Wijzigingswet Wet belastingen op milieugrondslag

Geraadpleegd op 10-11-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Wet van 23 december 1994, tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het aanbrengen van een permanente verfijning alsmede twee tijdelijke verfijningen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet belastingen op milieugrondslag een permanente verfijning alsmede twee tijdelijke verfijningen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 Artikel 12, onderdelen f, g en h, alsmede Hoofdstuk III, Afdeling 4a, van de Wet belastingen op milieugrondslag vervallen met ingang van 1 januari 1998.

  • 2 Het in artikel 18, onderdeel a, opgenomen tarief wordt verlaagd met f 0,55 met ingang van de datum waarop de in het eerste lid bedoelde bepalingen vervallen.

Artikel V

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat indien dit tijdstip is gelegen na het tijdstip waarop de te wijzigen bepalingen in de Wet belastingen op milieugrondslag in werking treden, zij terugwerkt tot en met het laatstbedoelde tijdstip met uitzondering van artikel I, onderdeel F.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 december 1994

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negenentwintigste december 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager