Regeling mandaat CBR

[Regeling vervallen per 23-11-2023.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 15-05-2004 t/m 22-11-2023

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende mandatering van ministeriële bevoegdheden met betrekking tot maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid en ontheffing draagplicht autogordel aan functionarissen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 131, 132, 133, 134 en 149, tweede lid onder a van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Verkeer en Waterstaat.

b. CBR:

de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

  • 2 De in het eerste lid genoemde functionarissen worden tevens gemachtigd tot het verrichten van andere handelingen als bedoeld in de in het eerste lid genoemde artikelen, met uitzondering van het vaststellen van ministeriële regelingen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

De bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften, ingediend tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt gemandateerd aan:

  • a. het Hoofd Juridische zaken van het CBR, en

  • b. de Algemeen Directeur van het CBR.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

De Chef Sector juridisch van de Divisie vorderingen van het CBR en de Algemeen Directeur van het CBR maken van het hun verleende mandaat uitsluitend gebruik bij afwezigheid van het Hoofd van de Divisie vorderingen van het CBR, onderscheidenlijk van het Hoofd Juridische zaken van het CBR.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

  • 1 De stukken die op grond van deze regeling worden afgedaan en ondertekend door een van de functionarissen, genoemd in de artikelen 2 en 3, worden gesteld op briefpapier van het ministerie van Verkeer en Waterstaat met het hoofd:

    ’MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT’.

  • 2 De stukken, bedoeld in het eerste lid, vermelden aan het slot:

    ’DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functie-aanduiding, handtekening en naam van de betrokken functionaris.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

De artikelen 10:1, 10:2, 10:4, 10:6, 10:7, 10:8, 10:10 en 10:12 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Stb. 1996, 333) zijn, indien zij nog niet in werking zijn getreden, van toepassing op deze mandaatregeling.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 23-11-2023]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling mandaat CBR

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 april 1997

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven