Keuzeregeling verlaging pensioenbijdrageverhaal

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 04-06-1994 t/m heden

Keuzeregeling verlaging pensioenbijdrageverhaal

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel F 8f, vijfde lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de artikelen 10 en 81 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. keuze:

de eenmalige keuze, bedoeld in artikel F 8f, derde lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, voor verlaging van het pensioenbijdrageverhaal, bedoeld in artikel 10 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP;

b. ambtenaar:

de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, alsmede de wachtgelder bedoeld in artikel 1, onderdeel q, van die wet;

c. werkgever:

de werkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP;

d. bestuur:

het bestuur, bedoeld in artikel L 2 van de Algemene burgerlijke pensioenwet.

Artikel 2

Deze regeling is niet van toepassing op degene die op 1 mei 1994 ambtenaar is en de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt.

Artikel 3

  • 1 De keuze, dan wel het achterwege laten daarvan binnen de gestelde termijn, bindt de ambtenaar wat betreft de bepaling van het pensioenbijdrageverhaal in al zijn huidige en toekomstige dienstverhoudingen, betrekkingen of hoedanigheden als ambtenaar.

  • 2 De ambtenaar die daarvoor in aanmerking komt, dient zijn keuze door tussenkomst van zijn werkgever kenbaar te maken aan het bestuur door inzending van het hem betreffende, als bijlage bij dit besluit opgenomen model keuzeformulier.

  • 3 Het in het tweede lid bedoelde keuzeformulier wordt door of vanwege de werkgever bij aanvang van de dienstverhouding verstrekt aan iedere ambtenaar die nog geen keuze kenbaar heeft gemaakt.

  • 4 Na ontvangst voorziet de werkgever het keuzeformulier van een verklaring over de datum van ontvangst en zendt het binnen dertig dagen door aan het bestuur.

  • 5 Op basis van de datum van binnenkomst van het keuzeformulier bij de werkgever beslist het bestuur of betrokkene zijn keuze tijdig kenbaar heeft gemaakt. Een te laat kenbaar gemaakte keuze wordt niet gehonoreerd.

  • 6 Het besluit van het bestuur wordt ter kennis gebracht aan de ambtenaar. Van deze kennisgeving wordt een afschrift gezonden aan de werkgever.

Artikel 4

  • 1 Degene die de hoedanigheid van ambtenaar met ingang van 1 januari 1995 of later verkrijgt, dient de keuze binnen een maand na het verkrijgen van die hoedanigheid kenbaar te maken.

  • 2 Nadat de keuze daartoe kenbaar is gemaakt, gaat de verlaging van het pensioenbijdrageverhaal van de in dit artikel bedoelde ambtenaar in met ingang van de dag waarop de hoedanigheid van ambtenaar werd verkregen.

Artikel 5

  • 1 In afwijking van artikel 3, derde lid, wordt aan degene die op 1 mei 1994 reeds ambtenaar is, of die de hoedanigheid van ambtenaar voor 1 januari 1995 verkrijgt, het keuzeformulier zo spoedig mogelijk door of vanwege de werkgever verstrekt.

  • 2 Nadat de keuze daartoe kenbaar is gemaakt, gaat de verlaging van het pensioenbijdrageverhaal van de in dit artikel bedoelde ambtenaar in met ingang van 1 januari 1995.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van die Staatscourant en werkt terug tot en met 1 mei 1994.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 mei 1994

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

E. van Thijn

Naar boven