Uitvoeringsvoorschriften werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 30-05-1995 t/m heden

Uitvoeringsvoorschriften werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd

De Staatssecretaris van Defensie, voor deze de Directeur-Generaal Personeel

Gelet op artikel 6 van het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd:

Besluit:

Artikel 1

Voor de vaststelling van de mate van werkloosheid in een kalenderweek worden telkens aan het begin en aan het einde van de maand eventuele gebroken weken gelijkgesteld met hele weken.

Artikel 2

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt betrokkene voor de vaststelling van het dagloon geacht voor het intreden van de werkloosheid in zijn beroep als militair werkzaam te zijn geweest tegen een wedde, die was vastgesteld op een vast bedrag per maand, met inbegrip van een vlieg- of artsentoelage, indien daarop aanspraak bestond.

Artikel 3

Het aantal weken, dat betrokkene met behoud van zijn recht op uitkering ingevolge artikel 2 van het Werkloosheidsbesluit beroepsmilitairen bepaalde tijd vakantie mag genieten, wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het Besluit van de Sociale Verzekeringsraad van 23 januari 1992, nr. 92.342, Stcrt. 1992, 19, tot vaststelling van regels als bedoeld in artikel 19, zesde lid, van de Werkloos-heidswet, met dien verstande dat in afwijking van het bepaalde in artikel 3, onder a, van genoemd Besluit onder het aantal weken dient te worden volstaan, het aantal weken dat betrokkene voorafgaande aan zijn recht op uitkering in het desbetreffende kalenderjaar afscheid heeft verricht.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking op de datum van dagtekening en werkt terug tot en met 1 februari 1995.

De

Staatssecretaris

van Defensie,
voor deze,
De

Directeur-Generaal Personeel

,

W. J. M. Bunnik

Naar boven