Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet (invoering kwalificatiestructuur Wet educatie en beroepsonderwijs)

[Regeling vervallen per 01-12-2005.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-08-1997 t/m 30-11-2005

Besluit van 4 juni 1997, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet in verband met invoering kwalificatiestructuur Wet educatie en beroepsonderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 7 februari 1997, nr. 97003024/1389, directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 6, vierde en vijfde lid, van de Les- en cursusgeldwet;

De Raad van State gehoord (advies van 21 april 1997, nr. W05.97.0077);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 30 mei 1997, nr. 97010672/1389 directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet.]

ARTIKEL II

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Artikel 11, eerste lid, met uitzondering van onderdeel c, zoals dat artikel luidde op 31 juli 1997, blijft van toepassing op de cursusgeldplichtige die op die datum aan een opleiding was ingeschreven die op grond van het overgangsrecht van de Wet educatie en beroepsonderwijs na die datum in stand wordt gehouden, zolang de cursusgeldplichtige aan die opleiding is ingeschreven.

ARTIKEL III

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

De tekst van Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad wordt deze door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen overgebracht in de geldende spelling.

ARTIKEL IV

[Regeling vervallen per 01-12-2005]

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en gedurende die termijn niet door of namens de Tweede Kamer de wens wordt te kennen gegeven tot overleg over de maatregel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 juni 1997

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven zesentwintigste juni 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven