Wijzigingswet Algemene burgerlijke pensioenwet met betrekking tot tijd doorgebracht [...] Staten van Indonesië dan wel in de Republiek Indonesië

[Regeling vervallen per 14-11-2007.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 09-05-1992 t/m 13-11-2007

Wet van 26 maart 1992, tot wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet met betrekking tot tijd doorgebracht in de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië dan wel in de Republiek Indonesië (Verbeterblad)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge de Algemene burgerlijke pensioenwet tijd doorgebracht in dienst van de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië dan wel de Republiek Indonesië in aansluiting op tijd doorgebracht in dienst van het gouvernement van het voormalig Nederlands-Indië voor de soevereiniteitsoverdracht bij de berekening van pensioenen niet meetelt als diensttijd en dat het wenselijk is in een dergelijke regeling te voorzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

  • 1 Op schriftelijk verzoek van de belanghebbende die op de datum van inwerkingtreding van deze wet recht heeft op pensioen, wordt door het bestuur een herberekening gemaakt van dat pensioen overeenkomstig het tweede, derde, vierde en vijfde lid, met ingang van de datum van ingang van dat pensioen.

  • 2 Het door de belanghebbende, niet zijnde een invaliditeitsgepensioneeerde die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, over het jaar 1989 ontvangen bruto pensioen wordt met inachtneming van artikel I herberekend. Het verschil tussen het aldus herberekende pensioen en het in 1989 daadwerkelijk ontvangen bruto pensioen wordt als nabetaling over 1989 uitgekeerd door het Algemeen burgerlijk pensioenfonds.

  • 3 Indien de belanghebbende bedoeld in het tweede lid reeds voor het jaar 1989 een pensioen ontving, niet zijnde een pensioen van een invaliditeitsgepensioneerde die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, wordt het bedrag van de nabetaling in verband met het ontvangen van een te laag pensioen als volgt vastgesteld. De nabetaling over 1989, bedoeld in het tweede lid, wordt vermenigvuldigd met de tijd waarover de belanghebbende voor 1 januari 1989 reeds het in de eerste volzin bedoelde pensioen heeft ontvangen. Het aldus vastgestelde bedrag wordt als nabetaling over de periode voor 1 januari 1989 eveneens uitgekeerd door het fonds.

  • 4 Herberekening van een invaliditeitspensioen over de periode dat de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, vindt slechts dan plaats indien artikel 1 leidt tot een hoger invaliditeitspensioen gedurende die periode. In voorkomend geval vinden het tweede en derde lid overeenkomstige toepassing.

  • 5 De pensioenen van belanghebbenden die zijn ingegaan voor 1 januari 1966 worden voor zover nodig herberekend overeenkomstig het tweede, derde en vierde lid.

  • 6 Geen herberekening vindt plaats van pensioen waarop het recht is beëindigd voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling door:

    • a. het overlijden van de belanghebbende,

    • b. het beëindigen van het wezenpensioen op grond van artikel Q5, vierde lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, of

    • c. de afkoop van pensioen op grond van artikel R4 van de Algemene burgerlijke pensioenwet.

Artikel III

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Herberekening van een pensioen krachtens deze wet leidt niet tot verlaging van dat pensioen, met dien verstande, dat indien de belanghebbende twee of meer pensioenen ontvangt, de herberekening niet leidt tot een verlaging van het gezamenlijke bedrag van die pensioenen.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Het bestuur is bevoegd:

  • a. in gevallen waarin deze regeling tot naar zijn oordeel onbedoelde uitkomsten leidt, ten gunste van de belanghebbende een beslissing te nemen die overeenkomt met de strekking van de regeling;

  • b. tevens als diensttijd in aanmerking te nemen de in het eerste lid van artikel I bedoelde tijd, doch gelegen na 1 januari 1953, voor zover de belanghebbende naar het oordeel van het bestuur aannemelijk heeft gemaakt dat hij na die datum op uitdrukkelijk verzoek van de Nederlandse overheid in dienst van de Republiek Indonesië is gebleven.

Artikel V

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

De artikelen II, III en IV van deze wet zijn van overeenkomstige toepassing op de gepensioneerde deelgenoot in de zin van de Spoorwegpensioenwet (Stb. 1986, 541), met dien verstande dat in de plaats van "het bestuur" wordt gelezen: de directie van het Spoorwegpensioenfonds en dat in de plaats van "het Algemeen burgerlijk pensioenfonds" wordt gelezen: het Spoorwegpensioenfonds.

Artikel VI

[Regeling vervallen per 14-11-2007]

Deze wet treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1966.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 maart 1992

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales

Uitgegeven de zevende mei 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven