Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een garantie te treffen houdende uitbetaling en verhoging van Surinaams pensioen voor Surinaams gepensioneerden en hun nabestaanden die voor de soevereiniteitsoverdracht aan Suriname op 25 november 1975 aldaar pensioenaanspraken hebben opgebouwd en die zich voor 1 mei 1985 in Nederland gevestigd hebben;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet wordt verstaan onder:
a. Surinaams pensioen: een pensioenuitkering die bij ontslag is toegekend of waarop bij ontslag uitzicht bestond uit hoofde van de in Suriname van kracht zijnde Ambtenarenpensioenverordening 1972;
b. stichting: de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen;
c. garantiepensioen: een door de stichting ter vervanging van de aanspraak op Surinaams pensioen uit te betalen pensioen;
d. ambtenaar: degene die vanaf een voor 25 november 1975 gelegen tijdstip in ambtelijke dienst van Suriname of als leerkracht bij het bijzonder onderwijs in Suriname werkzaam is geweest en op grond daarvan uitzicht heeft op een Surinaams pensioen;
e. gepensioneerde: de gewezen ambtenaar die aanspraak heeft op een Surinaams pensioen;
f. nabestaande:
1°. de weduwe of weduwnaar die op grond van de Surinaamse Ambtenarenpensioenverordening 1972 aanspraak heeft op een nabestaandenpensioen ingevolge het overlijden van een ambtenaar of gepensioneerde en die zich voor 1 mei 1985 blijvend in Nederland heeft gevestigd;
2°. de wees die op grond van de Surinaamse Ambtenarenpensioenverordening 1972 aanspraak heeft op een wezenpensioen ingevolge het overlijden van een ambtenaar of gepensioneerde en die zich voor 1 mei 1985 blijvend in Nederland heeft gevestigd of is geboren uit zijn voor die datum in Nederland gevestigde moeder;
g. rechthebbende: de gepensioneerde die zich voor 1 mei 1985 blijvend in Nederland heeft gevestigd dan wel de nabestaande of nabestaanden;
h. Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2 Door de stichting wordt op de daartoe gedane aanvraag tevens een garantiepensioen toegekend aan degene die niet als rechthebbende in de zin van artikel 1, onder g, kan worden aangemerkt, maar aan wie voor 1 januari 1992 door de stichting voorschotten zijn verstrekt op zijn Surinaams pensioen, op voorwaarde dat hij zijn aanspraak op Surinaams pensioen aan de Nederlandse Staat heeft gecedeerd.
3 Voorts wordt door de stichting op de daartoe gedane aanvraag een garantiepensioen toegekend aan degene of degenen die aanspraak hebben op een Surinaams nabestaandenpensioen ingevolge het overlijden van degene op wie het tweede lid van toepassing was, eveneens op voorwaarde dat de aanspraak op Surinaams pensioen aan de Nederlandse Staat is gecedeerd.
5 De Stichting kan bij een met redenen omkleed besluit in bijzonder gevallen waarin gepensioneerden of hun nabestaanden aantonen dat zij om medische dan wel andere dwingende redenen niet aan de voorwaarde van blijvende vestiging in Nederand voor 1 mei 1985 voldoen, de aanspraak op het garantiepensioen afzonderlijk regelen.
2 In afwijking van het eerste lid wordt voor de berekening van het garantiepensioen van de rechthebbende die aanspraak heeft op een Surinaams nabestaandenpensioen ingevolge het overlijden van een gepensioneerde die zich voor 1 mei 1985 in Nederland heeft gevestigd, gebruik gemaakt van de wisselkoers als bedoeld in het eerste lid, onder a, en de breuk als bedoeld in het eerste lid, onder b, die ten aanzien van het garantiepensioen van de overledene golden of zouden hebben gegolden.
3 De in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, en onderdeel a, onder 3°, bedoelde wisselkoersen worden niet hoger gesteld dan 0,672 en niet lager dan 0,505.
4 Onze Minister stelt de in het eerste lid, onderdeel a, onder 2° en onderdeel a, onder 3°, bedoelde wisselkoersen vast, alsmede de in dat lid, onder b, bedoelde prijsindexcijfers.
Het bedrag van het garantiepensioen van degene:
2 Deze wet werkt, ten aanzien van aanvragen om garantiepensioen die zijn ingediend vóór 1 januari 1994, terug tot en met 1 januari 1992. Bij aanvragen om garantiepensioen die zijn ingediend op of na 1 januari 1994, gaat het garantiepensioen in op de eerste dag van de maand waarin het verzoek door de stichting is ontvangen.
Deze wet wordt aangehaald als: Garantiewet Surinaamse pensioenen.