Artikel 1. Aanspraken van inwoners van Nederland
Aan de op 8 maart 1990 tussen Nederland en Brazilië gesloten Overeenkomst tot het
vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met
betrekking tot belastingen naar het inkomen, en het protocol bij die Overeenkomst
(Trb. 1990, 67), kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen,
geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst en
onderdelen van het Protocol:
-
a. vermindering tot 15% van de Braziliaanse belasting op dividenden, betaald door een
lichaam dat inwoner van Brazilië is aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijke
gerechtigde daarvan is (artikel 10, tweede lid);
-
b. algehele vrijstelling van de Braziliaanse belasting op uit Brazilië afkomstige interest,
indien deze wordt betaald aan de Regering van Nederland of aan een staatkundig onderdeel
van Nederland of enig agentschap (waaronder begrepen een financiële instelling) dat
eigendom is van de Regering van Nederland of van dat staatkundig onderdeel van Nederland
(artikel 11, derde lid). De bevoegde autoriteiten van Nederland en Brazilië kunnen
in onderlinge overeenstemming vaststellen op welke andere overheidsinstellingen dan
hiervoor vermeld artikel 11, derde lid, van toepassing is (onderdeel 4b van het Protocol);
-
c. vermindering tot 10% van de Braziliaanse belasting op uit Brazilië afkomstige interest,
indien deze wordt genoten door een bank die de uiteindelijke gerechtigde daarvan is
krachtens een lening verstrekt voor een tijdsduur van ten minste 7 jaar in verband
met de aankoop van industriële uitrusting; met de bestudering, aankoop en installatie
van industriële of wetenschappelijke eenheden, alsmede met de financiering van openbare
werken (artikel 11, tweede lid, onderdeel a);
-
d. vermindering tot 15% van de Braziliaanse belasting op niet onder de onderdelen b
en c vallende interest, afkomstig uit Brazilië en betaald aan een inwoner van Nederland
die de uiteindelijke gerechtigde daarvan is (artikel 11, tweede lid, onderdeel b).
Provisies betaald door een inwoner van Brazilië aan een bank of financiële instelling
in verband met door die bank of financiële instelling verleende diensten worden beschouwd
als interest en worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, tweede
of derde lid (onderdeel 4a van het Protocol);
-
e. vermindering tot 25% van de Braziliaanse belasting op royalty's voor het gebruik
van, of voor het recht van gebruik van fabrieks- of handelsmerken, afkomstig uit Brazilië
en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is
(artikel 12, tweede lid, onderdel a);
-
f. vermindering tot 15% van de Braziliaanse belasting op niet onder onderdeel e vallende
royalty's, afkomstig uit Brazilië en betaald aan een inwoner van Nederland die de
uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede lid, onderdeel b).
Vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik
van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap
(waaronder begrepen bioscoopfilms, films of beeld- en geluidsbanden voor televisie-
of radiouitzendingen), een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of
model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor het gebruik van,
of voor het recht van gebruik van nijverheids- of handelsuitrusting of wetenschappelijke
uitrusting dan wel voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid,
handel of wetenschap worden als royalty's in de zin van artikel 12 aangemerkt (artikel
12, derde lid). Ook als royalty's in de zin van artikel 12 worden aangemerkt de vergoedingen
van welke aard ook voor het verlenen van technische bijstand en technische diensten
(onderdeel 5 van het Protocol).
De in de onderdelen a, c, d, e en f vermelde verminderingen zijn te berekenen over
het brutobedrag van de dividenden, interest en royalty's.
De in de onderdelen a, c, d, e en f vermelde verminderingen zijn niet van toepassing
indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, de interest of de royalty's
in Brazilië een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting,
en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de vordering
uit hoofde waarvan de interest wordt betaald of het recht of de zaak uit hoofde waarvan
de royalty's worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort
(artikel 10, vierde lid, artikel 11, vijfde lid, en artikel 12, vierde lid).