Besluit van 1 september 1995, houdende wijziging van het Vissersvaartuigenbesluit
in verband met Richtlijn nr. 93/103/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 23 november 1993 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid
bij het werk aan boord van vissersvaartuigen (PbEG L 307)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 september 1994,
nr. S/J-31.332/94, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling
Wetgeving en juridische zaken;
Gelet op Richtlijn nr. 93/103/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 november 1993 betreffende de minimumvoorschriften
inzake veiligheid en gezondheid bij het werk aan boord van vissersvaartuigen (PbEG L 307), en op de artikelen 3, 5, 9, 66 en 73 van de Schepenwet;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 12 december 1994, nr. W09.94.0560/K);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 augustus
1995, nr. J-14.032/95, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling
Wetgeving en juridische zaken;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan: