Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
"inspectie": de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht,
"examen": het staatsexamen Nederlands als tweede taal,
"examenjaar": het tijdvak dat aanvangt op 1 januari van een jaar en eindigt op 31 december
van dat jaar,
"examenonderdeel": een onderdeel van het examen als bedoeld in artikel 4, derde lid,
"examenprogramma": het examenprogramma, bedoeld in artikel 8,
"examenreglement": het examenreglement, bedoeld in artikel 10, tweede lid,
"College voor toetsen en examens": College voor toetsen en examens, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor toetsen en examens,
"examenleider": degene die door het College voor toetsen en examens is belast met
de leiding bij het afnemen van het examen,
"diploma": het diploma Nederlands als tweede taal,
"certificaat": een certificaat als bedoeld in artikel 16, tweede lid,
"kandidaat": degene die aan een of meer examenonderdelen deelneemt.