Wet van 9 juni 1994, houdende regels ter zake van de gemeentelijke basisadministratie
van persoonsgegevens
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, ter bevordering van de
doelmatige voorziening van persoonsgegevens, in het bijzonder bij de vervulling van
publiekrechtelijke taken, regels te stellen ter zake van de gemeentelijke basisadministratie
van persoonsgegevens, en dat daarbij ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
uitvoering dient te worden gegeven aan artikel 10, tweede en derde lid, van de Grondwet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: