Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 22 mei 1995, nr. MJZ 22595034, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 57c van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 20.17 van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 1 augustus 1995, nr. W08.95.0272);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 21 september 1995, nr. MJZ 95009191, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: