Besluit wettelijke tijd Midden-Europa 1995, 1996 en 1997

[Regeling vervallen per 04-05-2007.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 07-12-1994 t/m 03-05-2007

Besluit van 11 november 1994, betreffende de wijziging van de wettelijke tijd in 1995, 1996 en 1997

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 15 september 1994, nr. FBA94/U1726, directoraat-generaal Openbaar Bestuur;

Gelet op de zevende richtlijn nr. 94/21/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 30 mei 1994 inzake de bepalingen op het gebied van de zomertijd (PbEG 1994, L 164/1), alsmede op artikel 1, tweede lid, van de wet van 16 juli 1958, Stb. 352;

De Raad van State gehoord (advies van 11 oktober 1994, no. W04.94.0570);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 3 november 1994, nr. FBA94/1978, directoraat-generaal Openbaar Bestuur;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 04-05-2007]

De Midden-Europese Zomertijd vangt in de jaren 1995, 1996 en 1997 aan op de laatste zondag van de maand maart om 02.00 uur. In 1995 eindigt de zomertijd op de laatste zondag van de maand september om 03.00 uur. In 1996 en 1997 eindigt de zomertijd op de laatste zondag van de maand oktober om 03.00 uur.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 04-05-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 november 1994

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de zesde december 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven