Regeling natuurkampeerterreinen

[Regeling vervallen per 01-11-2005.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-11-1995 t/m 31-10-2005

Regeling natuurkampeerterreinen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de Openluchtrecreatie;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-11-2005]

Een natuurkampeerterrein als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op de openluchtrecreatie is een kampeerterrein dat voldoet aan het bepaalde in de artikelen 2 en 3.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-11-2005]

Een natuurkampeerterrein heeft de volgende kenmerken:

  • a. het is gelegen in een aaneengesloten gebied van ten minste 25 hectaren, waarvan in ieder geval de helft bestaat uit bos of natuurgebied.

  • b. het al dan niet aaneengesloten natuurkampeerterrein is niet groter dan 1 hectare.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-11-2005]

  • 1 Een natuurkampeerterrein heeft ten hoogste 40 plaatsen voor tenten, tentwagens, kampeerauto’s of caravans die kunnen worden aangemerkt als aanhangwagen in de zin van het Wegenverkeersreglement.

  • 2 De verblijfsduur per kampeermiddel is ten hoogste zes weken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-11-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop artikel 8 van de Wet op de openluchtrecreatie in werking treedt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-11-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling natuurkampeerterreinen.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 mei 1995

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Naar boven