Stb. 2003, 57, datum inwerkingtreding 19-02-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 07-03-2002.
Geen terugwerkende kracht ten aanzien van de gemeenten Bemmel, Bergen, Dalfsen, Denekamp,
Echt-Susteren, Hardenberg, Hof van Twente, Hulst, Kesteren, Olst-Wijhe, Oss, Overbetuwe,
Raalte, Rijssen, Sittard-Geleen, Sluis, Steenwijk, Terneuzen, Venlo, Zwartewaterland
en Zwijndrecht.
1 De raad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid
van bestuur (Stb. 1991, 703), omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud
van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding
omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd.
De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die
van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raad haar
opheft.
2 Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur,
kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en
een commissie, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raad of aan leden van
de raad overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
3 De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking
tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad
in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de
helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.
4 De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking
tot aan leden van de raad overgelegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan
dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding
is opgelegd aan de raad is voorgelegd, totdat de raad haar opheft. De raad kan deze
beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer
dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.