Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht het wenselijk maakt de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ en de Kaderwet specifieke uitkeringen EZ te vervangen door nieuwe regels die een wettelijk kader scheppen voor de verstrekking van subsidies door de Minister van Economische Zaken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat onderscheidenlijk Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ieder voor zover het betreft het beleidsterrein waarvoor hij verantwoordelijk is, bedoeld in artikel 2 onderscheidenlijk artikel 2a.
2 Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.
2 Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen die genoemd zijn in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de wet, houdende vaststelling van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar voor zover daarin een beschikking tot subsidieverlening is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid wordt voorzien in de vaststelling van een subsidieplafond en de regeling van de wijze van verdeling ervan, tenzij Onze Minister van Financiën heeft ingestemd met het achterwege laten daarvan.
4 In afwijking van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is titel 4.2 van die wet van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van een algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid, die uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
5 Onze Minister kan de uitvoering van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid, met inbegrip van het nemen van besluiten op grond van deze regels, delegeren aan andere bestuursorganen.
Onze Minister verstrekt slechts subsidie op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 3, tenzij het een subsidie betreft:
Indien de in artikel 3, eerste lid, bedoelde regels bepalen dat de subsidie kan worden verstrekt in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, is deze wet voor die subsidie aldaar van toepassing.
1 Onze Minister kan met betrekking tot een subsidie, die niet op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 3 wordt verstrekt, bij de subsidieverlening of, indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bij de subsidievaststelling bepalen, dat een subsidie-ontvanger een vergoeding voor vermogensvorming verschuldigd is overeenkomstig artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 9
[Vervallen per 01-01-2013]
1 Na de inwerkingtreding van de wet van 11 november 2013 tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb. 2013, 482) berusten de op grond van artikel 4 van de Kaderwet LNV-subsidies vastgestelde ministeriële regelingen op artikel 3 van deze wet.
2 Het bij of krachtens de Kaderwet LNV-subsidies bepaalde blijft van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van de wet van 11 november 2013 tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb. 2013, 482) zijn verstrekt.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet EZK- en LNV-subsidies.