Vaststelling landelijk examenprogramma verkeersinformatie en -aanwijzingen

[Regeling vervallen per 02-11-2005.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 14-05-1995 t/m 01-11-2005

Regeling, houdende vaststelling van het landelijk examenprogramma, bedoeld in artikel 18 van het besluit van 15 april 1992, houdende regelen met betrekking tot de bevoegdheid tot het geven van verkeersinformatie dan wel verkeersaanwijzingen en de daartoe aan de bevoegde personen te stellen eisen (stb. 234)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-11-2005]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. landelijk examen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het besluit van 15 april 1992, houdende regelen met betrekking tot de bevoegdheid tot het geven van verkeersinformatie dan wel verkeersaanwijzingen en de daartoe aan de bevoegde personen te stellen eisen (Stb. 234);

b. grondige kennis:

het onderwerp wordt in zijn geheel begrepen en beheerst, en kan te allen tijde als parate kennis worden toegepast, zonder de hulp van op schrift gestelde gegevens;

c. kennis:

het onderwerp wordt in zijn geheel begrepen en ten tijde va. het toepassen van deze kennis kan gebruik gemaakt worden van op schrift gestelde gegevens;

d. begrip:

het onderwerp als geheel is bekend;

e. enig begrip:

het onderwerp is in hoofdlijnen bekend;

f. bedrevenheid:

de vaardigheid om het onder a, b en c bedoelde in de praktijk toe te passen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-11-2005]

Het examenprogramma voor de modules van het landelijk examen bevat de volgende eisen:

  • a. voor de module algemene communicatie en communicatieprocedures:

    • 1º. grondige kennis van: radio- en telefonieprocedures en Engels Standard Marine Vocabulary;

    • 2º. kennis van: de Engelse of Duitse taal, en van algemene regelgeving met betrekking tot radio- en telefonieprocedures;

    • 3º. begrip van: technische principes van radiotelefonie;

    • 4º. bedrevenheid in het toepassen van de onder 1° en 2° genoemde vakken.

  • b. voor de module nautische kennis:

    • 1º. kennis van: scheepstypen zeevaart, scheepstypen binnenvaart, manoeuvreereigenschappen van zeeschepen, manoeuvreereigenschappen binnenvaart;

    • 2º. keenis van: bouw en uitrusting zeevaart, bouw en uitrusting binnenvaart, scheepsbescheiden zeevaart, scheepsbescheiden binnenvaart;

    • 3º. kennis van: hydrologie:

      • -

        horizontale en verticale getijbewegingen;

      • -

        gebruik getij- en waterstandgegevens;

      • -

        getijtafels van Nederland;

      • -

        bepalen van tijden van hoog en laag water;

      • -

        reductievlakken;

      • -

        tijpoortberekeningen;

    • 4º. kennis van: meteorologie:

      • -

        kenmerkende eigenschappen van druksystemen;

      • -

        kenmerkende eigenschappen van depressies;

      • -

        luchtdruk en wind;

      • -

        vorming van mist en wolken;

      • -

        vorming van neerslag.

  • c. voor de module verkeersdienstapparatuur:

    • 1º. kennis van: walapparatuur, informatieverwerkende systemen en randapparatuur;

    • 2º. begrip van: boordapparatuur;

    • 3º. bedrevenheid in het toepassen van het onder 1° genoemde vak.

  • d. voor de module algemene scheepvaartverkeersreglementering:

    • 1º. grondige kennis van: de Scheepvaartverkeerswet, relevante uitvoeringsregelingen en daaruit voortvloeiende wettelijke bevoegdheden;

    • 2º. kennis van: de relevante wetgeving met betrekking tot milieu en vervoer gevaarlijke stoffen;

    • 3º. kennis van: administratieve verwerking met betrekking tot ongevallen, incidenten en overtredingen.

  • e. voor de module topografie en geografie:

    • 1º. grondige kennis van: betonningssystemen in Nederland;

    • 2º. kennis van: de gebieden waarin verkeersbegeleiding wordt gegeven, nautische en hydrografische publikaties.

  • f. voor de module verkeersdienst:

    • 1º. grondige kennis van: de richtlijnen van de Internationale Maritieme Organisatie voor verkeersdienstsystemen:

    • 2º. bedrevenheid in het toepassen van de onder 1° genoemde richtlijnen.

  • g. voor de module organisatie van de verkeersafwikkeling:

    enig begrip van: instanties, bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij de afwikkeling van het scheepvaartverkeer.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-11-2005]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-11-2005]

Iedere schriftelijke, mondelinge dan wel praktische examinering van de in artikel 2 genoemde modules duurt maximaal 90 minuten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-11-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 oktober 1992.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 november 1992

De

minister

van Verkeer en Waterstaat,

J. R. H. Maij-Weggen

Naar boven