Besluit in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen

[Regeling vervallen per 19-03-2004.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 25-08-1995 t/m 18-03-2004

Besluit van 2 november 1993, houdende regelen inzake in- en uitvoer van bepaalde chemische stoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 1993, nr. MJZ07693029, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op verordening (EEG) nr. 2455/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1992 betreffende de in- en uitvoer van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen (PbEG L 251) en op artikel 24 juncto artikel 29 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;

De Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 1993, nr. W08.93.0357);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 oktober 1993, nr. MJZ25o93031, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a. verordening: verordening (EEG) nr. 2455/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1992 betreffende de in- en uitvoer van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen (PbEG L 251);

    • b. PIC-systeem: door het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) vastgesteld systeem van voorafgaande geïnformeerde toestemming;

    • c. aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof: stof of preparaat als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening;

    • d. Commissie: Commissie van de Europese Gemeenschappen;

    • e. chemische stof waarvoor een kennisgevingsplicht bestaat: stof of preparaat als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de verordening.

  • 2 Een wijziging van de verordening treedt voor de toepassing van dit besluit in werking met ingang van de dag waarop de betrokken wijzigingsverordening in werking treedt.

  • 3 Dit besluit is niet van toepassing op afvalstoffen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Als bevoegde instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, wordt Onze Minister aangewezen.

§ 2. Voorafgaande geïnformeerde toestemming

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Het is verboden een aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof uit een staat die aan het PIC-systeem deelneemt, in Nederland in te voeren, indien door de Commissie ingevolge artikel 5, tweede lid, van de verordening toestemming is geweigerd voor het invoeren van die stof.

  • 2 Indien de Commissie ingevolge artikel 5, tweede lid, van de verordening tijdelijke of definitieve voorschriften heeft vastgesteld voor het invoeren van een aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof, is het verboden deze stof uit een staat die deelneemt aan het PIC-systeem, in Nederland in te voeren in strijd met die voorschriften.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Het is verboden een aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof uit een staat die niet aan het PIC-systeem deelneemt, in Nederland in te voeren, indien de invoer van die stof uit een staat die wel aan het PIC-systeem deelneemt, ingevolge artikel 5, tweede lid, van de verordening door de Commissie is verboden.

  • 2 Artikel 3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het invoeren uit een staat die niet aan het PIC-systeem deelneemt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Het is verboden een aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die aan het PIC-systeem deelneemt, uit te voeren, indien dit door die staat niet is toegestaan.

  • 2 Indien door een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die aan het PIC-systeem deelneemt, voorschriften zijn gesteld met betrekking tot het invoeren van een aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof, is het verboden die stof naar die staat uit te voeren in strijd met die voorschriften.

  • 3 Indien op het moment van uitvoer geen duidelijkheid bestaat omtrent het standpunt over de betrokken uitvoer van de aan het PIC-systeem deelnemende staat, is de uitvoer van een aan de PIC-procedure onderworpen chemische stof verboden, tenzij ten genoegen van Onze Minister wordt aangetoond dat deze stof:

    • 1°. een bestrijdingsmiddel is, dat in die staat is geregistreerd, dan wel

    • 2°. een chemische stof is, die krachtens andere maatregelen van die staat mag worden gebruikt of ingevoerd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Deze paragraaf is niet van toepassing op het in Nederland invoeren of naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte uitvoeren van chemische stoffen in een hoeveelheid kleiner dan 100 kg voor analyse of wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening.

§ 3. Kennisgeving bij uitvoer van bepaalde chemische stoffen naar derde landen

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Onverminderd artikel 5 is het verboden een chemische stof waarvoor een kennisgevingsplicht bestaat, uit te voeren naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, indien niet wordt voldaan aan de bepalingen in deze paragraaf.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Indien door de Commissie nog geen referentienummer is vastgesteld als bedoeld in artikel 4, eerste lid, vierde alinea, van de verordening, dient van de uitvoer van een chemische stof waarvoor een kennisgevingsplicht bestaat, melding te worden gedaan aan Onze Minister uiterlijk 30 dagen voor die uitvoer onder overlegging van de in bijlage III bij de verordening aangegeven gegevens.

  • 2 Elke uitvoer waarvoor een referentienummer is vastgesteld, dient vergezeld te gaan van dat nummer.

  • 3 Onze Minister kan ingeval van een noodsituatie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, tweede alinea, van de verordening, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, bepalen dat geen melding behoeft te worden gedaan dan wel dat de uitvoer mag plaatshebben voor het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Een melding als bedoeld in artikel 8, dient eveneens te worden gedaan, indien overeenkomstig artikel 4, vierde lid, eerste alinea, laatste volzin, van de verordening, mededeling is gedaan in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dat een nieuwe kennisgeving is vereist.

  • 2 Bij de melding dient te worden aangegeven dat het om een herziening gaat van een eerdere kennisgeving. Zij gaat vergezeld van de gegevens bedoeld in bijlage III bij de verordening.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Deze paragraaf is niet van toepassing op het naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte uitvoeren van chemische stoffen in een hoeveelheid kleiner dan 100 kg voor analyse of wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling, als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening.

§ 4. Verpakking en aanduiding

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Het is verboden een preparaat uit te voeren naar een staat buiten de Europese Unie die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, indien dat preparaat:

    • a. bestemd is om in het land van invoer te worden gebruikt als bestrijdingsmiddel, en

    • b. niet is verpakt en aangeduid overeenkomstig het bij of krachtens de artikelen 3, 5 of 9van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 ten aanzien van de verpakking en aanduiding bepaalde.

  • 2 In afwijking van het eerste lid worden de aanduidingen op de verpakking, indien dit uitvoerbaar is, gesteld in de taal of hoofdtaal van het land dan wel het gebied waarvoor dat preparaat is bestemd.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Artikel 11 is niet van toepassing op het aanduiden op de verpakking van een preparaat, indien in het land van invoer ten aanzien van de aanduiding eisen gelden die dezelfde waarborg bieden ten aanzien van de bescherming van gezondheid, veiligheid en milieu als de eisen die daaromtrent zijn gesteld in artikel 11.

§ 5. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 19-03-2004]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Het wordt aangehaald als: Besluit in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 november 1993

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Uitgegeven de twaalfde november 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven