De aanvraag van een schorsing op de wijze, bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van het Kentekenreglement alsmede de aanvraag van beëindiging van de schorsing op de wijze, bedoeld in artikel 51, eerste lid onder a, van het Kentekenreglement, geschiedt bij een bij een erkende instantie als bedoeld in de artikelen 61a, eerste lid, van de wet of een daartoe door de Dienst Wegverkeer aangewezen vestiging van deze dienst.
De schorsing eindigt door verloop van een jaar, twee jaar of drie jaar nadat de schorsing
is verleend, afhankelijk van de keuze van de eigenaar of houder van het motorrijruig
of de aanhangwagen.
Indien een schorsing betrekking heeft op een reeds geschorste tenaamstelling en plaatsvindt
op de in artikel 50, eerste lid, onderdeel b, van het Kentekenreglement aangegeven wijze, geldt de datum waarop de reeds bestaande schorsing zou eindigen
vermeerderd met een jaar, twee jaar of drie jaar in de aantekening van schorsing wordt
vermeld, indien de aanvraag plaatsvindt uiterlijk twee maanden voor de datum waarop
de reeds lopende schorsing eindigt.
Artikel 3
[Vervallen per 01-01-2014]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling schorsing geldigheid tenaamstelling.