Regeling vaststelling omvang verplaatsbare mestproductie

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2005

Regeling vaststelling omvang verplaatsbare mestproductie

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 1, derde lid, en artikel 6, eerste lid, van de Wet verplaatsing mestproduktie;

Gezien de adviezen van het Produktschap voor Veevoeder, het Produktschap Vee en Vlees, het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, het Produktschap voor Zuivel en het Landbouwschap;

Besluit:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling verstaat onder:

wet:

Wet verplaatsing mestproductie;

verplaatsbaar deel:

in artikel 3, eerste lid, bedoelde deel van het desbetreffende niet-gebonden mestproductierecht, dat bij verplaatsing kan worden geregistreerd;

niet-verplaatsbaar deel:

in de artikelen 3, eerste lid, en 9a, tweede lid, bedoelde deel van het desbetreffende niet-gebonden mestproductierecht, dat niet bij verplaatsing kan worden geregistreerd.

Paragraaf 2. Hoeveelheid niet-gebonden mestproductierechten die bij verplaatsing maximaal kan worden geregistreerd

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Vanaf het moment van inwerkingtreding van de wet geldt voor elk van de in de Regeling aanwijzing diersoorten en hun mestproduktie, zoals deze luidde tot 1 januari 1998, aangewezen diersoorten een niet-gebonden mestproductierecht waarvan de omvang wordt bepaald door de op die datum bij het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond toe te rekenen aan achtereenvolgens het mestproductierecht voor rundvee en kalkoenen, het mestproductierecht voor schapen, het mestproductierecht voor geiten, vossen, nertsen, eenden en konijnen, en het mestproductierecht voor varkens en kippen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Vanaf het moment van inwerkingtreding van de wet wordt binnen het overeenkomstig artikel 2 bepaalde niet-gebonden mestproductierecht voor rundvee en kalkoenen en dat voor varkens en kippen overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van de wet, de navolgende leden en de artikelen 7 en 8 onderscheiden tussen een verplaatsbaar deel en een niet-verplaatsbaar deel.

  • 2 Van de in artikel 5, tweede lid, van de wet genoemde jaren wordt het jaar in aanmerking genomen waarin de gerealiseerde mestproductie van de varkens, kippen, rundvee en kalkoenen gezamenlijk het hoogst was.

  • 3 In afwijking van het tweede lid wordt van de aldaar bedoelde jaren een ander jaar in aanmerking genomen, indien de belanghebbende binnen dertig dagen na inwerkingtreding van de onderhavige regeling bij de Dienst Regelingen een schriftelijk verzoek daartoe indient.

  • 4 Het overeenkomstig het tweede of het derde lid in aanmerking te nemen jaar geldt voor de bepaling van de desbetreffende gerealiseerde mestproductie, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, van zowel varkens en kippen als rundvee en kalkoenen.

  • 5 De vaststelling van de desbetreffende gerealiseerde mestproductie geschiedt onder toepassing van artikel 2 van de Regeling aanwijzing diersoorten en hun mestproduktie, zoals dat luidde tot 1 januari 1998.

  • 6 Voor de vaststelling van de desbetreffende gerealiseerde mestproductie wordt de mestproductie van rundvee en kalkoenen in aanmerking genomen als mestproductie van varkens en kippen, voor zover het mestproductierecht voor varkens en kippen niet is benut voor de productie van varkens- en kippenmest en voor zover de mestproductie van rundvee- en kalkoenen niet kan hebben plaatsgevonden op grond van het mestproductierecht voor rundvee en kalkoenen.

  • 7 Voor de vaststelling van de desbetreffende gerealiseerde mestproductie wordt de mestproductie van varkens en kippen in aanmerking genomen als mestproductie van rundvee en kalkoenen, voor zover deze de hoeveelheid van 125 kg fosfaat per jaar per hectare tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond niet overschrijdt en voor zover de mestproductie van varkens en kippen niet kan hebben plaatsgevonden op grond van het mestproductierecht voor varkens en kippen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Indien de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond op enig moment wordt vergroot, wordt, voor de bepaling van de na de vergroting geldende omvang van het niet-gebonden mestproductierecht voor elk van de in artikel 2 bedoelde diersoorten, de oppervlakte landbouwgrond waarmee wordt vergroot in de in artikel 2 neergelegde volgorde toegerekend aan de desbetreffende niet-gebonden mestproductierechten.

  • 2 Waar het het niet-gebonden mestproductierecht voor rundvee en kalkoenen en dat voor varkens en kippen betreft, geschiedt de in het eerste lid bedoelde toerekening eerst aan het verplaatsbare deel en vervolgens aan het niet-verplaatsbare deel.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Indien de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond op enig moment wordt verkleind, wordt, in de gevallen als bedoeld in artikel 14, vierde lid, onderdeel b, van de Meststoffenwet, het verplaatsbare deel van het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen vergroot met 125 kilogram fosfaat per hectare waarmee de oppervlakte landbouwgrond wordt verkleind.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Indien binnen hetzelfde kalenderjaar sprake is van een vergroting gevolgd door een verkleining of van een verkleining gevolgd door een vergroting, vindt in zoverre in afwijking van de artikelen 4 en 5 geen wijziging plaats van de omvang van de onderscheiden niet-gebonden mestproductierechten en het verplaatsbare en het niet-verplaatsbare deel daarvan, voor zover de omvang van de verkleining overeenstemt met de omvang van de vergroting.

Artikel 6a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 Voor zover het niet-verplaatsbare deel, bedoeld in het eerste lid, kleiner is dan de hoeveelheid fosfaat overeenkomend met de in dat lid bedoelde vermindering, komt deze vermindering ten laste van het verplaatsbare deel van het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen, zoals dat geldt op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstructurering varkenshouderij.

Artikel 6b

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De vermindering, bedoeld in artikel 56 van de Meststoffenwet, komt ten laste van achtereenvolgens het niet-verplaatsbare deel van het niet-gebonden mestproductierecht en het verplaatsbare deel van het niet-gebonden mestproductierecht, zoals dat geldt op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 58c van de Meststoffenwet.

Paragraaf 3. Bijzondere bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Indien voor een of meer van de in artikel 3, tweede lid, bedoelde jaren geen aangifte als bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet is gedaan, wordt voor de toepassing van de wet voor het betrokken jaar of, in voorkomend geval, de betrokken jaren de desbetreffende gerealiseerde mestproductie, bedoeld in het tweede lid van voornoemd wetsartikel, bepaald op 0 kg fosfaat.

  • 2

Na inwerkingtreding van de wet bij de Dienst Regelingen ingediende aangiften of verzoeken tot correctie van reeds eerder ingediende aangiften worden voor de toepassing van de wet niet in aanmerking genomen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Indien het mestproductierecht voor varkens en kippen of het mestproductierecht voor rundvee en kalkoenen na 31 december 1987 en voor inwerkingtreding van de wet is toegenomen door toepassing van het bepaalde bij of krachtens de Meststoffenwet, is artikel 5, tweede lid, van de wet niet van toepassing op het bedrijf waarop de desbetreffende mestproductierechten zijn geregistreerd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Indien op dezelfde dag dat overeenkomstig artikel 9 of artikel 10 van de wet aan de Dienst Regelingen van de verplaatsing kennis wordt gegeven tevens de tot het bedrijf behorende oppervlakte grond wijzigt, wordt bij de in genoemde artikelen bedoelde registratie uitgegaan van de tot het bedrijf behorende oppervlakte grond zoals deze op die dag is gewijzigd.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 2 Het niet-verplaatsbare deel van het niet-gebonden mestproductierecht van het door samenvoeging ontstane bedrijf komt overeen met de som van de niet-verplaatsbare delen van de niet-gebonden mestproductierechten van de oorspronkelijke bedrijven.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de wet.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling omvang verplaatsbare mestproductie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze: De

directeur-generaal Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

,

G. van der Lely

Naar boven