-
a. het overnemen van op grond van deze wet beschermd materiaal over actuele economische,
politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke onderwerpen, die in een radio- of
televisieprogramma of ander medium dat eenzelfde functie vervult, zijn openbaar gemaakt
of in het verkeer gebracht, indien het overnemen geschiedt in een radio- of televisieprogramma
of ander medium dat eenzelfde functie vervult; artikel 15, eerste lid, onder 3° en 4°, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht te worden genomen;
-
b. het citeren in een aankondiging, beoordeling, polemiek of wetenschappelijke verhandeling
of een uiting met een vergelijkbaar doel; artikel 15a, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht te worden genomen;
-
c. het door middel van een besloten netwerk beschikbaar stellen van een opname van een
uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film, perspublicatie, of opname van
een programma, of een reproductie daarvan, dat onderdeel uitmaakt van verzamelingen
van voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea of archieven die niet het
behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, door
middel van daarvoor bestemde terminals in de gebouwen van die instellingen aan individuele
leden van het publiek voor onderzoek of privé-studie, tenzij anders is overeengekomen;
-
d. de verslaggeving in het openbaar in een foto-, film-, radio- of televisiereportage
over actuele gebeurtenissen, voorzover zulks voor het behoorlijk weergeven van de
actuele gebeurtenis die het onderwerp van de reportage uitmaakt gerechtvaardigd is
en mits slechts gebruik wordt gemaakt van korte fragmenten; artikel 16a van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing;
-
e. de handelingen, bedoeld in de artikelen 2, 6, 7a, 7b en 8, die uitsluitend worden verricht ter toelichting bij het onderwijs, voor zover dit
door het beoogde, niet commerciële doel wordt gerechtvaardigd; de artikelen 16, eerste lid, onder 1°, 2°, 4° en 5°, tweede, derde, vijfde en zesde lid, en 47d, eerste lid, van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht genomen te worden;
-
f. de reproductie van een opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van
een film, of opname van een programma, of een reproductie daarvan, door een cultureel
erfgoedinstelling mits:
-
1°. de reproductie geschiedt met als doel het behoud van de opname van een uitvoering,
het fonogram, de eerste vastlegging van een film, of de opname van een programma,
of de reproductie daarvan, en de reproductie daarvoor noodzakelijk is; en
-
2°. de opname van een uitvoering, het fonogram, de eerste vastlegging van een film, of
de opname van een programma, of de reproductie daarvan, permanent deel uitmaakt van
de collectie van de cultureel erfgoedinstelling;
artikel 16n, tweede lid, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing;
-
g. de tijdelijke vastlegging door een omroeporganisatie die bevoegd is tot de openbaarmaking
door uitzending van een radio- of televisieprogramma via radio of televisie, of een
ander medium dat eenzelfde functie vervult, met haar eigen middelen en uitsluitend
voor uitzending van haar eigen programma’s; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht te worden genomen; artikel 17b, eerste en derde lid, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing;
-
h. de incidentele verwerking van op grond van deze wet beschermd materiaal als onderdeel
van ondergeschikte betekenis in ander materiaal;
-
i. de reproductie, het openbaar maken of het in het verkeer brengen van op grond van
deze wet beschermd materiaal voor zover dat uitsluitend voor mensen met een handicap
bestemd is, met de handicap direct verband houdt, van niet commerciële aard is en
wegens die handicap noodzakelijk is, onverminderd het bepaalde in artikel 10, onderdeel
m of n; de artikelen 15i, tweede lid, en 16g van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing;
-
j. een karikatuur, parodie of pastiche mits het gebruik in overeenstemming is met hetgeen
naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is;
-
k. het overnemen van op grond van deze wet beschermd materiaal ten behoeve van de opsporing
van strafbare feiten, de openbare veiligheid of om het goede verloop van een bestuurlijke,
parlementaire of gerechtelijke procedure of de berichtgeving daarover te waarborgen;
-
l. het reproduceren en het beschikbaar stellen voor het publiek van een voor het eerst
in een lidstaat van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte in het verkeer gebracht of openbaar gemaakte
opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film of perspublicatie,
of een reproductie daarvan, deel uitmakende van de verzameling van voor het publiek
toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsmede archieven en instellingen
voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed die niet het behalen van direct of indirect
economisch of commercieel voordeel nastreven en publieke media-instellingen als bedoeld
in hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008, indien de rechthebbende na een zorgvuldige zoektocht niet is geïdentificeerd en
opgespoord. De artikelen 16o tot en met 16q en 17 van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing;
-
m. het vervaardigen van een reproductie van op grond van deze wet beschermde materiaal
in een voor een leesgehandicapte toegankelijke vorm door een leesgehandicapte, een
namens hem optredende persoon of een toegelaten entiteit, mits de leesgehandicapte
of de toegelaten entiteit rechtmatig toegang heeft tot het op grond van deze wet beschermd
materiaal, de reproductie daarvan in de voor de leesgehandicapte toegankelijke vorm
bestemd is voor het uitsluitend gebruik door de leesgehandicapte en de reproductie
de integriteit van het op grond van deze wet beschermde materiaal zoveel mogelijk
eerbiedigt; de artikelen 15j, tweede en derde lid, 15l, 15m, 16g en 17d van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing;
-
n. het beschikbaar stellen voor het publiek of anderszins openbaar maken, het uitlenen
of anderszins in het verkeer brengen van een ingevolge artikel 10, onder m, vervaardigde
reproductie van op grond van deze wet beschermd materiaal door een toegelaten entiteit
aan een leesgehandicapte of een andere toegelaten entiteit, mits de leesgehandicapte
woonachtig is of een andere toegelaten entiteit gevestigd is in een lidstaat van de
Europese Unie of een staat die partij is bij het Leesgehandicaptenverdrag, de hiervoor
genoemde handelingen uitsluitend geschieden met het oog op gebruik door de leesgehandicapte
en plaatsvindt zonder winstoogmerk; de artikelen 15j, tweede en derde lid, 15l, 15m, 16g en 17d van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing; en
-
o. het invoeren door een leesgehandicapte of een toegelaten entiteit van een reproductie
van op grond van deze wet beschermd materiaal dat op grond van een op het Leesgehandicaptenverdrag
gebaseerde beperking door een toegelaten entiteit in een andere lidstaat van de Europese
Unie of een staat die partij is bij het Leesgehandicaptenverdrag is omgezet in een
voor een leesgehandicapte toegankelijke vorm; de artikelen 15k, 15l en 15m van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing;
-
p. de reproductie van een opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van
een film, of opname van een programma, of een reproductie daarvan, door onderzoeksorganisaties
en cultureel erfgoedinstellingen, die daartoe rechtmatig toegang hebben, om tekst-
en datamining te verrichten met het oog op wetenschappelijk onderzoek; artikel 15n, tweede tot en met vierde lid, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing;
-
q. onverminderd het in onderdeel p bepaalde, de reproductie van een opname van een uitvoering,
fonogram, eerste vastlegging van een film, perspublicatie of opname van een programma,
of een reproductie daarvan, in het kader van tekst- en datamining door degene die
daartoe rechtmatige toegang hebben en het naburige recht niet uitdrukkelijk op passende
wijze is voorbehouden, zoals door middel van machinaal leesbare middelen bij een online
ter beschikking gestelde opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van
een film, perspublicatie of opname van een programma, of reproductie daarvan; artikel 15o, tweede lid, van de Auteurswet is van overeenkomstige toepassing; en
-
r. het voor niet-commerciële doeleinden beschikbaar stellen voor het publiek van een
opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film, perspublicatie
of opname van een programma, of een reproductie daarvan, door een cultureel erfgoedinstelling
mits:
-
1°. de op grond van deze wet beschermde prestatie niet in de handel is;
-
2°. de op grond van deze wet beschermde prestatie permanent deel uitmaakt van de collectie
van de erfgoedinstelling;
-
3°. de op grond van deze wet beschermde prestatie beschikbaar wordt gesteld op een niet-commerciële
website; en
-
4°. de naam van de rechthebbende wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt;
de artikelen 18c, tweede en derde lid, en 47d, tweede lid, van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing.