Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 21 november 1994, nr. J. 9417911, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op richtlijn, nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230) en op artikel 5, vijfde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;
De Raad van State gehoord (advies van 23 januari 1995, no. W11.94.0721);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 3 februari 1995, nr. J. 9555, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
[Vervallen per 17-10-2007]
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder "wet" verstaan: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.
Artikel 2
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 3
[Vervallen per 17-10-2007]
Indien artikel 1, onderdeel H, onder 3, van het bij koninklijke boodschap van 1 juni 1993 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Kamerstukken II 1992/93, 23 177, nrs. 1-2) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.
Artikel 4
[Vervallen per 17-10-2007]
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit wijziging toelatings- en registratievoorschriften bestrijdingsmiddelen.