Bezwarenregeling verzelfstandiging CAOP

[Regeling vervallen per 01-02-2005.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 02-11-1994 t/m 31-01-2005

Bezwarenregeling verzelfstandiging CAOP

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 4, vijfde lid, van de Wet Stichting CAOP;

Gehoord de Bijzondere Commissie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken ex artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Er is een bezwarencommissie, hierna te noemen de commissie, welke tot taak heeft advies uit te brengen aan de minister over een bezwaar van een personeelslid van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) als bedoeld in artikel vier, vijfde lid van de Wet Stichting CAOP.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden die worden benoemd door de minister.

  • 2 De benoeming van de voorzitter geschiedt door de minister op basis van een gezamenlijke voordracht van de directeur-generaal Management en Personeelsbeleid (DGMP) en de Bijzondere Commissie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De voorzitter wordt niet benoemd uit personen die werkzaam zijn bij het directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, daaronder begrepen het CAOP.

  • 3 De benoeming van de leden geschiedt als volgt:

    • a. één lid wordt benoemd op voordracht van de DGMP;

    • b. één lid wordt benoemd op voordracht van de dienstcommissie DGMP-Centraal.

  • 4 Voorts worden, op dezelfde wijze als bedoeld in het tweede en derde lid een plaatsvervangend voorzitter en twee plaatsvervangende leden benoemd.

  • 5 De DGMP wijst in overleg met de voorzitter een secretaris en eventueel een plaatsvervangend secretaris aan, die de commissie bijstaat.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 De commissie komt met twee leden of plaatsvervangende leden, alsmede de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter bijeen.

  • 2 De commissie stelt haar advies vast bij meerderheid van stemmen.

  • 3 De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 4 De voorzitter, de leden en de secretaris, alsmede hun plaatsvervangers zijn gehouden tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de behandeling van de bezwaren de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moeten kunnen vermoeden, behoudens voorzover uit hun taak bij de uitvoering van het onderzoek de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 Een personeelslid kan binnen zes weken na inwerkingtreding van de Wet Stichting CAOP bezwaar maken tegen het hem gedane aanbod om onder de hem in de arbeidsovereenkomst genoemde voorwaarden in dienst te treden van de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (Stichting CAOP).

  • 2 Een bezwaar wordt schriftelijk ingediend en met redenen omkleed. Het wordt gericht aan de minister en ingediend bij de DGMP. Deze zendt het bezwaar binnen zeven dagen na ontvangst door naar de commissie en doet daarvan gelijktijdig schriftelijk mededeling aan het betrokken personeelslid en de directeur van het CAOP.

  • 3 Indien sprake is van een kennelijke onvolkomenheid in de arbeidsvoorwaarden die voor het personeelslid ingevolge de arbeidsovereenkomst zouden gelden, draagt de DGMP in overleg met de directeur van het CAOP binnen zeven dagen na ontvangst zelf zorg voor verbetering van de onvolkomenheid. Slechts indien het personeelslid na mededeling van de wijziging te kennen geeft het bezwaar te handhaven, wordt het ingediende bezwaarschrift aan de commissie doorgezonden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 De commissie is bevoegd alle inlichtingen in te winnen die zij voor de behandeling van de ingediende bezwaren nodig acht. Dit houdt onder meer in dat zij bevoegd is ieder personeelslid van het CAOP te horen en kennis te nemen van alle op een bezwaar betrekking hebbende stukken.

  • 2 Het personeelslid wordt in de gelegenheid gesteld van alle op de zaak betrekking hebbende stukken en bescheiden kennis te nemen, waarbij het personeelslid zich kan doen bijstaan door een raadsman.

  • 3 De commissie stelt het betrokken personeelslid in de gelegenheid het bezwaar, eventueel vergezeld van een raadsman, mondeling toe te lichten.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 De commissie zendt een aan haar doorgestuurd bezwaarschrift zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen drie weken na ontvangst vergezeld van haar advies aan de minister.

    Gelijktijdig zendt zij een afschrift van het advies aan het betrokken personeelslid en de directeur van het CAOP.

  • 2 Het advies bevat de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen en wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris dan wel hun plaatsvervangers.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 De minister neemt binnen twee weken na ontvangst van het advies een beslissing met betrekking tot het ingediende bezwaar. De beslissing wordt met redenen omkleed en wordt schriftelijk ter kennis gebracht aan het betrokken personeelslid.

  • 2 Afschriften van de beslissing worden gezonden aan de commissie en de directeur van het CAOP.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Dit besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant geplaatst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet Stichting CAOP.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als: Bezwarenregeling verzelfstandiging CAOP.

's-Gravenhage, 24 oktober 1994

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven