Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-03-2020

Verordening inzake de aanwijzing van regionale loodsstations, alsmede inzake de vaststelling van de bevoegdheden van registerloodsen (Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995)

De ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 15 en 16 van de Loodsenwet (Stb. 1988, 353);

Besluit:

De verordening, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet wordt als volgt vastgesteld:

Hoofdstuk 1. Regionale loodsstations

Artikel 1

De volgende regionale loodsstations worden vastgesteld:

  • a. voor de regionale loodsencorporatie Noord:

    • 1. Delfzijl,

    • 2. loodsstation Harlingen;

  • b. voor de regionale loodsencorporatie Amsterdam-IJmond:

    • 1. Den Helder,

    • 2. IJmuiden/Amsterdam;

  • c. voor de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond:

    • 1 Rijnmond,

  • d. voor de regionale loodsencorporatie Scheldemonden:

    • 1. Scheldemonden.

Artikel 2

  • 3 Tot het regionale loodsstation Den Helder behoren de scheepvaartwegen, genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt I, de nummers 2, -althans de Rede van Texel en 3, -althans de trajecten tussen de Rede van Texel, Oude Schild, en Den Oever, en de trajecten tussen die gebieden of plaatsen en Kornwerderzand en Harlingen en de Vlierede, alsmede de trajecten van en naar de loodskruispost IJmuiden, Maasmond en Stortemelk.

  • 5 Tot het regionale loodsenstation Rijnmond behoren de volgende gebieden:

    Gebied la: Van de scheepvaartwegen zoals genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt III: de territoriale zee alsmede de trajecten van deze scheepvaartweg naar en van de loodskruisposten Steenbank, Wandelaar en IJmuiden; de Maasmond, de Nieuwe Waterweg , het Breeddiep, het Beerkanaal, het Calandkanaal, het Hartelkanaal, de Nieuwe Maas beneden de Erasmusbrug, de Oude Maas beneden de Spijkenisserbrug met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied Ib: Van de scheepvaartwegen zoals genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt III: de Nieuwe Maas boven de Erasmusbrug tot kilometerraai 992,7, de Hollandsche IJssel tot aan de stuw bij Krimpen aan de lJssel, de Koningshaven, de Oude Maas tussen de Dordtse Spoorbrug en de Spijkenisserbrug, de Dordtse Kil, de Krabbegeul, het Mallegat, het Hollands Diep met inbegrip van het Zuid Hollands Diep bewesten de Moerdijkbruggen tot aan Noordschans met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied II: Van de scheepvaartwegen zoals genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt III: de territoriale zee alsmede de trajecten van deze scheepvaartweg naar en van de loodskruisposten Steenbank, Wandelaar en IJmuiden, de Maasgeul en de Eurogeul, de Maasmond, de Nieuwe Waterweg tot kilometerraai 1028, het Breeddiep, het Beerkanaal, het Calandkanaal met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied III: Van de scheepvaartwegen zoals genoemd in de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, onderdeel A, onder punt III: de territoriale zee alsmede de trajecten van deze scheepvaartweg naar en van de loodskruisposten Steenbank, Wandelaar en IJmuiden de Maasmond, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas beneden de Koningshaven, de Oude Maas beneden de Spijkenisserbrug met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan of in voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied IV: De Nieuwe Maas boven kilometerraai 992,7, de Noord, de Rietbaan, het Spui, de Beningen, de Beneden Merwede tot aan Hardinxveld-Giessendam, het Wantij, het Hollands Diep bewesten Noordschans, het Haringvliet, het Vuile Gat, de Krammer benoorden de Krammersluizen, het Zuid-Vlije, het Volkerak, het Slijkgat, het Schelde-Rijnkanaal aan de noordzijde begrensd door het Volkerak en aan de zuidzijde begrensd door de Kreekraksluizen met inbegrip van alle havens en sluizen gelegen aan voornoemde scheepvaartwegen.

    Gebied V: De aanloop en de haven van Scheveningen.

  • 6 Tot het regionale loodsstation Scheldemonden behoren de volgende gebieden:

    Gebied VI: De scheepvaartwegen van de reguliere loodskruisposten Wandelaar en Steenbank naar Vlissingen rede, met inbegrip van de rede van Oostende en de rede van Zeebrugge, en de loodskruisposten Maasmond en IJmuiden.

    Gebied VII: De Westerschelde ten westen van de meridiaan over de lichtopstand van Margarethapolder, met inbegrip van Vlissingen rede en de met de Westerschelde in open verbinding staande havens en voorhavens.

    Gebied VIII; De Westerschelde ten oosten van de meridiaan over de lichtopstand van Margarethapolder, en de Beneden Zeeschelde met inbegrip van Antwerpen rede en de hiermee in open verbinding staande havens en voorhavens, alsmede het Kanaal door Zuid Beveland, althans het gedeelte gelegen ten zuiden van de Vlakebrug.

    Gebied IX; Het Kanaal van Gent naar Terneuzen en alle hieraan gelegen havens en ligplaatsen.

    Gebied X: De Oosterschelde, het Veerse meer, het kanaal door Zuid Beveland, de Zuid Vlije, het Noord Volkerak, het Kanaal door Walcheren vanaf Veere tot de ingang van het Arnekanaal, de Schelde-Rijn-Verbinding en de scheepvaartwegen van de reguliere loodskruispost Steenbank tot de Roompotsluis , met inbegrip van alle met de voorgaande scheepvaartwegen in open verbinding staande havens en voorhavens.

    Gebied XI: De binnenhavens van Vlissingen.

    Gebied XII: Het Kanaal door Walcheren van Vlissingen tot 100 m noord van de ingang van het Arnekanaal.

  • 7 De scheepvaartwegen, aangewezen krachtens artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet, behoren tot het regionale loodsstation, waaraan zij door de algemene raad zijn toebedeeld. De aanloop van Scheveningen en de haven van Scheveningen behoren tot het regionale Ioodsstation Rijnmond. Het Schelde-Rijnkanaal, aan de noordzijde begrensd door het Volkerak en aan de zuidzijde begrensd door de Kreekraksluizen behoort zowel tot het regionale loodsstation Rijnmond als tot het regionale loodsstation Scheldemonden.

Hoofdstuk 2. Loodsbevoegdheden

Artikel 3

  • 1 De registerloods is bevoegd tot het verrichten van loodsdienst binnen zijn admittage-gebied.

  • 2 Het admittage-gebied van de registerloods omvat:

    • a. het gebied waarvoor hij als adspirant-registerloods met goed gevolg het regionale examen heeft afgelegd, en waarvoor hij als registerloods in het register is ingeschreven; en

    • b. het gebied waarvoor hij een examen, vastgesteld door het bestuur van de regionale loodsencorporatie met goed gevolg heeft afgelegd; en

    • c. in geval hij tot een andere regionale loodsencorporatie gaat behoren, het gebied waarvoor hij een examen, vastgesteld door het bestuur van de regionale loodsencorporatie, met goed gevolg heeft afgelegd.

  • 3 Voor de toepassing van de navolgende artikelen van deze verordening wordt in plaats van ’lengte over alles’ gelezen ’lengte’ indien de lengte over alles niet uitdrukkelijk aan de registerloods bekend is gesteld.

Artikel 4

  • 1 De registerloods is bevoegd voor de categorieën schepen en scheepvaartwegen volgens het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 11.

  • 2 Voor de in de artikelen 5 tot en met 11 genoemde specialisaties is de registerloods eerst bevoegd nadat hij heeft voldaan aan de eisen met betrekking tot een aanvullende opleiding, ervaring, training of vaardigheid, vastgesteld door het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie. Het bestuur van een regionale loodsencorporatie kan dergelijke eisen ook vaststellen voor de toelating tot een hogere bevoegdheid.

  • 3 Indien de eisen als bedoeld in het tweede lid een aanvullende opleiding betreffen dient de registerloods een daarbij behorend examen, vastgesteld door het bestuur van de regionale loodsencorporatie, met goed gevolg te hebben afgelegd.

Artikel 5

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Delfzijl is op die scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 90 m, of met een diepgang tot 67 dm;

    • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 110 m, of met een diepgang tot 67 dm;

    • c. vanaf 36 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m, of met een diepgang tot 76 dm;

    • d. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods zijn op de scheepvaartwegen als bedoeld in het eerste lid de specialisaties:

    • a. schepen met een lengte over alles van 180 m of meer;

    • b. schepen met een diepgang van 90 dm of meer.

Artikel 6

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Harlingen is op die scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 90 m, of met een diepgang tot 45 dm;

    • b. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m, of met een diepgang tot 55 dm;

    • c. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 115 m, of met een diepgang tot 65 dm of met een breedte tot 20 m;

    • d. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods zijn op de scheepvaartwegen als bedoeld in het eerste lid de specialisaties:

    • a. schepen met een lengte over alles van 130 m of meer;

    • b. schepen met een breedte van 25 m of meer;

    • c. schepen met een diepgang van 70 dm of meer;

    • d. bijzondere transporten.

Artikel 7

De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation Den Helder is op die scheepvaartwegen bevoegd:

  • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot en met 95m;

  • b. vanaf 6 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot en met 125m;

  • c. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

Artikel 8

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot het regionale loodsstation IJmuiden/Amsterdam is op die scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 95 m;

    • b. vanaf 6 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • c. vanaf 12 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150 m;

    • d. vanaf 24 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 175 m;

    • e. vanaf 42 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 200 m;

    • f. vanaf 60 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 245 m;

    • g. vanaf 84 maanden na inschrijving in het register, voor alle schepen.

  • 2 Voor de registerloods geldt op de scheepvaartwegen, bedoeld in het eerste lid, als specialisatie de bevoegdheid tot het verrichten van de loodsdienst voor schepen die de IJgeul bevaren, voor zover het betreft schepen die door hun diepgang bij of krachtens wettelijk voorschrift verplicht zijn gebruik te maken van de gehele IJgeul.

Artikel 9

  • 1 De bevoegdheden van de registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot één of meer gebieden van het regionale loodsstation Rijnmond wordt onderscheiden in de volgende bevoegdheidscategorieën:

    • a. Algemeen loods (gebied la en gebied Ib);

    • b. Europoort loods (gebied II);

    • c. Stadloods (gebied III);

    • d. Dordrecht loods (gebied Ib en gebied IV);

    • e. Scheveningen loods (gebied V).

  • 2 Voor de bevoegdheidscategorieën als genoemd in het eerste lid gelden de volgende maximale bevoegdheden:

    • a. Algemeen loods in gebied la voor schepen met een lengte over alles tot 200m en in gebied Ib voor schepen met een lengte over alles tot 125m of met een diepgang tot 70dm met uitzondering van de Nieuwe Maas tussen de Erasmusbrug en kilometerraai 992,7 en de Hollandse IJssel tot aan de stuw te Krimpen aan de IJssel waar een lengte tot 100m geldt of een diepgang tot 60 dm;

    • b. Europoort loods in gebied II voor alle schepen:

    • c. Stad loods in gebied III voor alle schepen;

    • d. Dordrecht loods in gebied Ib en gebied IV voor alle schepen;

    • e. Scheveningen loods in gebied V voor alle schepen.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het tweede lid is de registerloods die in het register is ingeschreven voor de scheepvaartwegen die behoren tot één of meer gebieden van het regionale Ioodsstation Rijnmond, op de scheepvaartwegen die behoren tot de bevoegdheidscategorie Algemeen loods, bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100m;

    • b. vanaf 9 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 125m;

    • c. vanaf 21 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 150m;

    • d. vanaf 33 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 175m;

    • e. vanaf 42 maanden na inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 200m.

  • 4 De plaatsing in de bevoegdhedencategorieën Europoort-, Stad-, Dordrecht- of Scheveningen loods alsmede de plaatsing in de specialisatie ‘loodsen op afstand vanaf de wal’ vindt plaats door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond, uitsluitend op grond van:

    De plaatsing in de specialisatie ‘loodsen op afstand vanaf de wal’ geschiedt nadat de loods ten minste 12 maanden de bevoegdheid genoemd in onderdeel e van het derde lid heeft bezeten. De plaatsing in de bevoegdheidscategorieën Europoort loods, Stad loods of Scheveningen loods geschiedt nadat de loods uiterlijk 24 maanden de bevoegdheid genoemd in het derde lid onderdeel e heeft bezeten. De plaatsing in de bevoegdheidscategorie Dordrecht loods geschiedt nadat de loods ten minste 24 maanden de bevoegdheid genoemd in het derde lid onderdeel b heeft bezeten.

  • 5 De registerloods die ten minste 9 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel e van het derde lid beschikt, kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de bevoegdheidscategorie Europoort loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 250m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 275m;

    • c. vanaf 21 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 300m;

    • d. vanaf 33 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 325m;

    • e. vanaf 45 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 350m;

    • f. vanaf 54 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 375m;

    • g. vanaf 66 maanden na die plaatsing voor alle schepen.

  • 6 De registerloods die ten minste 9 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel e van het derde lid beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de bevoegdheidscategorie Stad loods worden geplaatst.

    Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 225m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 250m;

    • c. vanaf 21 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 275m;

    • d. vanaf 33 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 300m;

    • e. vanaf 45 maanden na die plaatsing, voor alle schepen.

  • 7 De registerloods die ten minste 12 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel b van het derde lid beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de bevoegdheidscategorie Dordrecht loods worden geplaatst. Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf die plaatsing, voor schepen meteen lengte over alles tot 150m;

    • b. vanaf 12 maanden na die plaatsing, voor schepen met een lengte over alles tot 175m;

    • c. vanaf 21 maanden na die plaatsing, voor schepen voor alle schepen.

  • 8 De registerloods die ten minste 9 maanden over de bevoegdheid, genoemd in onderdeel e van het derde lid beschikt kan door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Rotterdam-Rijnmond in de bevoegdheidscategorie Scheveningen loods worden geplaatst.

    Alsdan is de registerloods op de tot deze bevoegdheidscategorie behorende scheepvaartwegen bevoegd voor alle schepen.

  • 9 Voor de registerloods zijn de schepen onderscheidenlijk genoemd in het vijfde, zesde, zevende en achtste lid op die onderscheidenlijke scheepvaartwegen, alsmede schepen met een diepgang van 143dm of meer, specialisaties.

Artikel 10

  • 1 De registerloods die in het register is ingeschreven voor het regionale loodsstation Scheldemonden voor het gebied VI, is op de betreffende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100m;

    • b. vanaf 6 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 125m;

    • c. vanaf 18 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 140m;

    • d. vanaf 30 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 160m;

    • e. vanaf 48 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 180m;

    • f. vanaf 72 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 210m;

    • g. vanaf 84 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 260m;

    • h. Vanaf 96 maanden na inschrijving in het register voor alle schepen.

  • 2 De registerloods die in het register is ingeschreven voor het regionale loodsstation Scheldemonden voor een van de gebieden VII tot en met XII, is op de betreffende scheepvaartwegen bevoegd:

    • a. vanaf het moment van inschrijving in het register, voor schepen met een lengte over alles tot 100 m;

    • b. vanaf 6 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 125 m;

    • c. vanaf 18 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 140 m;

    • d. vanaf 30 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 160 m;

    • e. vanaf 48 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 180 m;

    • f. vanaf 72 maanden na inschrijving in het register voor schepen met een lengte over alles tot 210 m;

    • g. vanaf 96 maanden na inschrijving in het register voor alle schepen, met uitzondering van de in het vierde lid genoemde specialisaties.

  • 3 Onverminderd het eerste en tweede lid, geschiedt inschrijving in een naasthogere categorie steeds eerst nadat voor overgang naar de categorie:

    • a. schepen met een lengte over alles tot 125 m, ten minste 80 reizen zijn afgelegd;

    • b. schepen met een lengte over alles tot 140 m, ten minste 240 reizen zijn afgelegd;

    • c. schepen met een lengte over alles tot 160 m, ten minste 400 reizen zijn afgelegd;

    • d. schepen met een lengte over alles tot 180 m, ten minste 640 reizen zijn afgelegd;

    • e. schepen met een lengte over alles tot 210 m, ten minste 960 reizen zijn afgelegd; en

    • f. schepen met een lengte over alles tot 260 m, ten minste 1120 reizen zijn afgelegd .

  • 4 Voor de registerloods die in het register is ingeschreven voor het regionale loodsstation Scheldemonden voor de gebieden VII, VIII of IX, zijn specialicaties:

    • a. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Buitenhaven Vlissingen, schepen met een lengte over alles van 210 m of meer of een diepgang van 100 dm of meer;

    • b. op de scheepvaartwegen die behoren tot het havengebied Vlissingen-Oost met inbegrip van de Totalsteiger Borssele, schepen met een lengte over alles vanaf 235 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer;

    • c. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Everingen, schepen met een lengte over alles van 300 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer;

    • d. op de scheepvaartwegen die behoren tot:

      • 1°. de Braakmanhaven;

      • 2°. de Westbuitenhaven Terneuzen; of

      • 3°. het Kanaal van Gent naar Terneuzen;

      schepen met een lengte over alles van 225 m of meer of een diepgang van 115 dm of meer, alsmede zogenoemde ‘autoschepen’ met een lengte over alles vanaf 160 m waaraan voor de vaart door de bevoegde autoriteit bijzondere eisen zijn gesteld;

    • e. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Put van Terneuzen, schepen met een lengte over alles van 260 m of meer of een diepgang van 125 dm of meer.

    • f. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Schelde te Antwerpen schepen met een lengte over alles vanaf 260 m tot 300 m of een diepgang van 125 dm of meer.

    • g. op de scheepvaartwegen die behoren tot de Schelde te Antwerpen schepen met een lengte over alles van 300 m of meer of een diepgang van 140 dm of meer, nadat de registerloods daaraan voorafgaand ten minste 12 maanden geplaatst is geweest in de specialisatie, bedoeld in onderdeel f.

  • 5 De plaatsing in een of meerdere specialisaties, genoemd in het vierde lid vindt plaats door het bestuur van de regionale loodsencorporatie Scheldemonden uitsluitend op grond van het doorlopend kunnen uitvoeren van de dienstverlening, bedoeld in de artikelen 1en 2 van de Dienstverleningsverordening registerloodsen.

Artikel 11

  • 2 De registerloodsen die de bevoegdheden ontlenen aan artikel 9 zijn, na verloop van 66 maanden na inschrijving verplicht in ieder geval één van de specialisaties Europoort loods, Stads loods of Dordrecht loods te hebben onverminderd de bevoegdheid als Algemeen loods.

Artikel 12

De registerloods, die een opleiding als bedoeld in de artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4 wenst te volgen, behoeft hiervoor de goedkeuring van het bestuur van de regionale loodsencorporatie.

Artikel 13

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 4, tweede lid, is, indien in bijzondere omstandigheden voor een bepaalde categorie van schepen geen bevoegde registerloods beschikbaar is, voor een schip uit die bepaalde categorie van schepen bevoegd, de registerloods die van de beschikbare registerloodsen in de naastgelegen voorafgaande lagere bevoegdheid de langste tijd bevoegd is binnen die categorie.

Artikel 14

  • 1 Indien daartoe naar het oordeel van het bestuur van de regionale loodsencorporatie aanleiding bestaat, kan in individuele gevallen in beperkende zin worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 11.

  • 2 Indien een registerloods gedurende een door het bestuur van de regionale loodsencorporatie vast te stellen termijn geen reizen als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Loodsenregisterbesluit (Stb. 1988, 394) heeft gemaakt op een scheepvaartweg of een gedeelte daarvan, waarvoor hij krachtens deze verordening een bevoegdheid heeft, kan dat bestuur de bevoegdheid van die registerloods voor die scheepvaartweg of een gedeelte daarvan overeenkomstig beperken. Deze beperking kan door het bestuur eveneens geheel of gedeeltelijk worden beëindigd.

    Voor het beëindigen van een beperking kan het bestuur nadere voorwaarden stellen ten aanzien van ervaring en vaardigheid.

  • 3 In de gevallen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen b en c, kan het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie de termijnen genoemd in de artikelen 5 tot en met 10 voor de betrokken registerloods lager vaststellen. Deze vaststelling wordt zoveel moge- lijk afgestemd op de als registerloods reeds elders verkregen bevoegdheid.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 15

  • 1 Als startpunt voor de opbouw van bevoegdheden geldt ten aanzien van hen die in het register zijn ingeschreven op grond van artikel 63, eerste lid, van de Loodsenwet (Stb. 1988, 353) in plaats van het moment van inschrijving in het register, het moment waarop zij bevoegd werden zelfstandig te loodsen in het betreffende regionale loodsstation.

  • 2 Het bestuur van de regionale loodsen- corporatie Rotterdam-Rijnmond plaatst de tot die regionale loodsencorporatie behorende registerloodsen, met ingang van de datum waarop deze verordening van kracht is, in de in artikel 9 genoemde bevoegdheden, zodanig dat de krachtens artikel 9 toegekende bevoegdheid zoveel mogelijk overeenkomt met de bevoegdheid van de registerloods op de dag voorafgaande aan de inwerkingtredingsdatum van deze verordening.

  • 3 Behoudens het bepaalde in het tweede lid wordt de bevoegdheid van een registerloods, verkregen krachtens de van toepassing zijnde Bevoegdhedenverordening registerloodsen op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze verordening, geacht te zijn verkregen krachtens deze verordening.

  • 4 Na inwerkingtreding van deze verordening berusten de op grond van artikel 5, tweede lid, van de Bevoegdhe-denverordening registerloodsen door de besturen van de regionale loodsencorporaties vastgestelde reglementen op artikel 4, tweede lid, van deze verordening.

Artikel 16

Deze verordening kan worden aangehaald als: Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van plaatsing in de Staatscourant.

Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie op 16 mei 1995 te Utrecht.

Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 31 mei 1995, DGSM/J-12.743/95.

Naar boven