noord

43

23 oktober t/m 31 oktober 1999

kerst

alle

52+1

25 december 1999 t/m 9 januari 2000

voorjaar

noord + midden

9

26 februari t/m 5 maart 2000

voorjaar

zuid

10

4 maart t/m 12 maart 2000

mei

alle

18

29 april t/m 7 mei 2000

Schooljaar 2000-2001

vakantie

regio

week

adviesdata

herfst

zuid

42

14 oktober t/m 22 oktober 2000

herfst

noord + midden

43

21 oktober t/m 29 oktober 2000

kerst

alle

52+1

23 december 2000 t/m 7 januari 2001

voorjaar

midden + zuid

9

24 februari t/m 4 maart 2001

voorjaar

noord

10

3 maart t/m 11 maart 2001

mei

alle

18

28 april t/m 6 mei 2001

Schooljaar 2001-2002

vakantie

regio

week

adviesdata

herfst

zuid

42

13 oktober t/m 21 oktober 2001

herfst

noord + midden

43

20 oktober t/m 28 oktober 2001

kerst

alle

52+1

22 december 2001 t/m 6 januari 2002

voorjaar

midden + zuid

7

9 februari t/m 17 februari 2002

 

noord

8

16 februari t/m 24 februari 2002

mei

alle

18

27 april t/m 5 mei 2002

Naar boven